| |
| |
| |
[Nummer 1]
Dirk van Weelden
Alou's Mystory
/Intro/
Dit is een recente foto van mij, Alou, kort voor Alouette, Frans voor leeuwerik. Zeventien en een half jaar oud. 1,75 meter.
Het wordt lente en er dreigen alweer lawines. Met het snowboarden was het dus jammer genoeg weer even afgelopen. Mijn mentor en studiecel overtuigden me dat ik nu mijn mystory-project doe als afsluiting van het voorbereidend jaar, 2021-2022.
Mijn vader is David L., een Nederlander; bij hem woon ik weer, na mijn jaar Grenoble en Milaan. Oftewel: ik ben terug in Eindhoven, in de technovallei Brabant waar mijn vader en moeder elkaar ontmoetten en waar ik ben opgegroeid. Vroeger Strijp 1, maar al sinds mijn kindertijd StripeOne.
Mijn moeder is Margareth S., Chinese uit Boston. Van mijn vader heb ik lange benen en brede schouders; van haar dik zwart haar, Aziatische ogen en kleine handen. Ze werkt in Schotland maar is iedere avond een uurtje tele-aanwezig en iedere maand vier dagen hier in huis. Dan pikken we onze hobby op: brood bakken; Tibetaans brood, West-Afrikaans brood, Azteeks maisbrood, Italiaanse broodsoorten. Op het dak, in de tuin hebben we van bakstenen en klei ovens gebouwd. We proberen granen, gistsoorten en ovens uit. Met vrienden in Flagstaff, Arizona hebben we een brood-site opgezet.
Klik hier voor WorldBread.
| |
/Eerste herinnering/
StripeOne was in de tijd dat mijn ouders elkaar ontmoetten een gebied beheerst door techno-geeks, er gebeurden weirde dingen. Op de binnenplaats werden RobotWars gehouden, waarvan de finales live te volgen waren op het Net. Zo begon de roem van StripeOne op het Net: de schitterende site (multiple screens!) die niet alleen verslag deed van het RobotWars-toernooi, maar ook als eerste telematische besturing van de drie huisrobots aanbood. De meisjes en
| |
| |
jongens die dat opzetten waren trouwens de oprichters van MultipleScreen, een van de bekendste Europese Net-innovatiebedrijven.
Daar kwam bij: het StripeOne-toernooi introduceerde een nieuwe gewichtsklasse die alle voorgaande overtrof: de Gundam-klasse. Niet maximaal een paar honderd kilo zwaar, maar gebouwd op het frame van oude sportwagens. Als die elkaar te lijf gingen met bijlen, kettingzagen en pneumatische priemen was het of de hel was losgebroken.
Mijn eerste herinnering: dat ik op Davids arm in de vochtige warmte van een zomeravond op de parkeerplaats toekijk hoe twee auto's met armen en ogen brullend om elkaar heen draaien en elkaar tot puin slaan. De zwiepende schijnwerpers. De geur van het asfalt, de benzine, het verhitte staal; de jankende kettingzagen, de oranje vonkenregen en het gejuich van het publiek. Gelukkig won mijn favoriet: de witte, die was vormgegeven als het Tigerzord van de Power Rangers, het antieke speelgoed dat ik van mijn grootvader had gekregen.
Klik hier voor de oudste bladzijden van de RobotWar-site die ik kon vinden, uit het laatste jaar dat de Wars plaatsvonden. Uit de begintijd is veel verloren gegaan. In de Gundam-klasse werden later de dinosaurusachtige monsters populair, zoals in dit videofragment te zien is: een soort Godzilla op wielen tegen een genetisch gemanipuleerde superkrab op het onderstel van een oude Ford Stratus.
| |
/Stadsgeschiedenis/
StripeOne. In de academische leerstof noemen ze het een van de eerste succesvolle voorbeelden van negatief transurbanisme. Simpel gezegd: de theorie die beschrijft hoe je de ene stad in een ander soort stad kunt laten veranderen door strategisch gekozen stedelijke processen uit te schakelen, gebruik makend van de aantrekkingskracht van relatieve leegtes en de zelforganisatie van ongepland gedrag. Een bottom-upbenadering, die geduld en vindingrijkheid vereist, maar in Eindhoven wonderlijk goed heeft gewerkt. Het vormt met Karlsruhe en Glasgow de Lange Driehoek, centra van internationale techno-industrie, waar de toekomst van Europa in de maak is. Eindhoven is de laatste jaren een stad waar spraakmakende software vandaan komt; een bewijs dat het een cultureel centrum van internationale allure is geworden.
