ik voor mijn huis. Geen sleutel. De gedachte dat ik de student aan wie ik een kamer verhuurde uit zijn bed kon bellen kwam niet in mij op. Wel het idee om over het huis heen te klimmen om zo via de achterdeur naar binnen te komen. Na op de uitpandige keuken geklommen te zijn, rees de gevel voor mij op als een verbod. Die sleutel had ik natuurlijk in mijn auto laten liggen. Welgemutst aanvaardde ik de terugweg.
Voor de meeste schrijvers was er geen weg terug. De dorstige muze heeft veel talent niet alleen in vlam gezet maar ook gedoofd. Wie de biografie van bijvoorbeeld Faulkner leest, met de daarin terugkerende vraag ‘God damn! Why do I do it?’, die afwisseling van briljante boeken en weken van vernietigende dronkenschap, ziet vooral een logica waarin de drank het van de boeken wint. Na Go Down, Moses heeft Faulkner weinig van belang meer geschreven. Lauren Bacall stelde hem de vraag ook: waarom? ‘Als ik een Martini drink,’ antwoordde Faulkner, een van de allergrootste schrijvers uit de wereldliteratuur, ‘voel ik me belangrijker, wijzer, groter. Als ik een tweede neem, voel ik dat in de overtreffende trap. Als ik er meer neem, is er geen houden meer aan.’
Omdat het nu allemaal een beetje moest opschieten, dacht ik te gaan joggen. Een laag muurtje dat het fietsen op wandelpaden moet verhinderen noopte mij tot een sprong. Die was te laag maar ik viel niet. Het was eerder zo dat het asfalt omhoog kwam. Als ik het wel heb is dit verschijnsel uitvoerig beschreven in Under the Vulcano. Zo kan men ook de snelheid van een pijl beter beschrijven door het parcours ervan om te draaien, dus eerst het treffen van de schijf, de afgelegde afstand, het verlaten van de boog. Dante wist dat al. Een beetje dronkenman weet dat. Het moet bij die gelegenheid geweest zijn dat ik mijn horloge verloor.
Ook dat verleent de drank met graagte, een ander tijdsbesef. Alleen het heerlijke nu geldt en verleden en toekomst worden verzaakt met de vrijgevigheid van de maecenas. Daarom zijn de monotheïstische religies mordicus tegen drank. Milton had in Paradise Lost van Bacchus een demon gemaakt, reden genoeg voor John Gay er via een parodie op de openingsregels de gek mee te steken. ‘Of Happiness Terrestrial, and the Source/ When human pleasures flow, sing Heavenly Muse/ Of sparkling juices, of th'enliv'ning Grape/ Whose quickning tast adds vigour to the Soul.’ Houseman is nog leuker: ‘And malt does more than Milton can/ To justify God's ways to man.’
Mijn auto bleek onvindbaar. Wel stond ik na een tijdje weer voor de flat van mijn vriendin, maar de behoefte om haar te zien was er niet groter op geworden. Wel de behoefte om die sleutel te vinden en waar-