De Gids. Jaargang 168(2005)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 342] [p. 342] Leo Vroman Bijvoorbeeld deze drie 1. sint-kapotte van leerdam doolde langs de donkere straten. Tussen de stenen gaapten gaten waar een gele damp uit kwam. Achter verbasterende bochten staken uitgekookte huizen. In die huizen werd gevochten om het navlees van de luizen want men leefde van kritiek dat het nageslachtelijk leven ja de dood was overdreven en al het overige doodziek. Vliegjes vlogen in haar ogen, honden liepen haar voorbij. Voor vogeltjes die blindelings vlogen ging zij eventjes opzij. Sint-Kapotte was niet heilig, was alleen maar zo genoemd; zij was voor geen goden veilig en op geen beurzen na beroemd. Niemand onder haar grauwe jas wist in haar nare neteldoek, haar beige bra en bruine broek hoe godvergeten mooi ze was. [pagina 343] [p. 343] 2. sint-heelhui, ook al scheen de zon, leefde al even zwaar gekleed vanwege al dat mensenleed maar wist dat alles beter kon: oorlog middenin gestaakt, kinderen verkracht, vermoord, vergeten, toch weer heel gemaakt, en alles terug zoals het hoort, geloven zonder bijgeloven in alle mensen, alle beesten maar in de mensen toch het meeste en die voornamelijk van boven, de tederheid van elk verschil tussen het lage en het Hoge als tussen de oren of de ogen, de linker en de rechter bil, en de diep onzekere zin beschroomd verstopt daar tussenin. Maar wie had ooit van haar gehoord en wist hoe Godver... en zo voort. [pagina 344] [p. 344] 3. een echte heilige met baard, met kunstbaard en kartonnen staf klimt elk jaar even uit zijn graf. Hij bestijgt zijn witte paard, galoppeert over de daken en zijn zwartgeverfde Piet smijt bij volle maan of niet kleine maar graag dure zaken door de schoorstenen tot deugd van een welgestelde jeugd. Hoe heilig en hoe groot hij is! Onder zijn vergulde tabberd weet niemand hoe bedroefd, belabberd, en hoe volslagen dood hij is. Fort Worth, 9 februari 2005 Vorige Volgende