Klik hier voor andere voorbeelden van negatief transurbanisme in respectievelijk Detroit, Sint-Petersburg en het meest controversiële, nog volop lopende project: Calcutta.
| |
| |
Aan de rand van het centrum van de stad die Philips verliet, vlak voor de grote gedaanteverwisseling van het bedrijf, twintig jaar geleden, lag de enclave met bedrijfsgebouwen en kantoren uit verschillende decennia, ergens uit het midden van de vorige eeuw en zelfs daarvoor.
Klik hier voor oud fotomateriaal 1955-1989.
Vlak voor de eeuwwisseling stootte Philips het terrein grotendeels af en koos de gemeente deze enclave als kiem voor de internationale stedelijke zone die in westelijke richting aan het oude hart van Eindhoven is ontstaan. Daarvoor koos men een destijds nieuwe en ongehoorde strategie. StripeOne diende zich niet zo snel mogelijk te ontwikkelen tot een geïntegreerd onderdeel van de bestaande stad, maar in een zekere mate van afscherming een eigen, tragere ontwikkeling te volgen. Op de lange termijn werden afspraken met Philips gemaakt over beheer en exploitatie van StripeOne.
De aard van het terrein, de influx van studenten aan de gerenommeerde Technische Universiteit en de omwenteling bij Philips (van productiebedrijf naar virtual company, gericht op onderzoek en
| |
| |
productontwikkeling) waren voldoende reden om te vertrouwen op de zelforganisatie van de economische en sociale processen die zich geleidelijk afspeelden in de doelbewuste leegte van Strijp 1.
Een ideale biotoop voor jong, internationaal technisch talent, dat er zijn eigen leefwijze en bedrijfjes zou kunnen stichten. De wereld nestelde zich in een doelbewust in zichzelf gekeerde enclave en toen die ging bloeien, bloeide Eindhoven mee. Nu strekt zich de technovallei uit naar het westen, tot aan het vliegveld. Men zag destijds dat er van StripeOne een toekomst te verwachten viel die spoorde met de internationale ambities van de gemeente, die een Europese metropool voor ogen had. Meer toekomst in elk geval dan van de wezenloze provinciestad die Eindhoven dreigde te worden.
Klik hier voor de eerste ontwerpen voor StripeOne, een kleine brochure van het bureau OneArchitecture in opdracht van de commissie Stadsbeeld van de gemeente Eindhoven uit 1998. Titel: An experimental dystopia, a vision for the future development of Eindhoven.
| |
/Nostalgie-tje/
Toen ik een jaar of tien, elf was verschenen de eerste modereportages en videoclips, gemaakt in StripeOne. Ik heb ze allemaal bewaard en veel langer dan mijn vriendinnen heb ik rondgelopen in kleren die toen in de mode waren. De zandkleurige jurken en pakken, de symmetrische uitsparingen in de hier wijde, daar weer huidstrakke stof; ik voelde me er thuis in. Ik wilde ze hebben, ook omdat ik ze voor het eerst zag in de beelden van ons grote-autoplein, onze karakteristieke steltgebouwen, onze restaurants, onze reusachtige daktuinen en wereldberoemde speelhallen. Voor mij, als dweperig meisje van tien, was het alsof ze ook daar waren bedacht en gemaakt.
Gek genoeg waren het eerst Spaanse modebladen die kwamen, toen de Engelsen en Amerikanen, later de Fransen. De fotografen die we aan het werk zagen waren meestal Japanners of Duitsers. David zegt dat dat logisch is. Het heeft iets te maken met de ruïnes waarin de laatste oorlog in die landen eindigde, halverwege de vorige eeuw, en met de snel geplande en snel gebouwde steden waarin die fotografen opgroeiden. Zij zien het best de charme van rigoureuze stadsontwikkelingen, het verband met de eisen die het leven zou gaan stellen. Ze zijn niet bang voor lelijke gebouwen en hechten niet aan pittoreske voetgangerszones met nieuw gebouwde trapgevels.
