in de lezer gefopt wordt maakt de grap nogal wrang. Het is exemplarisch voor het werk van Hermine Landvreugd, het is haar thema in het klein.
Waaruit bestaat de verwarring die de hoofdpersonen van deze verhalen teistert? Zoals veel personages in literaire fictie lopen deze dames niet over van dadendrang. Ze verlangen er niet naar iets te doen. Daar zijn mannen voor. Die willen tegenstanders bevechten, slimme (criminele) deals bedenken, een carrière als acrobaat of breeduit en ploerterig consumeren, wat ook nog een hele klus is.
De vrouwen in dit boek hebben geen agenda, geen plan. Maar erg hebberig zijn ze ook niet. Ze zijn niet van het soort dat mannen manipuleert om veel geld en aanzien te veroveren. Hun wensen zijn bescheiden. Ze waarderen modieuze merkkleding, dure zonnebrillen en gymnastieken om een platte buik te houden, maar daar houdt het mee op. Wat willen ze dan? Dat er van ze gehouden wordt, natuurlijk. Wie geen macht of geld wil en geen lol heeft om iets te ondernemen, heeft alleen nog de liefde. Hier begint de verwarring.
Van de romantische liefde (het verhaal van verliefdheid, die op de onthulling van de ware Jacob uitloopt en het begin markeert van een levenspad waarlangs trouw en ontrouw, werk en kinderen en het hand in hand genieten van de oude dag en de kleinkinderen in het verschiet liggen), van deze liefde hebben de hoofdpersonen van Landvreugds verhalen geen hoge pet op. Zeg maar gerust dat ze het bestaan ervan niet erkennen. Toch zijn verhoudingen met mannen en de kinderen die daar het product van zijn de zaken waar het leeuwendeel van hun aandacht naar toe gaat. Als ware liefde onmogelijk is, dan rest er alleen nog de veiligheid, de koestering en bescherming die mannen kunnen bieden. Maar ook al komen de vrouwen in deze verhalen verre van dom over, ze maken een fatale fout: de mannen die ze uitkiezen zijn misschien handig en hardhandig in het beschermen van hun vrouwtje, op het gebied van koestering, ja zelfs vriendschappelijke aandacht schieten ze volledig te kort. Ze zijn egoïstisch, ongeïnteresseerd, respectloos.
De vrouwen hebben daar een scherp oog voor. Maar hun verlangen om verlost te zijn van de noodzaak iets te willen in het leven is groter. Ze willen niets hebben, ze willen niets doen, ze willen niets willen. Ze willen er alleen zijn; maar dat kunnen ze niet op eigen houtje, daarvoor moeten ze bezeten, beschermd, gekoesterd worden. Al het laconieke en ingehouden proza ten spijt, dit is pure zelfdestructieve romantiek. Een soort meisjes-rock 'n roll, des te duidelijker daar de vrouwen geen waardering hebben voor de zachtere, intellectuelere mannen om hen heen. Zij hunkeren naar gespierde zwarte boksers, zelfverzekerde criminelen, naar Ronnie Brunswijk en zijn harem in de Surinaamse binnenlanden. Je gaat er bijna van denken dat ze ernaar verlangen zulke mannen te zijn.
Dat alle onverschilligheid, lompheid en regelrechte vernederingen zelfs de aan een zekere pijn verknochte vrouwen af en toe te veel worden is begrijpelijk. Dan spelen ze met het idee om hun langs de weg pissende man te laten staan en weg te rijden met de auto. Of ze fantaseren op hun donkerste momenten, zoals tijdens het gedwongen pijpen van een hond, dat ze het doen om niet te hoeven bestaan. Een helicoptervlucht wekt het verlangen verstrooid te worden in het oneindige blauw van de lucht, als as na een crematie. De met ufo's bedrukte boxershort van de coffeeshop-eigenaar roept het beeld op van een landende ufo, die de vrouw meeneemt in een zwart gat om nooit meer terug te keren.
Een ander voorbeeld van zo'n ontsnappingsfantasie laat de krampachtigheid van dit type rock 'n roll-romantiek zien. Het staat in het verhaal ‘Rotbeesten voor Hunter’. Daarin bezoekt een jonge deeltijd-moeder met vrienden het kunstdorp Watou in België, waar een tentoonstelling van Panamarenko te zien is. Deze kunstenaar maakt al dertig jaar fantasievliegmachines. Moderne kunst met een ge-