De Gids. Jaargang 170
(2007)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 1157]
| |
[Nummer 12]Bij dit nummerRond de vorige eeuwswisseling, en ook wel daarvoor, stond in elke jaarang van De Gids een aantal ‘overzichten’ die de stand van zaken in en bepaald cultureel of politiek veld in kaart brachten: de Nederlandse letterkunde, het buitenland, het theater, et cetera. Wat aan deze artikelen vooral opvalt is hun beschouwelijkheid. Met een vanzelfsprekendheid die nu vreemd aandoet, doen ze vérstrekkende uitspraken over het functioneren van een heel domein (‘De stand der Nederlandse dichtkunst is als de bijna-stilstand van een meer’Ga naar voetnoot*). De houding die uit deze stukken spreekt is én heel kritisch én heel genuanceerd. De ‘overzichten en kronieken’, zoals het genre in latere Gidsen werd genoemd, suggereren een bereidheid en vermogen om algemene oordelen te vellen - een kunst waarvan wel gezegd wordt dat wij die vandaag de dag verleerd zouden zijn. Maar waarom zouden we die algemene diagnose aanvaarden? Het 170-jarig bestaan van De Gids leek ons een mooie gelegenheid om van dit geloof af te wijken, of te onderzoeken in hoeverre dat mogelijk is. Voor dit jubileumnummer hebben we daarom een aantal auteurs uitgenodigd om een diagnostisch getint stuk te schrijven over de huidige stand van zaken in bovengenoemde domeinen en een aantal andere die tot de biotoop van De Gids behoren. De wens om culturele en politieke werelden in hun geheel de maat te nemen lijkt in meerdere opzichten niet meer van deze tijd, zoals Piet Gerbrandy vaststelt in zijn bijdrage over de Nederlandse poëzie anno 2007. Hiervoor zijn allerlei redenen en oorzaken te noemen, zoals bijvoorbeeld het feit dat ons begrip van ‘de actualiteit’ sterk veranderd is. Dat lijkt nu vooral te verwijzen naar alles waar ‘live’ verslag van wordt gedaan, en pas in tweede instantie naar algemene ontwikkelingen en brede tendensen. De actualiteit neemt nu vooral de vorm aan van een geïmproviseerde uitwisseling tussen betrokkenen, deskundigen en presentatoren, die hun spontane reacties, en relatieve onwetendheid, met elkaar delen. En vanuit het perspectief van de livecommentator is er eigenlijk altijd ‘te veel tegelijk’ aan de hand om algemene conclusies te kunnen trekken. Er is continu aanleiding om te constateren dat ‘het nog te vroeg is om te kunnen zeggen dat...’ Gezien het primaat van livecommentaar, doen algemene reflecties op de stand van zaken haast per definitie gedateerd aan, al was het maar vanwege de tijd die het kost om ze te formuleren. Wie zich vandaag de dag aan deze vorm van oordelen waagt, ontkomt | |
[pagina 1158]
| |
bovendien moeilijk aan de pastiche: hij laadt de verdenking op zich dat hij zich de rol probeert aan te meten van de alziende intellectueel uit voorbije tijden. Er zijn dus redenen te over om te concluderen dat het niet langer in het tijdsbeeld past om in een tijdschrift algemene reflecties te publiceren op de stand van een cultureel of politiek veld in zijn geheel. Maar het is de vraag of deze conclusie nu echt zo onvermijdelijk is. Haar vanzelfsprekendheid hangt af van allerlei aannames over de manier waarop een mediacultuur bepaalde schrijf- en redeneerstijlen afdwingt, aannames die niet noodzakelijkerwijs geaccepteerd hoeven te worden. Het plezier, de wrange humor en de helderheid die spreken uit de overzichten in de oude Gidsen, maakten ons bijzonder nieuwsgierig naar hedendaagse varianten van dit genre. Naar ons idee boden ze meer dan voldoende aanleiding om auteurs uit te nodigen om zich door dit genre te laten inspireren tot het schrijven van een actueel overzicht. Aan de bestaande thema's van de overzichten: poëzie, proza, binnenland, buitenland en drama hebben we een aantal nieuwe toegevoegd, te weten natuurwetenschap, beeldende kunst, postkoloniale geschiedenis en levensbeschouwing. Dit enerzijds omdat duidelijk is dat de oude indeling de wereld en de kunsten niet meer goed dekt, en anderzijds omdat De Gids graag aandacht besteedt aan deze andere zaken. Voor elk van de onderwerpen hebben we een auteur uitgenodigd die beroepshalve bijzonder goed zicht heeft op het terrein in kwestie, en ook in meer algemene zin talent heeft voor de wijde blik. We zijn blij dat deze opzet een aantal geslaagde stukken heeft opgeleverd, die met succes tactieken aanwenden om hedendaagse culturele en politieke werelden, in al hun schrikbarende breedheid, te beoordelen. Hun gevarieerdheid bewijst dat ‘overzichten en kronieken’ inderdaad geen conventioneel genre meer genoemd kan worden. In zekere zin zijn de blikken die deze stukken op de betreffende gebieden werpen niet nauwer maar wijdser dan voorheen, omdat ze ook in staat blijken te reflecteren op het genre zelf en de gekozen invalshoek. Ter aanvulling en vermaak hebben we een aantal fragmenten uit de oude overzichten gekozen. Deze zogenoemde Gidsfossielen kunnen wellicht ter vergelijking dienen, maar we hopen vooral dat ze iets overbrengen van de smaak en de sfeer, de gedateerdheid natuurlijk, maar ook de intellectuele moed van deze tijdschriftartikelen van rond de vorige eeuwwisseling.
Namens de redactie, noortje marres en willem otterspeer |
|