Golfslag. Jaargang 1(1946-1947)– [tijdschrift] Golfslag– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 135] [p. 135] Verlaine Ternauwernood bereikt het licht ons door de grauwe ruiten, in somber lood gevat en klein op eene binnenkoer. Slechts van klimop flitst soms de weldaad van daarbuiten door het gekerkerd oog aan vensterkier op loer. En als de laatste rilling door de vezels voer na der bewakers onheilspellend-beestig muiten, Verlaine, kon niets de vlucht naar buiten stuiten: een dichter staat steeds in zijn droomen stoer... Verlaine, mijn broer, die hemelsch licht bespeurt, die zacht voor zich de zangerigste silben fluistert tot het gedicht elegisch door 't geheugen neurt, die alhoewel lichamelijk gekluisterd, zich geestelijk verzuivert en beluistert en zich aan God's genade overgeeft en beurt. HENDRIK STORM. Vorige Volgende