Klik hier voor historisch modemateriaal en twee videoclips van
| |
| |
het goede oude DanceCollective, opgenomen in de eerste jaren dat StripeOne als hippe locatie werd ontdekt.
| |
/Mijn vader de pionier/
David was er vanaf het begin bij. Hij hoorde bij de eerste vijfenzestig studenten aan de TU aan wie de reusachtige ruimtes in de kantoorgebouwen ter beschikking werden gesteld. Je zou het nu niet zeggen als je hem ziet staan in de keuken in zijn parelgrijze maatpak, ijsblokjes tappend voor zijn longdrink, maar hij bewoonde en beheerde met een paar medestudenten in de begintijd een hele verdieping van een van de ontruimde kantoorgebouwen.
Klopgeesten noemde men de eerste bewoners, omdat ze zo schaars waren in de grote, deels verlichte gebouwen, en bij voorkeur 's nachts de handen uit de mouwen staken om de grote ruimtes naar hun hand te zetten.
Klik hier voor een recent portret van mijn vader.
David is een langzame, grote man. Op oude foto's en video's herken je hem aan zijn stijve, opgetrokken schouders en de vormeloze, ongekamde donkerblonde haardos. En zijn bril, hij draagt al tientallen jaren ditzelfde model bril: vierkant, groot, van zwarte kunststof. Met die gele glazen. Als kind had ik vaak de indruk dat hij bij het betreden van het huis moeite moest doen zich te herinneren wie ik ook alweer was. Maar gemeen of autoritair is hij nooit geweest. Ik heb vriendinnen gehad die bang voor hem waren. Dat komt door zijn ongekamde lange haar, dat grote lijf dat langzaam en stil door het huis beweegt. Hij zegt weinig en ziet er niet uit als de laser-ingenieur die hij is.
Toen StripeOne net gestart was werd hij herhaaldelijk aangezien voor een crimineel. Drie keer is hij opgepakt door de politie. Dat had alles te maken met de angst van de autoriteiten voor wat er in StripeOne gebeurde. Maar ook met David zelf. Hij droeg de allergrootste basketbalschoenen die er waren, een half afgezakte Docker-broek en drie sweatshirts met capuchons over elkaar. Een jas deed hij alleen aan als er een sneeuwstorm was. Werd het zomer, dan deed hij gewoon een paar sweatshirts uit. Alle soorten mode in baardjes, sikjes, snorren heeft hij uitgeprobeerd. Er zijn beelden uit die eerste tijd waarin David wat geld verdient bij het installeren van de duizenden bewakingscamera's die in bomen, straatverlichting en in de doorgangsruimtes werden aangebracht. Hij rijdt rond in een antieke legerjeep van daf. Je ziet piercings in zijn wenkbrauw en neus. Daar was ik altijd vrij trots op, toen ik zelf met piercings begon, jaren geleden. Pas twee jaar terug heeft hij ze uitgedaan.
| |
| |
Klik hier voor die video waarin mijn vader klust en melig doet met gereedschap.
Het is meteen begrijpelijk waarom David en zijn vrienden met argwaan bekeken werden. Ze kregen van Philips en de gemeente een enorme speeltuin en gedroegen zich overeenkomstig in StripeOne. De bewoners vonden het een heerlijke enclave waar ze met niemand rekening hoefden te houden bij het botvieren van hun hobby's en waar de omstandigheden om zich in hun studie en werk te kunnen ontplooien optimaal waren. Voor de Eindhovenaren gold StripeOne als een luguber en troosteloos gebied, gedomineerd door geparkeerde auto's en een zee van kil neonlicht. De politie beschouwde het als een risicozone. Ze begrepen niet wat er gebeurde en al evenmin iets van de mensen die er zaten. Nu is dat moeilijk voorstelbaar meer, StripeOne staat op de duurste grond van heel Brabant. Van een gebied dat men loved to hate, is het de trots van Brabant geworden.
| |
/De nacht/
Wat ik nogal miste in Grenoble en Milaan was de nacht. Daar zijn alleen disco's open tot de zon opgaat. In StripeOne was ik eraan gewend dat er weinig verschil in activiteit was tussen dag en nacht. Veel van de bedrijven en laboratoria bestonden dankzij intensieve Net-contacten met locaties in het Verre Oosten of de Verenigde Staten. De mensen die er werkten opereerden extreem individualistisch en bepaalden voor zichzelf of met een paar anderen hoe hun werk/rust-ritme was.
