Medewerkers aan dit nummer
andré aciman (Egypte, 1951) werd geboren in Alexan - drië. De spanningen tussen Israël en Egypte noodzaakten het joodse gezin Aciman om halverwege de jaren zestig de wijk te nemen, eerst naar Europa, vervolgens naar de vs. Deze verbanning uit de wereld van zijn jeugd is het centrale thema van zijn werk. In 1994 verscheen Out of Egypt. A Memoir. ‘Op zoek naar blauw’ is afkomstig uit False Papers, een bundel ‘verhalen en beschouwingen over ballingschap en herinnering’, zoals de ondertitel luidt, die dit jaar in een Nederlandse vertaling verschijnt.
izzidden al-manasrah (Palestina, 1946) verliet zijn geboortestad Hebron om de islam en Arabische cultuur te bestuderen aan de universiteit van Caïro. Later studeerde hij Vergelijkende literatuurwetenschap. Hij is werkzaam geweest als redacteur van toonaangevende Palestijnse tijdschriften en doceerde in Algerije aan de universiteit. Hij heeft negen bundels poëzie op zijn naam staan.
maarten asscher (1957) is schrijver, dichter en Gids-redacteur. Zijn laatste publicaties zijn Dingenliefde en Nachtvraat, beide uit 2002.
ana luísa amaral (Portugal, 1956) werkt als docent Engelse letterkunde aan de universiteit van Porto en is gepromoveerd op een proefschrift over het werk van Emily Dickinson. In 1990 verscheen haar debuut en sindsdien volgden er nog vijf bundels. Opvallend aan haar poëzie is de wijze waarop ze bijbelse en mythologische stof verwerkt. Verder heeft ze kinderboeken geschreven en essays over contemporaine poëzie.
huub beurskens (1950) was redacteur van De Gids. Hij publiceerde onder andere Suikerpruimen gevolgd door Het lam (twee romans) en Zomer in Montalla. Zijn poëzie tot 1998 werd verzameld onder de titel Bange natuur. In 1999 zijn tegelijkertijd twee dichtbundels verschenen: Een hemd in de wind en Het korte pad. In 2000 verscheen zijn roman O mores!, in 2001 de bundel De school aan zee en in 2002 Duivenhart.
sjaak commandeur (1953) is vertaler Engels. Hij vertaalde werk van onder anderen Saul Bellow, John Berger, Joseph Brodsky, Raymond Carver, Edgar Doctorow, John Irving, Vladimir Nabokov en W.B. Yeats. In 1982 won hij samen met Rien Verhoef de Nijhoffprijs.
jalal el-hakmaoui (Marokko, 1957) werd geboren in Casablanca en staat bekend als een van de belangrijkste vertegenwoordigers van de jonge dichtersgeneratie van Marokko. Hij is mede-oprichter van het tijdschrift Israf en debuteerde in 1997.
chris honingh (1951) publiceerde in het laatste decennium van de vorige eeuw vijf dichtbundels, waarvan de laatste, Reis naar Vallentgod, in 2000 verscheen. Eind 2003 verschijnt de bundel Een hoed van panamastro. Hij houdt zich ook intensief bezig met fotografie.
malva flores (Mexico, 1961) is dichter, vertaler en uitgever. Ze schreef aanvankelijk verhalen, maar wijdde zich gaandeweg meer aan de poëzie. Flores schrijft niet louter ter vermaak, poëzie is ‘werk’ in haar ogen. Vorm en taal zijn voor haar de belangrijkste elementen van een gedicht. In 1999 ontving ze voor haar bundel Casa Nomáda de Premio Nacional de Poesías Aguascalientes.
piet gerbrandy (1958) is leraar klassieke talen in Groenlo. Zijn beschouwingen over de klassieken verschijnen in diverse bladen, maar vooral in De Groene Amsterdammer. Tevens schrijft hij poëziekritieken voor de Volkskrant. Eerder verschenen de poëziebundels Weloverwogen en onopgemerkt (1996), Nors en zonder haten (1999) en De zwijgende man is niet bitter (2001). In 2001 verscheen ook zijn vertaling van Quintilianus De opleiding tot redenaar.
boris maruna (Kroatië, 1940) heeft het grootste deel van zijn leven in het buitenland doorgebracht. Zijn gedichten zijn direct en het tegendeel van sentimenteel. Met harde beelden weet Maruna een schokeffect bij de lezer teweeg te brengen. Zijn messcherpe observaties gaan gepaard met een rauwe humor.