[Nummer 3-4]
Bij dit nummer
In tegenstelling tot wat een hooghartig en deloyaal NRC Handelsblad bij monde van Arnold Heumakers beweerde is de rol van literaire tijdschriften in Nederland niet uitgespeeld. Ze doen nog steeds wat ze al minstens een eeuw doen. Ze ontdekken jong talent, ze geven ruimte aan het stillere gedicht en het grotere essay, ze letten op de kwaliteit van ons taalgebruik. Dit alles kan van de zogeheten kwaliteitskranten niet gezegd worden. En dat ze dit doen bewijst een doorsnee nummer van De Gids.
De lezer treft in dit nummer een aantal jonge talenten. Merijn de Boer ('82) en Bertram Koeleman ('79) zijn allebei debutanten, Eelke van Es ('79) publiceerde al eens bij ons en Murat Kiliçarslan ('85) is een Spunk-jongen, maar piepjong zijn ze allemaal. En talent hebben ze. De drie subtiele vignetten van Kilçarslan hebben de concentratie van een kleine pirouette, ‘Haverkort de vlinder’ van Koeleman doet u de adem inhouden (wij allen zijn vlinders), en ‘Tragisch wonen’ van De Boer zal u confronteren met elke vorm van claustrofobie in uw omgeving (en in uzelf). Hetzelfde geldt voor de gedichten van Van Es, voor zijn tedere omgang met de vergankelijkheid, zijn pijnlijke confrontatie met het verleden.
En nu ik het toch over gedichten heb, waar trof u zo veel bittere humor en zo veel zilte weemoed aan als in de gedichten van Sepers en Tentije? Leest u van elk gedicht van Tentije de laatste strofe nog eens. Staat u nog overeind? En waar zag u recentelijk in Nederland gedichten van Yehuda Amichai, zo soeverein en zo soeverein ingeleid?
En, ik mag wel even doorgaan met me op de borst te slaan, want de kwaliteitskrant zal het niet doen, hoe bij de tijd zijn we niet, blijkens de even hilarische als prachtig geschreven bijdrage van Joost Pollmann aan Het zevende zintuig, ‘De cursor heeft het gedaan’, over de computeranimaties van Han Hoogerbrugge.
En actueel zijn we ook. Wie de recente als banvloek verpakte aanklacht van Jeroen Brouwers over de ontwaarding van het literaire schrijverschap in de Volkskrant las (Het Betoog, 21 maart), weet hoe