over den oorsprong van ons volksboek. Tenzij een gelukkig toeval nieuwe gegevens te voorschijn brengt, zullen wij daaromtrent in het onzekere blijven.
Misschien heeft de bewerker een der Nederduitsche of Duitsche drukken van het lied, mogelijk ook het treurspel van Hans Sachs, gekend, en dit zelfstandig verkort en omgewerkt en naar den smaak van zijn tijd met klassieke namen getooid. Misschien ook heeft hij zijn historie aan eene andere, reeds verkorte bron ontleend. Het laatste schijnt aannemelijker wegens de vele en sterke afwijkingen die ons volksboek vertoont, en waarvan b.v. opmerkelijk is het begroeien van Sievreedts schouders met horens na het wasschen met het water uit de rivier, waarmede echter overeenstemmen de houtsneden in het Duitsche volksboek die Siegfried met horens afbeelden, in strijd met den tekst volgens welken hij (evenals in het oude lied) door het bestrijken met drakenvet een hoornen huid heeft verkregen. Opmerkelijk is ook dat ons volksboek Sievreedt niet meer als koningszoon voorstelt, maar alleen als smidsknecht, zoodat hij dan ook met een hamer, en niet met het zwaard, zijne heldendaden verricht.
Wellicht blijkt later dat de Historie van Gilias teruggaat op eene verkorte bewerking van het tweede der beide gedichten waaruit het lied van den ‘Hürnen Seyfrid’ is samengesteld en dat reeds in dit voorbeeld Siegfried met horens wordt voorgesteld.
Hoezeer dus vervormd, toch is het volksboek de aandacht waard omdat het samenhangt met de Nevelingen-sage.