meer ontsnappen. Juf Marije schoof haar stoel aan en legde haar benen over elkaar. Mijn eigen benen zaten raar gevouwen. Ik zag nog hoe haar voet mijn knie raakte, veerde omhoog en het bloed in mijn benen stroomde opeens weer vrijuit. Ik juichte zonder geluid te maken. Grijs linoleum flitste voorbij. Ik schokte toen de juf haar stoel achteruitschoof. Het volgende moment zweefde ik door de lucht. Twee vingers hielden me vast. Niemand keek op uit zijn schrijfschrift. Het klaslokaal draaide om me heen. Twee getuite lippen doemden op en een spiegel kwam dichterbij. Ik zweefde boven de lippen van de juf, boven onzichtbaar dunne haartjes. Dezelfde lucht streek langs haar lippen en langs mij. Dit mocht een eeuwigheid duren, misschien duurde dit wel een eeuwigheid. Ze drukte me tegen zich aan en een fonkelend rood laagje verscheen.
Ik kwam overeind in een leeg klaslokaal. Kleine pauze. Ik rekte mijn armen en benen uit als was het voor het eerst. Ik legde het etui van de juf netjes en liep naar mijn tafeltje met opengevouwen schrift. De juf had met zwierige letters bij mijn schrijfopgaven genoteerd: ‘Goed gedaan, jochie, ik ben trots op je’
Acht woorden.
Ik vroeg me nooit af waarom ik op school terecht was gekomen. Zolang je het je niet afvraagt is het prima. Pas toen ik de school had afgemaakt hoorde ik van de mogelijkheid om helemaal nooit naar school te gaan. Wat ik me ook pas jaren nadien afvroeg was of het voorval met de juf echt gebeurd was of verzonnen. Ik overtuigde mezelf ervan dat het gedroomd moest zijn. Ik verdiepte me steeds verder in de dingen. Mand met knuffelberen van de buren, haarborstel op een nachtkastje, lieveheersbeestje in de woonkamer, pony's in de wei, maar ook pennenbakken, pepermuntdoosjes, rekenmachines, boekentassen en oorbellen. Dingen herinner ik me nu eenmaal makkelijker dan mensen. Ik keek naar de lege bankjes bij de ingang van de collegezaal, een mobieltje dat een broekzak in glijdt, ik knikte naar de barkrukken in het café. Sommige dingen vragen om uitgebreide aandacht, je weet alleen van tevoren niet welke. Op het eerste gezicht zie je alleen ordners, laptops, muismatten, mantelpakken, lamellen, halogeenspots, flip-over, opgeblazen wereldbol en een perzik.
Aan de vergadertafel waren de anderen te gepreoccupeerd met wat er besproken werd om de perzik te zien die je voor je mond hield. Wist je zelf wat er zich afspeelde? Deden de anderen of ze het niet zagen? Ik liet immers ook niets blijken. Maar de meesten keken nauwelijks om zich heen.
Het leek of je een geheim deelde met de perzik. Wie moeite deed,