Het was nooit hectisch druk of levendig in StripeOne, alleen was het 's nachts ongeveer even druk als overdag. Het belangrijkste verschil tussen dag en nacht, vooral toen ik klein was, bestond in de bezetting van de parkeerplaats. Veel auto's overdag, bijna leeg 's nacht. Inmiddels is dat voorbij. Er staan altijd auto's.
Omdat er zoveel mensen 's nachts werkten en op waren bleven Kinko's, supermarkten en kledingzaken open. Hetzelfde gold voor het amusement: er was een concertzaal waar op een groot scherm live-concerten van over de hele wereld te zien waren, vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week.
Mijn tiende verjaardag vierden we in een zaal achter de beroemde Sushi-bar, de oudste in StripeOne, met een remote-karaoke samen met mijn moeders familie in Boston. Ik opende het feestje met het uitblazen van de kaarsjes op de taart, om drie uur 's nachts.
Tijdens de schoolvakanties werkten David en Margareth meestal door, net als de ouders van mijn vrienden. Omdat ze soms pas
| |
| |
thuiskwamen tegen vijf uur 's ochtends leefden wij dan ook 's nachts. Skaten onder de stelten van gebouwen, rondhangen bij de speelhal, hutten bouwen in de tuinen boven op de gebouwen, bij geleende bouwlampen. Zwerven over de verdiepingen die nog verbouwd werden. Het waren spannende avonturen. Wij voelden ons ook pioniers. Toen ik klein was waren er nog heel weinig kinderen. De meeste vrienden van mijn ouders kregen pas baby's toen ik al acht of negen was. Mensen die al kinderen hadden kwamen pas veel later, toen de studentenhuizen werden vervangen door bedrijfsruimten en de woon/werkplaatsen van de kleine technobedrijfjes, zoals dat van mijn moeder. Wij hadden het rijk alleen. Met een vertraging van een jaar of acht was StripeOne eerst voor technostudenten en toen voor kinderen een vrijplaats.
Steltdorp. Zo noemden de kinderen op school afkomstig uit andere delen van Eindhoven StripeOne. Vanwege de pilonen waarop de gebouwen rusten, na de sloop van de vertrekken op de begane
| |
| |
grond. Eindhoven is ooit ontstaan door het aan elkaar groeien van een aantal dorpen rondom de Philips-fabrieken. Op de basisschool werden we ermee gepest dat we uit Steltdorp kwamen. Vies, noemden ze ons, omdat we niet dezelfde frisgewassen H&M-uitstraling hadden als de anderen. Vies en zonderling. Men bestempelde ons als asociaal en arrogant tegelijk, de trash-elite, zoals een boze ouder het in de vergadering van de ouderraad noemde. Het kwam vooral omdat onze ouders eruitzagen als enigszins verwilderde techniekstudenten. De leerkrachten, die de Volkskrant spelden bij de koffie 's ochtends, maakten zich clichématige zorgen om ons: ze dachten dat wij verwaarloosd werden en onze tijd verdeelden tussen beeldschermen en het asfalt van de parkeerplaats waarop StripeOne gebouwd was. Dat we alleen maar chips en cola kregen.
Al die vooroordelen verdwenen snel toen de ouders van mijn klasgenoten cursussen gingen doen, banen vonden, hun kleding in onze unisex-store gingen kopen en wel eens uitgingen in StripeOne.
| |
/Het idee mij te verwekken/
Margareth arriveerde twee jaar na de start van StripeOne. Ze had in Boston natuurkunde gestudeerd, maar was toch in het effectenkantoor van haar vader gaan werken. Het vaderlijk gezag telde zwaar in de Chinese gemeenschap. Toen de oude baas plotseling overleed (ik heb hem een keer ontmoet, waarbij ik moeite had te geloven dat hij leefde, zo weinig bewoog hij) nam haar oudste broer het bedrijf over en was er vrij baan haar eigen weg te gaan. Haar interesse lag in de elektronica en ze kwam naar Eindhoven. Ze deed er post graduate seminars en ontmoette David. Hij overtuigde haar ervan ook in StripeOne te komen wonen. Ze deelden een reusachtige kantoorverdieping. Een jaar later kregen ze het idee mij te verwekken.
