en hield altijd een kamer vrij voor haar komende en gaande broer. Na zijn dood trof men daar een chaotische verzameling onderdelen aan voor elektrische apparaten. Batterijen, spoelen, weerstanden, microfoons, radiobuizen en vele telefoons in staat van demontage. Diana beweerde, zonder een geschreven testament te kunnen overleggen, dat haar broer zijn gehele aardse bezit wilde nalaten aan Gertrude Stein, die hij beschouwde als geestverwant: ‘Stein and me are both twentieth century literary geniuses, but our tragedy is we misunderstand ourselves.’ Omdat er geen manuscripten werden gevonden besloot men Diana's bewering te negeren.
Hoe weet ik dat de man op de foto Achilles Spartacus Davis is en dat hij het auteurschap van de opname deelt met Mugnier? In het stadsarchief van New Orleans bevinden zich de glasplaatnegatieven van de fotograaf. Daarbij zitten ook enkele papieren. Een ervan is een crèmekleurig vel van 21 bij 18,5 centimeter met daarop een potloodtekening van een kade met aangemeerde rivierschepen, een groepje mannen met hoeden op afstand, een glurende jongen met flaphoed, een olielamp en een beugelfles en een stapel gevulde jutezakken waartegen een rijzige zwarte sjouwer leunt. Zijn vuist staat in de zij, zijn ene been ligt opgetrokken op de bovenste zak. Hij kijkt vastberaden en souverein uit over het water van de rivier.
Aan de keerzijde van het papier staat, in een andere hand dan die van Mugnier, met inkt geschreven:
Plan For Photography. In Fact.
The day with the Watchmaker. Kind fool.
Refuse the Money. No offense. Nothing for sale.
A Trade. An Image for ever.
Unique me in eternal script of Electric Sun.
Light writes. Camera lies.
Nobody can read & whites deaf.
To decipher the sounds in city of men.
Secret: no darkness no light.
October 21 1892 from ASD to GFM. In Fact.
Het is een document dat de basis vormt voor de volgende gevolgtrekkingen. Ten eerste dat dit de enige bekende foto van de dichter Achilles Spartacus Davis is. Ten tweede dat hij in ruil voor zijn medewerking als model aan de foto van Mugnier eiste dat het beeld werd gemaakt in overeenstemming met zijn ontwerp. Ten derde, dat Mugnier hiermee akkoord ging maar de identiteit van de dichter en zijn mede-auteurschap van het beeld in latere jaren verzweeg.