spiegelt weer veel meer voor dan gezien de toegemeten ruimte ooit te verwezenlijken is. In ckv 3 komt dan de vakspecifieke theorie aan de orde. Maar die wordt weer níet centraal getoetst. Merk op dat onze voorbeeldleerling nog altijd geen enkele creatieve streep op papier heeft gezet. Van het totaal aantal ‘studielasturen’ (weer zo'n deprimerende term: een ‘last’ wil je zo gauw mogelijk kwijt, toch?) van ckv 2 en 3 heeft hij inmiddels tweederde verbruikt! (En dan laten we de uren ckv 1 nog maar buiten beschouwing...) Met wat er over blijft mag hij proberen ook nog eens zelf iets te produceren. Waarbij hij, hoe kan het anders, zijn producten ook nog eens theoretisch moet kunnen onderbouwen. Kiest hij voor beeldende vorming dan moet zijn werk bovendien twee disciplines (bijvoorbeeld vlak en ruimtelijk) omvatten! Alsof dat een pot nat is... De verhoudingen zijn volkomen zoek. Prioriteiten en volgorde zijn radicaal omgedraaid. Elke ervaren docent Tekenen weet dat het zo niet werkt, dat het precies andersom werkt en uit de aard der zaak ook zo hóórt te werken. Leerlingen hebben zijn vak altijd als examenvak gekozen vanuit hun plezier aan juist het letterlijk maken, vormgeven, doen. De kunstgeschiedenis en -beschouwing werd daarbij altijd op de koop toe genomen. Gaandeweg echter kon die theorie tot leven komen, juist doordat de mogelijkheden en problemen van het eigen werk zichtbaar begonnen te worden en antwoorden kregen in het werk van kunstenaars. In de tweede fase wordt het paard achter de wagen gespannen. Het lijkt er sterk op dat al deze plannen zijn bedacht door lieden die met een glas sherry in de hand op een vernissage over De Kunst staan te orakelen maar er niet over piekeren het risico te lopen vuile kleren en handen te krijgen in de werkplaats van zo'n kladderaar. Snobs dus. Maar
ongetwijfeld hebben ook andere factoren bijgedragen aan deze funeste ontwikkelingen. Bezuinigingsmaatregelen. Het afknijpen van andere vakken, zoals de talen en geschiedenis, die van oudsher een vanzelfsprekend deel van de culturele opvoeding in hun pakket hadden. Angst niet voor vol te worden aangezien als je er zelf geen burocratisch jargon en systeem op na zou houden. Het sluiten van compromissen tussen veel te veel belangengroeperingen. En in het beste geval een naïef utopisme, met de nadruk op het adjectief, want zo veel tegelijk willen in uiteindelijk minder tijd dan ooit draagt er slechts toe bij dat ckv uiteindelijk zal blijken te zijn wat het bij nader inzien nu al is: de excuustruus van het utiliteitsdenken in de nieuwe fase in het middelbare onderwijs.
HB
naschrift: Inmiddels heeft het ministerie vastgesteld dat ckv 2, 3 vanaf 1 augustus 2001 een verplicht kernvak is in het profiel Cultuur en Maatschappij.