De Gids. Jaargang 171(2008)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 208] [p. 208] Ester Naomi Perquin Tijden, gebeurtenissen Er zal een stad zijn die ontwaakt en ongelovig, daardoor sterk vertraagd moet concluderen: de lampen zijn gesprongen, de lichten gaan niet aan. In het ooit van kilometers ver zichtbare hart kun je waden door het donker, men zal de kinderen het bed uit slepen - wakker worden, het is dag: nu is de stad te zien bij nacht. Er zal een man zijn die ontwaakt en tijdens het ontbijt ineens beseft: mijn roeping is voorbij, de sterke stem die ik als kind bezat is weg en wat van mij nog rest is louter aangepast verstand, draait overuren - dit zwijgen blijft duren, houdt niet op, er razen alle dagen leugens door mijn kop. Er zal een jongen zijn die ontwaakt, die niet om zijn moeder roept en geen cipier om water vraagt - zo droog is het land geworden dat hij ergens in het dorre zwart noteert; vandaag geen smeken meer om iets dat nooit verzachting bracht, morgen komt de regen weer en mag ik van de zolder af. Er zal een meisje zijn dat ontwaakt en dat haar moeder in de tuin ziet staan, de haren los, een bruidsjurk aan, in haar handen een boeket - dan opent ze het raam en zegt: zijn antwoord is ongetwijfeld ja, al is hij jaren weg - en zij zal niet meer kunnen slapen al blijft ze levenslang in bed. [pagina 209] [p. 209] Er zal een vrouw zijn die ontwaakt - in haar haast om te beginnen aan de dag werpt ze vissersnetten uit, vangt mossels, proeft wat de zee hap na hap heeft genomen - zo weet ze dat er iets aan land is teruggekomen van al die vaders, al die zonen. Er zal een dorp zijn dat ontwaakt en dat de mooiste dag op kromme schouders naar de hemel draagt om daar te laten zien hoe ver het is naar boven. Er zal altijd iemand zijn, misschien een slaperige gek, een nagebleven mens bereid om alles te geloven. Dit gedicht werd geschreven op verzoek van internationaal literatuurfestival Winternachten, voor het programma Profetieën. Vorige Volgende