Frans Saris
Commentaren van een Gids
Over Anton Constandse
Is het niet de nachtmerrie van elke tijdschriftredactie: je publiceert ontroerende gedichten, spannende verhalen en prachtige essays, maar dat we in oorlog zijn lees je nergens, dat we een ander land bombarderen hoor je niet, dat vluchtelingen met honderdduizenden over ons scherm trekken zie je niet? Hoe kan je, even afgezien van de nummering op het omslag, aan een jaargang van een literair tijdschrift zien in welk jaar het verschenen is? Spelling, taalgebruik, poëzie, verhalend en beschouwend proza, zij horen bij een periode, een cultuur, meestal niet bij een jaartal. Zo raakt een algemeen cultureel tijdschrift gedateerd, dat moet ook, maar niet op het jaartal nauwkeurig. Een literair tijdschrift moet niet proberen te concurreren met radio, krant, tv of Internet, maar literatuur die zich van het actuele nieuws niets aantrekt, is niet van deze tijd. Wil de lezer een tijdschrift waaraan je niet kan zien van welk jaar het is, waarin de dingen die gebeuren niet of pas veel later worden gesignaleerd en becommentarieerd?
Een tijdschrift dat hoogstens eens per maand verschijnt heeft een productietijd die zo lang is dat men er geen actuele zaken in zal vinden. Meestal is dat geen probleem, media genoeg immers, maar soms zijn er gebeurtenissen die zozeer de aandacht opeisen dat je ze ook of juist in De Gids becommentarieerd zou willen zien. Dat dacht onze redactie, in die verpolitiseerde jaren zestig, ook en zij heeft er iets op gevonden. Naast de ‘Kroniek van buitenlandse politiek’, die vanaf 1962 verzorgd werd door Anton Constandse, en de ‘Binnenlandse kroniek’ die Han Lammers vanaf 1963 voor zijn rekening nam, verschenen er ‘Gidscommentaren’ waarin redactieleden stelling namen over actuele politieke en maatschappelijke kwesties. Het waren korte notities, niet meer dan een paar honderd woorden, waarmee lege bladzijden in de drukproeven op het laatste moment werden gevuld. Ze zijn aangeduid met de klassieke G en vaak gesigneerd met de initialen van de redacteur.
Van alle redactieleden verzorgde Anton Constandse de meeste Gidscommentaren, tweeëntwintig in de periode 1966 tot 1971. Steeds gebruikte hij een actuele gebeurtenis om zijn ironische opinie te geven over: de oorlog in Vietnam, het christendom, het communisme, seksualiteit, Israël, Japan, Noord- en Zuid-Amerika, de meirevolutie in Parijs of de volkstelling in Nederland. Nu zouden wij het columns noemen. Ik las ze vaak al in de boekwinkel, waar ik losse nummers kocht.
Zo bezit ik de complete jaargang 1968, met de themanummers over Amerika en Cuba, met poëzie van Andreus, Bernlef, Den Brabander, Hillenius, Roland Holst, Buddingh, Nooteboom en twintig anderen, met verhalend proza van onder anderen Hamelink, Vroman, Geel, met toneelkritiek van Wilbert Bank, muziekkritiek van Louis Andriessen en Reinbert de Leeuw, filmkritiek van Hans Keller, kunstkritiek van Fuchs en politiek van Constandse en Lammers. Beroemdheden uit de jaren zestig zijn hier verenigd maar wat er in 1968 precies gebeurde vertellen hun artikelen niet, daarvoor moet je de Gidscommentaren lezen van ‘Co’.