Laurens van Krevelen
In memoriam Harry Mulisch, formateur van De Gids
Meer nog dan een gezichtsbepalende redacteur van De Gids gedurende meer dan 25 jaar is Harry Mulisch (1927-2010) de meest invloedrijke ‘formateur’ geworden, die de richting van het tijdschrift heeft aangegeven. Op de uitnodiging om toe te treden tot de redactie antwoordde Mulisch met een programmatisch memorandum, gedateerd 12 december 1964. Daarin deed hij ingrijpende voorstellen voor de redactionele inhoud en de vormgeving. De inhoud moest aansluiten bij ‘de revolutie waarin de samenleving zich op het ogenblik bevindt’, schreef hij, dus met meer aandacht voor politiek en essay, en met minder ruimte voor poëzie en verhalen (maar die wel ‘met meer kracht’). De vormgeving moest geënt worden op buitenlandse bladen als Encounter en Der Monat, en op het omslag diende de oud-Hollandse sierletter G van de eerste jaargangen weer te verschijnen om de ijzersterke Gids-traditie te benadrukken. In elk nummer zou een ‘Gids-fossiel’ dienen te worden geplaatst, een opvallend citaat uit De Gids van 125 jaar geleden.
Na heftige discussies met de toenmalige redactie werden alle voorstellen van Mulisch overgenomen, en de redactie werd vervolgens ingrijpend vernieuwd. Hij werd als vanzelf de onbetwiste ‘leider’ binnen de Gids-redactie. Hij zette de toon en gaf de kwalitatieve maatstaf aan. ‘De Gids is het Rijksmuseum onder de tijdschriften, en dat moet zo blijven,’ hield hij zijn mederedacteuren voor. Hij selecteerde vele jaren de Gids-fossielen, hij bedacht de reeks ‘Apophthegmata’, korte polemische kanttekeningen over politiek en cultuur, die werden geschreven door de redacteuren. Ook stelde hij eens de oprichting van een vrije ‘Gids-Universiteit’ voor, naar het voorbeeld van de geleerde en literaire genootschappen van de Verlichting, maar toen elders de Vereniging van O K & W ontstond, liet hij dat plan vallen.
In 1982 veroorzaakte Mulisch opnieuw een totale herschikking van de redactie, nadat hij benoemd was tot ‘formateur’ van de redactie; kwade tongen spraken over ‘de tweede coup van Mulisch’. In 1990 legde hij zijn redacteurschap na ruim een kwarteeuw neer, maar hij bleef