ziet u plotsklaps de ware liefde (2009). In 2006 verscheen een boek over zijn beeldend werk: Wim zonder titel door Ernst Jan Rozendaal en Jan van Damme.
tjitske jansen (1971) schrijft poëzie en theaterteksten. Haar debuut Het moest maar eens gaan sneeuwen trok grote aandacht, en haar meest recente bundel, Koerikoeloem (2007), werd bekroond met de Anna Bijnsprijs 2009.
roland jooris (1936) is dichter en essayist en was tot 2005 conservator van het Roger Raveel Museum te Machelen-aan-de-Leie. In 1992 bundelde hij zijn verspreid verschenen opstellen over beeldende kunst onder de titel Geschilderd of geschreven. In 1997 kreeg hij de Jan Campertprijs voor zijn verzamelbundel Gedichten 1958-'78. Voor zijn bundel Gekras (2001) kreeg hij de driejaarlijkse Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie. Zijn bundel Als het dichtklapt (2005) werd genomineerd voor de vsb Poëzieprijs.
hester knibbe (1946) is dichter. Zij debuteerde in 1982 met Tussen gebaren en woorden. Nadien verschenen nog diverse andere bundels, waarvan Zwerfmotief (2006) en Bedrieglijke dagen (2008) de laatste twee zijn. Haar werk is bekroond met de Herman Gorterprijs, de Anna Blamanprijs en de Adriaan Roland Holstprijs.
frank koenegracht (1945) debuteerde in 1971 met de bundel Een gekke tweepersoonswesp. Daarop volgde nog een bescheiden aantal bundels en in 2003 de verzamelbundel Vroege sneeuw, die werk omvat uit meer dan dertig jaar. Tweemaal werd Koenegrachts oeuvre als geheel bekroond: met de Anna Blaman Prijs en met de Frans Erensprijs.
gerrit komrij (1944) is een gelauwerd dichter, schrijver, vertaler, bloemlezer, criticus, polemist en toneelschrijver. Hij was van 2000 tot 2004 de Dichter des Vaderlands. Zijn meest recente titels zijn Vila Pouca: kroniek van een dorp (2008) en Dansen op spijkers (2009, gedichten op muziek).
rutger kopland (1934) is dichter, schrijver en psychiater. Vertalingen van zijn werk verschenen in het Frans, Duits en Engels, en zijn oeuvre werd bekroond met verschillende grote prijzen waaronder de P.C. Hooftprijs en de vsb Poëzieprijs. In 2006 verschenen zijn Verzamelde gedichten, in 2008 zijn veertiende dichtbundel, Toen ik dit zag.
anton korteweg (1944) is dichter en neerlandicus, en was van 1979 tot 2009 hoofdconservator en later directeur van het Letterkundig Museum in Den Haag. Hij debuteerde als dichter in Tirade, in 1968, en publiceerde sindsdien vijftien dichtbundels, waarvan Ouderen zijn het gelukkigst (2009) de laatstverschenen is.
gerrit krol (1934), schrijver en dichter, studeerde wiskunde en debuteerde in 1961 met gedichten in literaire tijdschriften. Hij heeft inmiddels een groot aantal werken op zijn naam staan; naast verhalen en gedichten schreef hij ook recensies in NRC Handelsblad, columns in de Volkskrant en verzorgde hij vertalingen en bloemlezingen. Krol werd onder andere onderscheiden met de Constantijn Huygensprijs en de P.C. Hooftprijs. Zijn meest recente titels zijn: Duivelskermis (roman, 2007), De industrie geneest alle leed (verzamelde gedichten, 2009) en Verplaatste personen (verhalen, schilderijen Otto Krol).
wiel kusters (1947) was van 1983 tot 1994 redacteur van De Gids. Meest recente publicaties: Zielverstand (gedichten, 2007); Koolhaas' dieren. Over de biologie van een schrijver (2008); W.H. Auden: Nee, Plato, nee (vertalingen, samen met Benno Barnard en Huub Beurskens, 2009). Mei 2010 verschijnt Pierre Kemp. Een leven.
jan kuijper (1947) heeft zes bundels sonnetten geschreven; de laatste heet Toe-eigeningen. Zijn werk is bekroond met de Herman Gorterprijs en de Jan Campertprijs.
astrid lampe (1955) debuteerde in 1997 met Rib. Zij publiceerde vijf bundels. De sok weer aan (2000) en De memen van Lara (2002) werden beide genomineerd voor de vsb Poëzieprijs. Voor Spuit je ralkleur (2005) ontving ze de Ida Gerhardt Poëzieprijs en de Schrijversprijs der Brabantse Letteren. In 2008 verscheen Park Slope /K'nex studies.
joke van leeuwen (1952) is dichter, beeldend kunstenaar, podiumartiest en schrijver van kinderboeken. Haar werk is veelvuldig bekroond, onder meer met verschillende Zilveren en Gouden Griffels en de Theo Thijssenprijs. In 2008 en 2009 was zij stadsdichter van Antwerpen. Haar meest recente publicaties zijn Fladderen voor de vloed (2007, verzamelde gedichten), Een halve hond heel denken. Een boek over kijken (2008) en Alles nieuw (2008, een roman met beelden erin).
gwy mandelinck (1937) was gedurende achtentwintig jaar artistiek leider van de Poëziezomer in Watou, die hij in 1980 oprichtte. Hij publiceerde zes bundels, waarvan de meest recente Overval (1997) en Schemerzones (2009) zijn. Voor zijn werk ontving hij onder andere de Prijs van de Vlaamse Provincies en de Maurice Gilliamsprijs.
erik menkveld (1959) is dichter, prozaschrijver en redacteur. Recente publicaties: Prime Time (gedichten, 2005) en Met de meeste hoogachting (essays, 2006). Momenteel werkt hij aan de afronding van een roman over de vriendschap tussen de componisten Matthijs Vermeulen en Alphons Diepenbrock.
maaike meijer (1949) is neerlandica en literatuurwetenschapper. Zij publiceerde veel op het gebied van poëzietheorie, poëzie-interpretatie, genderstudies, ‘cultural studies’ en de relatie tussen cultuur en migratie. Meijer is hoogleraar genderstudies aan de Faculteit Cultuur- en Maatschappijwetenschappen van de Universiteit Maastricht. Eind 2010 verschijnt haar biografie van M. Vasalis.