gen onbevooroordeeld tegemoet te treden en leerlingen mogen rekenen op rechtvaardigheid.
Het Rosenthal-effect, zoals het werd genoemd naar de ontdekker ervan, veroorzaakte een schok in onderwijskringen, omdat de leraar keihard werd ontmaskerd als veel subjectiever dan hij zichzelf graag ziet, en bovendien als veel machtiger dan hij zelf denkt. Een leraar is iemand die leerlingen kan maken en breken, een boodschap die uitstekend spoorde met de anti-autoritaire jongerenrevolte van de jaren zestig. De ontdekking van het Rosenthal-effect kan als startsein worden beschouwd voor de ‘self respect’-beweging die in de jaren zeventig snel opkwam, niet alleen onder voorheen achtergestelde groepen, zoals vrouwen, etnische of andersoortige minderheden, maar ook in het onderwijs.
Uit de onmiskenbare kracht van de self-fulfilling prophecy (wetenschappelijk aangetoond) werd de consequentie getrokken dat de grondhouding van een leraar in zijn algemeenheid positief en prijzend moet zijn. Als alleen al het label ‘buitengewoon slim’ voldoende is om kinderen tot goede prestaties te brengen, dan moet een leraar dus alle kinderen gedurig prijzen en vertrouwen in hun kunnen demonstreren. Als een kind wordt geprezen, ontwikkelt het zelfrespect en als een kind zichzelf waardeert, zal het beter presteren. Ook in de wereldwijde zelfrespect-beweging klinkt een duidelijke echo door van Alfred Adler en zijn strijd tegen het minderwaardigheidscomplex.
Spijtig genoeg werkt het niet op die manier. De theorie dat complimenteren, zelfrespect en prestaties tegelijk met elkaar stijgen of dalen klopt eenvoudig niet. In tegenstelling tot de heersende opvatting leidt een hoge zelfwaardering niet tot een completer, ‘beter’ mens. Het leidt niet tot betere schoolprestaties of indrukwekkende carrières, ook niet tot minder alcohol- en drugsgebruik en met agressie en geweldpleging is de relatie zelfs tegengesteld aan de verwachtingen: hoe hoger de zelfwaardering, hoe agressiever en gewelddadiger de persoon. Desondanks werd in de jaren negentig door Amerikaanse onderzoekers onder jongeren ‘een crisis in het zelfrespect’ vastgesteld (het was te laag). Leraren werd aangeraden het rode potlood niet meer te hanteren (te pijnlijk voor het zelfrespect van kinderen) en voortdurend het positieve te benadrukken. Hier en daar schaften scholen competitieve spelletjes af om kinderen de pijn van het verliezen te besparen. 85 procent van de Amerikaanse ouders denkt dat het heel belangrijk is om hun kinderen regelmaat te vertellen dat ze 'slim en ‘geweldig’ zijn - dit om hun zelfrespect op peil te houden. Het zinnetje ‘You're great, I'm really proud of you!’ is voor Amerikaanse ouders de standaardmanier om hun kind te doordringen van hun onvoorwaardelijke liefde, aanmoediging en steun.