De Gids. Jaargang 172(2009)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 219] [p. 219] Eelke van Es Oude Hond Zo staan de huizen er dus bij als honden overlijden. Wij noteren de dagelijkse gang van bloemen langs het gras, de bloemen rond de achtertuin van een oude hond. Waar ontvouwt zich een grijs plan, een regen die niet wordt verjaagd, een aanval van witte vredesduiven die bijna vleugellam het voer opvreten? Een maan waarop men alles ziet kraakt langs de rozen, legt de schommel het zwijgen op. De blaffende stilte stijgt ons naar de kop. [pagina 220] [p. 220] Hier Hier spreekt uw dode vader. Hij vocht voor uw grond en geld. Hij sloeg de vliegen van uw wieg. En nu bromt hij onder uw wezen als een weiland in de koude zon. Hier staat uw oude vader. Het blauwe haar opgestoken. De handen bar en uitgebloed. Zijn puntige oren zijn gespitst. Ze horen al niets meer, geven enkel nog blijk van ongenoegen. Zijn gouden stem slaat door het water, spat om alles heen wat nog te bedenken valt: regen, erfpacht en spaartegoeden. [pagina 221] [p. 221] Vroeger In haar bagage verteert een papegaai zijn zwijgvirus, de stem van haar vader. Hij was een slingerende drinkebroer, zijn boswachterhuid bruin gebrand. Hij kwam hoog uit de bomen gedenderd, zo de boeken ingerold om zijn kinderen de maat te nemen. Ze moesten versjes prevelen (‘brekebeen, slaap zacht’) en komen liggen aan zijn grauwende borst. Het waren de dagen van uitgesteld genoegen, de bijen werden opgewreven tot een duistere gloed, honing werd van humeuren geklaard en verspreid. Het bezoek werd genood met een oude melkbus, leunend in grove verf en zand. De deur stond enkel open voor de wind. Vorige Volgende