Dat had alles te maken met mijn vaders gokverslaving. Hij was een van de eerste vaste klanten in de Pachinco-hal, die een stel Japanse studenten uitbaatten in StripeOne. Niet veel later gokte hij in een achterzaaltje om grote bedragen. Het ging vreselijk slecht met hem, hij kreeg last van hyperventilatie en angstaanvallen nadat hij geld geleend had van mafiose types. Margareth leende geld van haar broer, betaalde zijn schulden af, zocht een therapeut en onderwierp hem aan een streng regime. Ze had ervaring genoeg met gokverslaving in haar familie. Onderdeel van het regime was lichamelijke inspanning: sport en seks. Zo zou hij andere manieren van genot leren dan werk en gokken.
Het werkte. Hij kreeg een heus leven! David en Margareth raak- | |
| |
ten verslaafd aan elkaar, niet alleen seksueel, maar ook in termen van gezelschap en kameraadschap. Een zo alomvattende relatie, zo ouderwets romantisch en praktisch, was een bijzonderheid in het technogeek-milieu van de vroege StripeOne. Terwijl hun studiegenoten elkaar zenuwachtig uit vroegen naar de film of elkaar pikante e-mail stuurden, leefden David en Margareth samen. Een kind leek een absurd, maar kloppend avontuur. Ik ben een van de eerste tien kinderen die geboren werden in StripeOne; verwekt in ware pioniersgeest.
Klik hier voor beelden van de Pachinco-hal. Bestaat nog steeds, inmiddels helemaal omsloten door het Europese hoofdkantoor van een Japans bio-techbedrijf.
| |
/FAQs/
De meest gestelde vragen als ik vertel dat ik uit Eindhoven, StripeOne kom:
Was het niet vreselijk eng?
Meestal wordt de vraag gesteld door oudere mensen of mensen die alleen beeldmateriaal uit de eerste vijf jaar kennen. De hoge kantoorgebouwen op stelten, de immense asfaltvlakte eronder en eromheen, alles overspoeld door het licht van het woud aan rechtopstaande tl-balken. Naar ouderwetse maatstaven een naargeestig en onveilig gebied. Ik heb het licht altijd sprookjesachtig gevonden. Wie van auto's houdt, zoals ik, weet dat ze nergens mooier en geheimzinniger belicht zijn dan op onze parkeervlakte. Ze lijken levende dieren. Ik vond de rest van Eindhoven juist griezelig, met dat diffuse licht van boven en die onheilspellende afwisseling tussen drukte en doodse stilte.
De onveiligheid is nooit een groot probleem geweest. In StripeOne golden de daklozen tenminste niet als een echt probleem. Onderling zorgden ze ervoor dat er nooit meer dan zo'n vijftig op het terrein waren. Ze mochten hun hutjes bouwen in ruil voor wat hand- en spandiensten. Ze voelden zich verantwoordelijk voor hun omgeving uit welbegrepen eigenbelang. Ze ruimden op en hielden een oogje in het zeil op de parkeerplaatsen. Zo droegen ze bij aan de veiligheid en hygiëne in StripeOne.
Er heeft zich wel eens een geruchtmakende veldslag afgespeeld tussen een jeugdbende en voetbalsupporters van een bezoekende club, in 2002. Het duurde maar kort voordat ze de politie en onze eigen beveiligingsdienst van StripeOne tegenover zich vonden, op oorlogssterkte. Onze hackers hadden ingebroken in de sites van de hooligans, die op de parkeervlakte van StripeOne met elkaar voor
| |
| |
een confrontatie hadden afgesproken. Ze werden opgewacht.
Klik hier voor historisch nieuwsmateriaal over de veldslag van 2002. Daarin zijn ook beelden van onze bewakingscamera's en een reportage van het proces opgenomen.
Het ging er even wild aan toe, twee doden en zestig gewonden, maar iedereen is onmiddellijk berecht. StripeOne is het gebied met de meeste bewakingscamera's in Europa. Bijna iedereen die toen een knuppel, steen of mes hanteerde kreeg twee dagen later een arrestatieteam op bezoek. Daarna zijn er geen noemenswaardige problemen geweest. Niet alleen leveren onze camera's een kwalitatief subliem beeld, ze zijn gekoppeld aan geavanceerde expertsystemen en de databanken van gemeente, politie en justitie. Zoals mijn moeder altijd zei: de camera's zijn het kaboutervolkje waarmee we hier wonen. Ze zorgen voor ons.
