Waarom ga je bij me weg?
Omdat ik je saai vind. Omdat ik een ander heb. Omdat ik een gezin wil en jij niet. Omdat ik je niet meer aantrekkelijk vind. Omdat ik vind dat je nooit naar me luistert en altijd zeurt, hoewel dat strikt genomen natuurlijk helemaal niet waar is. Omdat ik homo ben. Omdat ik nog maar drie maanden te leven heb en ik als een kat een rustig plekje opzoek om helemaal alleen dood te gaan. Omdat ik niet goed genoeg voor je ben.
Ik begrijp het.
Het spijt me.
Blijf je altijd van me houden, Dickie?
Nee, jij blijft altijd van mij houden, Juni.
Zie ik je nog een keer?
Nee, nooit meer.
Als Juni de ring terugschuift om haar vinger, is het niet de Voor Altijd Dickie maar de Het Is Altijd Juni. Haar eigen trouwring rolt ze in het balletje groene sokken. De polonaise van Dickie-spullen - de sokken, sokken, flosdraad, stick, boek, boek, boek, boek, pen, handschoenen, shampoo, foto, cd - gaan in een kunststof opbergdoos die ze bij de deur zet. (De doos gaat a) met het vuil mee, wordt b) opgeborgen op zolder of c) in de garage of d) alle spulletjes gaan terug op hun plek, alsof de gedachte aan Dickie nog een paar nachtjes blijft slapen.)
Juuntje, Tessa hier.
Tes, hai.
Is die man van je al eens komen opdagen?
Hij kwam, hij ging, ik zit weer alleen. He-le-maal vergeten om je belletje door te geven.
Hè, wat jammer nou. Staat z'n gsm ook nog eens uit. En op mijn smeekmails geen respons. Ben jij nou met die slapjanus getrouwd?
Ik ben met die slapjanus getrouwd.
Gaat-ie wel een beetje, Juun? Je klinkt pips.
Niks aan de hand, lieverd, gewoon een beetje moe.
Je bent zwanger.
Ik ben niet zwanger.
Je bent zwanger.
Ik ben niet zwanger.
Waarom ben je nou niet zwanger?
Waarom moet ik zwanger zijn?
Lieverd, ik gun je alle wijsheid, alle liefde, alle succes en verrukkelijke seks maar boven alles gun ik je de eindeloze voldoening van het moederschap.