De Gids. Jaargang 170(2007)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 46] [p. 46] Wouter Godijn Vragen aan KD Het veld is ontveld en flauw als een woordspeling. De vrouw is geen vrouw, alleen een verwijzing. Een spoor van punaises: de gangen zijn zo lang dat ze eindeloos lijken, de trappen ontkrachten zichzelf: omhoog gaat omlaag en omgekeerd. Waar heb je ze gevonden kd en waarom dit vervallen, labyrintische landhuis? Kijk, ik ben gaan zitten, mijn benen over elkaar, in deze met kunstleer overtrokken fauteuil. Op een dag vroeg ik hem - die fauteuil -: wat betekent diminuendo? Haalde hij zijn leuningen op. Grommelde iets binnensmonds over lineaire ontwikkeling. Een andere dag was hij weg. Geen briefje - niets. Zomaar verdwenen. En nu - ondanks dat tragische verlies - zie jij hoe ik hem bezit. Jazeker. Dat de reus eigenlijk je moeder is kd, heb je nu al een paar keer gezegd. Kun je er niet eens over ophouden? Stel je liever voor dat men je in een supermarkt een soort kettingschakel cadeau doet, waaraan een muntje is bevestigd, waarmee je een winkelkarretje kunt losmaken van de ketting waaraan het is vastgemaakt en dat je vervolgens, nadat je je sleutelbos uit je broekzak hebt gehaald om de schuurdeur te openen zodat je het konijnenvoer kunt bereiken vast blijft zitten aan het antivlieggordijn dat is opgehangen voor de deur van de bijkeuken omdat de kettingschakel uit regel veertien die je naderhand aan de sleutelbos uit regel achttien hebt bevestigd blijft haken aan het antivlieggordijn uit regel eenentwintig en dat je dit gordijn - voor goed en wel tot je doordringt wat er gebeurt - onherstelbaar hebt beschadigd. Als alles zich zo heeft voltrokken, kd, wat is dan de oorzaak - nee, de diepere zin van de gebeurtenissen? [pagina 47] [p. 47] En als een dergelijke zin ontbreekt, wanneer hebben zij - de gebeurtenissen - zich er dan van losgemaakt? Wanneer en waarom besloten ze om alleen verder te gaan? Jij gaat op weg naar het volk, kd, met passen zo groot dat je hoge heuvels met één pas achter je laat. In plaats van het volk strekt zich vooralsnog een groene vlakte voor je uit, waarboven, als een gedicht waarvan je je bijna niets herinnert, een fijne mist zweeft. Je voelt je plotseling gelukkig en je denkt: ik heb niemand om bij op bezoek te gaan. Ik ben erg eenzaam, denk je, terwijl vrouwen onophoudelijk hun bestaan met het jouwe vermengen, je laten klaarkomen, tekeningen van je maken en je te eten geven. En je leven heeft een grote invloed kd, op de geschiedenis van een volk, bestaande uit vele miljoenen, in een universum hier héél dichtbij. [pagina 48] [p. 48] Ontdaan Niets vermoedend voortschrijdend in wat je de onbepaald tegenwoordige tijd zou kunnen noemen al blijft er natuurlijk iets aan zo'n omschrijving hangen - een lichtelijk ontsteld, wit gefladder - wat doet denken aan een noodverband (ach, je legt nu eenmaal een plank over het water om verder te gaan als er niet beters beschikbaar is) stelde de dichter vast dat de bomen de seizoenen achter zich hadden gelaten herfst winter en hun ogenschijnlijk mildere spiegelbeelden: afgeschaft. Ook de dichtregels waarmee hij een en ander trachtte weer te geven hadden geen enkel effect. De bomen, ontdaan van elke betekenis, vervolgden ontboomd hun reis, de dichter bracht zich ertoe werd ertoe gebracht na te doen - mee te gaan? - liet zichzelf achter terwijl hij - De zon die zich in de tegenovergestelde richting voortbewoog, heeft zich erover ontfermd. Mensen hebben het gezien, zeggen ze, waarom zou ik het ze dan niet nazeggen? Groot en blond, zeiden ze, en het ging die kant uit. Het gleed over het gras en het scheen geen haast te hebben. Vorige Volgende