regeringen in Midden- en Oost-Europa die de werking van hun overheidsapparaat wilden verbeteren. Ook deze Fransman piekerde over de vraag hoe de Europese crisis opgelost zou kunnen worden.
‘Maar kijkt u eens naar beneden, naar de mensen op straat,’ zei ik. ‘Denkt u dat die zomerse wandelaars vinden dat Europa in crisis is?’
‘Nee,’ klonk het eenstemmig.
‘Maar dat is nu juist het probleem. Die mensen begrijpen de ernst van de situatie niet,’ zei de Duitse vrouw.
‘Je kunt beter zeggen dat de Europese regeringsleiders de ernst van de situatie niet begrijpen,’ provoceerde ik.
‘Bent u tegen Europa?’ vroeg de Duitser verrast.
‘Was u tegen de Europese grondwet?’ informeerde de Fransman.
‘U begrijpt mij niet,’ antwoordde ik. ‘Ik vind het niet verwonderlijk dat die mensen op straat niet met een crisisstemming wandelen. De Europese politici gedragen zich ook alsof er niet veel bijzonders aan de hand is. De afwijzing van de Europese grondwet bij referendums in Frankrijk en Nederland lijken zij meer te zien als het gevolg van gebrekkige public relations, dan dat zij denken dat er werkelijk iets niet in orde is.’
Het Duitse echtpaar keek met duidelijke weerzin naar mij. Maar toen de Fransman na een frisse slok champagne ook zei te begrijpen dat er voor de wandelaars op straat van een Europese crisis geen sprake is, liepen de Duitsers toch niet van het gesprek weg.
Het heeft mij verbaasd dat na de schokgolf die door het Franse en Nederlandse ‘nee’ tegen de Europese grondwet werd veroorzaakt, de wereld verder draaide alsof er niets aan de hand was. In Nederland was het debat over Europa net zo snel weer verdwenen als het kort voor het referendum was opgekomen. Jan Peter Balkenende zei dat er van een crisis geen sprake was. In een artikel dat hij overal in Europa op opiniepagina's van kranten liet publiceren, schreef hij dat de afwijzing van het Europese grondwettelijk verdrag ‘een koude douche’ was geweest. ‘Maar koude douches kunnen wel degelijk verfrissend werken en een nieuwe start inluiden,’ vond hij. Atzo Nicolaï, de staatssecretaris voor Europese Zaken, deed zijn best om een Brede Maatschappelijke Discussie over Europa aan te prijzen. Maar het leek er niet op dat dit debat meer zou gaan opleveren dan voor een kwart gevulde zaaltjes.
Jacques Chirac, die zich persoonlijk voor de aanvaarding van de Europese grondwet had ingezet, typeerde het ‘non’ van zijn kiezers niet als een persoonlijke politieke nederlaag, maar noemde het net als Balkenende een stimulans. In geen enkel Europees land werd over een Europese crisis gepraat. In Groot-Brittannië waren terrorisme en