lucas hüsgen (1960) is schrijver, dichter, vertaler. Meest recente publicaties: Plooierijen van geschik (roman, 2007), Wat een romantische droom (essays, 2007), Vederbeds Lumière (poëzie, 2009), Lees dat en herlees dat. Een keuze uit het beschouwend werk van Rein Bloem (bloemlezing met inleiding, 2011).
hester knibbe (1946) is dichter. Zij debuteerde in 1982 met Tussen gebaren en woorden. Nadien verschenen er nog diverse andere bundels, waarvan Zwerfmotief (2006) en Bedrieglijke dagen (2008) de laatste twee zijn. Haar werk is bekroond met de Herman Gorterprijs, de Anna Blamanprijs en de Adriaan Roland Holstprijs.
antoine de kom (1956) is werkzaam als forensisch psychiater en publiceerde meerdere poëziebundels, waarvan De lieve geur van zijn of haar (2008) de recentste is.
anton korteweg (1944) is dichter en neerlandicus, en was van 1979 tot 2009 hoofdconservator en later directeur van het Letterkundig Museum in Den Haag. Hij debuteerde als dichter in Tirade, in 1968, en publiceerde sindsdien vijftien dichtbundels, waarvan Ouderen zijn het gelukkigst (2009) de laatstverschenen is.
onno kosters (1962) publiceerde proza, poëzie, essays, en vertalingen van onder anderen Simon Armitage, Samuel Beckett, Weldon Kees en Wallace Stevens. Hij promoveerde in 1999 op Het rusteloze einde in het verhalend proza van James Joyce. De dichtbundel Callahan en andere gedaanten verscheen in 2004, en in 2007 verscheen de bundel De grote verdwijntruc. Zie: www.doelverdediger.nl.
marc kregting (1965) schreef tien boeken, waarvan Zoem! Evoluties (2009) het recentste is. Weblog: http://dehoningpot.blogspot.com.
delphine lecompte (1978) kreeg voor haar debuutbundel De dieren in mij de C. Buddingh'-prijs 2010 toegekend.
erik lindner (1968) is dichter en redacteur van De Revisor, en recenseert poëzie voor o.a. De Groene Amsterdammer. Zie ook www.eriklindner.nl.
k. michel (1958) studeerde filosofie en publiceerde vier dichtbundels en twee prozaverzamelingen. Hij vertaalde ook poëzie van o.a. Octavio Paz en Michael Ondaatje. Zijn meest recente publicatie, Bij eb is je eiland groter (2010), werd bekroond met de Awater Poëzieprijs.
thomas möhlmann (1975) debuteerde met De vloeibare jongen (Prometheus, 2005), genomineerd voor de C. Buddingh'-prijs en bekroond met de Lucy B. & C.W. van der Hoogtprijs. In 2009 verscheen zijn tweede bundel, Kranen open, gekozen als Aanbeveling van de Poëzieclub voor najaar 2009 en genomineerd voor de Jo Peters PoëziePrijs 2010.
tim parks (1954), romancier, essayist en vertaler, studeerde in Cambridge en Harvard en verhuisde in 1981 naar Italië waar hij sindsdien woont. Hij vertaalde werk van Calasso, Calvino, Moravia en Machiavelli, publiceerde de studie Translating Style (1997) en doceert vertalen aan de IULM universiteit van Milaan. Als essayist schrijft hij regelmatig bijdragen aan The New York Review of Books en The London Review of Books. Hij beschouwt Europa (1997), Destiny (1999) en Cleaver (2006) als zijn belangrijkste romans. Teach Us to Sit Still (2010) is zijn meest recente boek. Zie www.timparks.com.
hagar peeters (1972) publiceerde onlangs haar vierde dichtbundel, Wasdom, waarvan binnen een maand tweeduizend exemplaren werden verkocht. Zij ontving voor haar gedichten de J.C. Bloemprijs, de Jo Peters PoëziePrijs en de Nationale Gedichtendagprijs.
bruno post (1959) studeerde sociologie en antropologie. Hij debuteerde in 2005 met Lof der onzin.
victor schiferli (1967) was in het verleden werkzaam als beleidsmedewerker van het Nederlands Literair Productie- en Vertalingenfonds en als redacteur bij De Bezige Bij, tegenwoordig is hij freelance schrijver/journalist. Hij debuteerde in 2000 als dichter met Aan een open raam (nominatie C. Buddingh'-prijs). In 2005 kwam Verdwenen obers uit en in 2008 Toespraak in een struik (nominatie Hugues C. Pernathprijs). Hij is poëziecriticus voor Het Parool.
rob schouten (1954) debuteerde in 1978 met Gedichten i, waarna hij nog een tiental bundels uitbracht (de meest recente is Spijsamen uit 2007), en daarnaast een verhalenbundel, een roman en enige essaybundels. Hij is columnist en criticus bij Trouw en bespreekt poëzie voor Vrij Nederland. Voor zijn bundel Infauste dienstprognose ontving hij de Herman Gorterprijs.
ilse starkenburg (1963) debuteerde in 1987 met vier gedichten in het tijdschrift Maatstaf. Sindsdien verschenen bij De Arbeiderspers vier dichtbundels, waarvan Gekraakt klooster (2007) de laatstverschenen is.
willem van toorn (1935) publiceerde een groot aantal romans, gedichten-, verhalen- en essaybundels. De meest recente zijn De geur van gedroogde appels (verhalen, 2010), De hofreis (gedichten, 2009) en Het grote landschapsboek (2011). Hij vertaalde o.a. poëzie van Cesare Pavese en Franco Loi en proza van John Updike, E.L. Doctorow, Klaus Mann, Stefan Zweig en (samen met Gerda Meijerink) Franz Kafka.
han van der vegt (1961) is dichter en vertaler. In 2010 verscheen van zijn hand de bundel De zeilen van de aarde. Zie ook www.hanvandervegt.com.