De Gids. Jaargang 174(2011)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 567] [p. 567] Anton Korteweg Grande Randonnée Het dorstig hart Ploeterend door maar weer eens een uniek natuurgebied, de Audomarois dit keer, vol zeldzame vogels, bij uitstek gedijend op drassige gronden, wil ik je zacht in je oor fluisteren dat dit me nu typisch een waar paradijs lijkt voor de tapuit. Maar ik sukkel te ver achter je en je schreeuwt zoiets iemand niet toe. Enfin, dan straks maar, als het dorstig hart vermoeid van 't gaan wat uit mag rusten en ik het vergeten ben. [pagina 568] [p. 568] Goed moe Gelukkig schieten, als ik maar goed moe ben en me alleen maar één twee drie vier tellend, tong op de schoenen, nog weet voort te slepen, verschoten liedjes door mijn hoofd, zoals ik sta op wacht, zonder broek, zonder hemd, der sterren pracht is bij Hem nacht, Brigitte Bardot die ze niet zo maar zo heeft, en de blauwe lucht en 't zwerk verkondigen Zijn werk. Die hebben helemaal met niets te maken maar helpen mij wel zodanig vooruit dat de afstand tussen ons groeit en je beroepbaar blijft. [pagina 569] [p. 569] Folie à deux Word je van alle korenvelden horendol, komen de zonnebloemen je de strot uit en gaan kamille, wederik en robertskruid, weegbree en zilverschoon je tegenstaan, maar wil je toch bij thuiskomst kunnen zeggen dat je ontzettend veel plezier gehad hebt, verwissel dan 't begin van lettergrepen en woorden, en zing consequent de lof van roudweuzen en halen booi, miegende vlieren, zwermen meggehussen, muifkezen, woolkitjes en bijsterlessen, van vorentalkjes die hun schooi verpralken, en prijs het scheten wat de Schot ons paft. Als je dat doet, blijkt achteraf dat je enorm hebt moeten lachen en dus een vachtige prakantie had. Vorige Volgende