| |
| |
| |
Leo Vroman
De spijsvertedering
I. Inleiding
Is die titel werkelijk een grap?
Al mijn grappen zijn ernstig bedoeld.
Ditmaal hoort bij elke hap
een soort lijfelijke liefde gevoeld,
want liefde is niet alleen
of minstens in de keuken.
Als ik bok choy aan repen snijd
het moment: nu kan het niet meer,
voelen: dit is het ogenblik
dit is het eind van mijn leven
Of toch nog levend in een sla
dan is daar het vinnig tand op tand
doodbijten van de stukjes plant
en het wrede inslikken daarna.
Ik ben verliefd op levende dieren
en kan van vliegen en mieren genieten
zoveel als van geiten, ganzen en gieren
en garnalen met al die pootjes en sprieten,
| |
| |
zo schattig, en in kokend water gesmeten
en dan gepeld, zo heerlijk om op te eten,
zoals een grootmoeder, een klein mollig wicht
‘Ik eet jou op,’ en het kind luistert
en grinnikt, met de oogjes dicht.
Dit, mevrouw? En zeg het maar,
Daar draait het zoenen ook op uit:
het samen lekker verzadigen met
en daaronder een teugje vet?
Argeloos eten wij zo voort,
heerlijk wankelende, want
altijd en eeuwig op de rand
tussen lustliefde en lustmoord.
| |
| |
| |
II. Eten
elkaar ontmoeten en sluiten
rondom zeg maar een stukje kip
en het komt niet meer naar buiten.
in die hete weke mondgrot
wat een kabaal daarbinnen!
moleculen immunoglobuline A
zich bepaalde bacteriën ja
zeg maar herinneren, en doodzoenen.
En dan, na drie of vier ogenblikken
begint het onomkeerbaar slikken.
Het vrij grondig uitgeklede
hapje verlaat zijn verleden
en vanuit het bekwijlde begin
glipt het de toekomst in.
| |
| |
| |
III. De maag
want solide voedsel is iets
Hij klutst gewoon en verteert.
Maar hoe verteer je proteïnen
Dat zit zo: bepaalde cellen
een slapend enzym: pepsinogeen,
(door heel andere cellen geproduceerd)
en dat maakt pepsinogeen tot actief
Zo kan er niets verkeerd.
| |
| |
| |
IV. De dunne darm en zo
Die maag doet nog veel meer,
en de dunne darm wat toch
en god, daar is die pancreas nog.
Maar wat ben ik hier aan het schrijven,
| |
| |
| |
V. De dikke darm
De dikke darm vormt een lijst
hetgeen vermoedelijk bewijst
Hoe lief de dikke zacht schommelt,
het water uit de eetpap zuigt
en dat doorgeeft aan het bloed,
dat het goed is, indommelt.
Maar intussen leven en werken
in die darm vele tientallen
waar wij in de meeste gevallen
En zo wordt de voedselsoep
| |
| |
| |
VI. De endeldarm en haar einde
Waarom wordt er zo veel gedicht
over het hart, de penis, de vagina,
en desnoods over het hierna-
maals en het eeuwige licht,
maar niet over het schattige gat
diep tussen die prachtige
billen verborgen, die krachtige
sluitspier - waarom is dat?
Als mijn eigen rectum is gevuld
en ik dat nogal lekker merk
dan gluur ik naar ieders achterwerk
en vraag mij af of dat ook al
zo nodig als het mijne moet
Je vindt dit misschien vervelend, maar
zitvlak... hoe kwetsbaar,
dat ik het dreig te haten
deze wereld te moeten verlaten.
En dit is toch iets om te weten:
dat van de massa die je ontgaat
maar zo'n veertig percent bestaat
uit overschot van je eten
en bacteriën vormen de rest,
dat is ruim twee maal tien tot de elfde
diertjes per gram gedroogd product.
Deed je die wezentjes achter elkaar
| |
| |
als dat ooit zou zijn gelukt
dan vormden ze een zo lange draad
omtrek van de aarde gaat.
dat je bips dat niet doet.
En nu: het einde laat zich voelen.
Je mag je met dit vers terdege
(als ik er niet bij ben) afvegen
| |
| |
| |
VII. Het einde
Sla nu een kruis of brand een kaars
voor die kleine zieke horde
van door religie gek geworden
een groter en mooier slot
dan het eind van ons darmkanaal.
Want als ik denk aan de som
der menselijke ingewanden
denk ik dan aan mijn buik, neen,
ik denk aan de stervende slierten van de
elfde september, tweeduizendeen.
Wat baten gesnotter en tranen?
Er zijn geen tranen genoeg
voor de darmen, de organen
in de stewardess die nog versloeg:
en in 1 klap werd versmolten met
smeltende vliegtuigwanden.
| |
| |
tweehonderdtwintig pagina's
zo snel als de torens zijn ingezakt,
honderdtien scènes van elk 1 seconde
en nooit meer teruggevonden.
om een hoek die reusachtige
|
|