De camera's zijn er niet alleen voor de veiligheid, maar ook om StripeOne te decoreren. Al vanaf het begin, voordat ik geboren was, waren er reusachtige projecties op de blinde muren van de gebouwen. De beelden zijn afkomstig uit camera's in de ronddraaiende imitatiebomen die door StripeOne verspreid staan. In iedere boom zitten er vier, onder een rechte hoek van elkaar. Volgens de data die de geschiedenis van StripeOne beschrijven is het een werk van de twintigste-eeuwse kunstenaar Arnout Mik, voor ons was het speelgoed. Hele middagen, maar vooral avonden waren we zoet met het opvoeren van toneelstukjes, het uitbuiten van de draaiende beweging en de delay in de projectie. Practical jokes, felicitaties, spiegels; alle denkbare geintjes hebben we ermee uitgehaald. Later is het systeem technisch verbeterd en nu zijn er groepjes die op het Net manifestaties organiseren en prijsvragen uitschrijven voor kinderen, wie het leukste project met de camerabomen doet. Inmiddels heeft elke Eindhovense wijk zijn camerabomen.
Klik hier voor oude beelden van de oorspronkelijke camerabomen van Mik. Er zit een korte video bij van de feestelijke inwerkingstelling. Let op de sombere kleding die de kunstscene toen droeg. Mik schijnt de lange kalende jongen met stekelhaar en glimlach te zijn.
Bang ben ik nooit geweest in StripeOne. Misschien kwam dat niet alleen door de bewakingscamera's en onze eigen beveiligingsdienst, maar ook door het ontzag dat we bij de andere stedelingen voelden voor de zonderlinge, internationale bevolking van StripeOne. De sfeer was en is extreem individualistisch, informeel en relaxed. Als kinderen voelden we ons beschermd door het besef bij die enclave te horen.
| |
| |
Was het niet saai om in een getto van technici, hun bedrijfjes en laboratoria op te groeien?
Die vraag komt eigenlijk alleen op bij mensen die recentelijk voor het eerst in StripeOne komen. Inmiddels is meer dan de helft bedrijfsruimte en hebben de grote bedrijven een steviger greep op StripeOne dan tien jaar geleden. Nu verandert er niet zoveel meer. Maar destijds ging er geen week voorbij of er arriveerde of vertrok een verse groep mensen, uit het Verre Oosten, India, Scandinavië, de Verenigde Staten, Zuid-Europa. Allemaal drukten ze onmiddellijk hun stempel. Ik werd al tweetalig opgevoed, Nederlands en Engels (en een beetje Chinees van mijn moeder), maar ik leerde voor mijn tiende tellen en schelden in zeven andere talen. Als we maandagavond met het hele gezin naar het café gingen om The Simpsons en andere oude series te kijken waren er altijd nieuwe gezichten. Overal om ons heen werden nieuwe bedrijfjes gestart. David kwam regelmatig thuis met nieuwe kennissen, met nieuwe computerspelletjes vooral.
De laatste vijf jaar is de gemiddelde leeftijd flink gestegen en het aantal vaste bewoners gedaald. Het gevolg is dat veel amusement en horeca zich naar het westen, buiten StripeOne heeft verplaatst.
Dat vrijwel iedereen technogeek was had als prettige bijkomstigheid dat er weinig kon gebeuren of misgaan zonder dat iemand het leuk vond iets te bedenken of te fabriceren om het beter te maken of te repareren. Technici zijn vaak nogal kinderachtig en houden spelen en werken niet streng uit elkaar. Al spelend komen ze vaak op waardevolle ideeën. Saai was het dus niet, mijn vrienden en ik werden regelmatig gevraagd om spelletjes, nieuwe ergonomische ontwerpen en interfaces te testen in de werkplaatsen op StripeOne. Van onze buurman kreeg ik een speciale op kindermaten aangepaste elektroscooter, waar ik enorm succes mee oogstte op school. Terwijl alle andere kinderen gebracht werden of met de hov-lijn naar school gingen, kwam ik op eigen houtje. Ik heb hem nog steeds bewaard, het oude beestje. De buurman heette Ronald, een Duitser, en hij werd altijd pissig als we hem Ronnie noemden. Daarom noemde ik mijn scooter Ronnie.
