Medewerkers aan dit nummer
svetlana aleksiëvitsj is historica. Zij heeft verscheidene ‘oral histories’ op haar naam staan. Tsjernobylskaja molitva. Chronika boedoesjtsjevo [‘Het gebed van Tsjernobyl. Kroniek van de toekomst’] is in 1997 in Moskou verschenen. Dit najaar verschijnt het boek in Nederlandse vertaling.
andré beening (1958) is gepromoveerd op een proefschrift over de Duitse buitenlandse politiek ten aanzien van Nederland in de periode 1890-1914 (Onder de vleugels van de adelaar, Amsterdam, 1994). Daarna werkte hij als freelance historicus voor universiteiten, archieven, onderzoeksinstellingen en schoolboekuitgeverijen. Hij schreef onder meer een monografie over de Nederlandse beeldvorming ten aanzien van Duitsland (Tussen bewondering en verguizing, Amsterdam, 2001) en - samen met Johan Joor - een boek over de geschiedenis van het hbo in Nederland (Van Leyster en Leeuwenburg, Amsterdam, 2001). Sinds kort werkt hij als archivaris voor het Nederlands Architectuurinstituut (NAi) in Rotterdam.
Ko Colijn studeerde politieke wetenschappen (internationale betrekkingen) te Leiden en promoveerde aldaar op Het Nederlandse wapenuitvoerbeleid 1963-1988 (Nijgh Educatief, 1989). Thans werkt hij als redacteur van Vrij Nederland (schrijvend sinds 1978) en docerend politicoloog aan de Erasmus Universiteit. Daarnaast is hij defensiedeskundige voor radio en tv (onder meer bij Met het oog op morgen, nos-Journaal, Radio 1, vrt Nieuwsradio) en afdelingsvoorzitter van het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken te Rotterdam.
joseph o. hirschfelder (1911-1990) was chemicus. Hij was een van de groepsleiders in Los Alamos. Zijn voornaamste prestatie was de ontwikkeling van een methode om het effect van de atoombom te voorspellen. Hij was de voornaamste fenomenoloog bij de atoombomproeven op Bikini in 1946. Hij was hoofdredacteur van The Effect of Atomic Weapons dat in 1949 verscheen.
marc holthof (1951) is cultuurredacteur bij de Belgische krant De Tijd. Hij is medeoprichter van het Antwerpse Filmmuseum en van het mediatijdschrift AS/Andere Sinema. Hij publiceerde onder meer De Digitale Badplaats - over media en cultuur (1995) en was coauteur van de bundel Populisme (2004).
masuji ibuse (1898-1993), gelauwerd Japans schrijver, is vooral bekend door zijn roman Zwarte regen (1966; Nederlandse vertaling 1988) dat de gevolgen van de atoombomaanval op Hiroshima beschrijft. ‘De late lis’ verscheen in Japan voor het eerst in 1951.
arjen mulder (1955) is essayist, vertaler. Hij publiceerde onder andere Het fotografisch genoegen (2000) en Levende systemen (2002). Zeer onlangs verscheen De vrouw voor wie Cesare Pavese zelfmoord pleegde.
omar muñoz cremers is socioloog en sciencefictionauteur. Als essayist gaat zijn interesse uit naar technologie, mythologie, muziek, film, mode en games. Hij woont en werkt in Amsterdam.
sybren polet (1924) publiceerde een groot aantal dichtbundels en prozawerken, naast essayistisch werk, etc., waaronder Gedichten (1998-1948), Mannekino en De hoge hoed der historie en recentelijk drie delen autobiografie, Een geschreven leven i, ii, iii.
maaike post is kunsthistorica en vertaalster. Ze publiceerde Boek voor de elektronische kunst (2000). Recente vertalingen zijn Esther Freud, Huis in zee (2003) en Caryl Phillips, Een verre kust (2004).
frans w. saris is natuurkundige en decaan van de faculteit der Wiskunde en Natuurwetenschappen aan de Universiteit Leiden. In samenwerking met Rob Visser bezorgde hij de bundel Trots en twijfel. Kopstukken uit de Nederlandse natuurwetenschap van de twintigste eeuw (2005).
k. schippers (Amsterdam, 1936), schrijver. Recente publicaties: De vliegende camera (verhalen en beschouwingen, 2003) en Waar was je nou (roman, 2005).