die dekens en dat bed krijgen we alleen met hard werken en geld verdienen, en daarom is cultuur zonder economie iets onmogelijks.
Dat blijkt ook uit de geschiedenis. Laten we ons eens beperken tot die van onszelf. Ons cultuurgebied heeft vooral op twee plaatsen een geweldige bloei gekend: eerst in het Zuiden (West Vlaanderen en Brabant) en daarna in Holland.
Wanneer we nu de Belforten, de Gildehuizen en de Kathedralen van Brugge, Gent, Antwerpen en Brussel bekijken, dan zien we direct: zonder een massa geld had niemand al die prachtige kunstwerken kunnen bouwen. De geschiedenis vertelt ons trouwens precies waar dat geld vandaan kwam: vooral de industrie en de wereldhandel van Brugge, Gent en Antwerpen hebben het opgebracht. Voor rijke vorsten, voor kapitaalkrachtige kooplui konden de van Eyck's, konden Memlinc en Brueghel hun schilderijen maken; arme boertjes of vissertjes zouden dat onmogelijk hebben kunnen betalen. Waren deze schilders voor hun werk niet goed betaald geweest, dan hadden ze een ambacht moeten leren en waren ze voor onze cultuur verloren gegaan.
Precies hetzelfde gold ook voor de bloeitijd van Noord-Nederland in de 17e eeuw. Als die geweldige expansie over alle wereldzeeën er niet geweest was, als die prachtige koopvaarders met het oranje-blanje-bleu in top niet over alle oceanen gevaren waren, naar Amerika en Indië, naar Japan en de Goudkust, en hun reuze-winsten niet binnengebracht hadden, dan zou die hele culturele bloei er niet geweest zijn. Laat niemand aan komen dragen met de ‘armoe’ van Vondel, door de waarde van het toenmalige geld te vergelijken met dat van nu. Ik wil het kleine dorpswinkeliertje nog zien, die vandaag aan de dag voor vrouw en kinderen met kousen verkopen de kost moet verdienen, en die het klaar speelt om in z'n ‘vrije tijd’ zoveel te studeren en te schrijven als Vondel gedaan heeft.
En hier ligt ook precies de reden, waarom wij België nodig hebben: het zorgt voor onze boterham, en op het ogenblik zelfs niet eens zo heel slecht, als we eens op andere landen letten. Ofschoon de Belgische eenheid dus rechtstreeks niets met een culturele eenheid te maken heeft, heeft het dat indirect wel, omdat z'n economische kracht ons in de gelegenheid stelt om onze Nederlandse cultuur te ontplooien, en de Walen hun Franse.
Dat is dan ook de reden waarom ik graag een uitnodiging had ontvangen om op het Waalse Congres een spreekbeurt te houden. Ik zou dan dit gezegd hebben:
‘Beste Walen, luister eens één ogenblikje. Ik begrijp heel goed dat het niet prettig voor jullie is dat je hier niet meer zoveel te vertellen hebt als vroeger. Maar als je verstandig bent, begrijp je heel goed dat je de wijzers van de klok niet meer terug kunt zetten. Er zijn nu twee mogelijkheden: of je sluit je aan bij Frankrijk, en dan word je een uithoekje van het land, en moet je je precies houden aan alle orders die uit Parijs komen. Je krijgt dan dus nog minder te vertellen dan nu. De andere mogelijkheid is, dat je rustig in België met de Vlamingen blijft samenwonen, en een beetje minder onvriendelijk tegen ze probeert te wezen. Je doet maar net, of ze je gelijken zijn.
Kom nu niet aandragen met de flauwe beschuldigingen. Jullie zijn toch geen kleine kinderen, is het wel? Hebben de Vlamingen jullie ooit gedreigd, dat je scholen vernederlandst zouden worden, zoals jullie de Vlaamse scholen zolang verfranst hielden? Dwingen de Vlamingen jullie soms om er in strijd met alle moraal, zulke kleine gezinnen op na te houden? Wordt de vader van elk gezin van drie kinderen door de Vlamingen met concentratiekamp bedreigd of doodstraf?