Klik hier voor een videocollage die David maakte in die tijd over ons eerste huis, de tuinen op het dak, de buren en mij op de scooter. Je ziet ook veel van ons interieur, de grote hal, waar Margareth dan net bezig is haar werkplaats in op te bouwen.
Word je niet vervreemd en enigszins asociaal van een jeugd tussen hyperintelligente, binnen zittende techneuten?
Ik niet. Hoofdzakelijk dankzij mijn moeder. Maar wat veel men- | |
| |
sen vergeten en waar ik als kind volop van geprofiteerd heb is dat het extreme individualisme en de informele mix van mensen uit alle windstreken een combinatie is die enorm stimuleert je eigen keuzes te maken en achter de dingen en mensen aan te gaan waar je om geeft. Je leert het eigenwijze intitiatief waarderen als bron van plezier en kennis. Daar komt bij: de technocultuur, zeker in de tijd dat ik klein was, is uiterst kindvriendelijk. Buiten hun werk om is het leven van technici een feest van spelletjes, puzzels, experimenten en speelgoed. Althans, zo heb ik dat van dichtbij meegemaakt.
Uit de verhalen van David en Margareth maak ik wel op dat er in de eerste jaren spanning bestond tussen de onstuimige maar mysterieuze activiteit van de bewoners van StripeOne en de bewoners van omliggende wijken. Maar behalve dat zich een wat openlijker sociaal leven ontwikkelde in StripeOne, veranderde er ook cultureel iets. Er ontstond, ook door de langzame economische verweving van de bedrijfjes in StripeOne met de stad, meer waardering voor
| |
| |
de technocultuur van de geeks. Later gingen veel ouders van mijn vriendjes westelijker wonen, in de nieuwe ecologische woon/werkwijken. Langzaam verdween de afstand tussen Eindhoven en Steltdorp.
Zoals overal waren het de kinderen en de honden die voor de versoepeling van de contacten tussen de autistische enclave en de stad zorgden. Zo was er het Hondenjaar, 2009. Na antieke legervoertuigen en unisekskleding kwamen honden erg in de mode. Ik heb David en Margareth gek gemaakt tot we ook een windhond hadden.
Klik hier voor mijn geschreven portret en videocollage van Mark, onze hond, genoemd naar een voetballer die David in zijn jeugd bewonderde, ene Overmars. Hij is maar zeven jaar geworden. Twee jaar geleden is ie tijdens een jacht op een loopse teef onder de elektrische snelbus gekomen. Dit is mijn in memoriam van drie jaar geleden.
De explosie van hondenbezit had natuurlijk allerlei praktische gevolgen. Niet in de laatste plaats het probleem van het uitlaten en de hondenpoep. Bovendien was, zoals ik al aanstipte, uitgerekend de windhond in de mode. Zo'n beest moet minstens tien kilometer per dag lopen en rennen, anders is ie niet te genieten. Maar niemand had tijd of zin om met zijn hond naar het bos te gaan.
Nog geen half jaar na het begin van de hondenrage werd op het dak van een van de langste gebouwen het enigszins vervallen volkstuintjescomplex omgebouwd tot hondenbaan. Door een bedrijfje, The Town Dog, kon je je hond laten trainen voor de races, maar die mensen lieten je hond ook uit in het parkachtige middengedeelte. Dat deden ze in ploegen, zodat er nooit te veel honden tegelijk waren en er waren ook altijd oppassers, zodat men tegen betaling zijn hond op werkdagen daar kon laten. Ik heb er ook gewerkt, in de weekends, om mijn zakgeld aan te vullen. Het was een populair initiatief, ook bij hondenbezitters in de omliggende wijken, aangezien de gemeente steeds strengere verordeningen voor het hondenbezit uitvaardigde.
Klik hier voor het welkomstgedeelte en de inhoudsopgave van de website van The Town Dog uit hun eerste jaar. Er zit ook een foto bij van mij, braaf glimlachend met een koningspoedel en drie whippets aan de lijn in het groen.
Het berucht wereldvreemde en asociale van de technogeeks heeft een heel positieve kant. Ze zijn weliswaar emotioneel bijziend, of zelfs blind, maar op sommige punten extreem gevoelig. Leer je die kanten zien, meestal via werk of spelletjes, en maak je daardoor contact, dan heb je aan zulke mensen fantastische vrienden. Gezel- | |
| |
ligheid en positieve teamgeest horen bij een griezelige ideologie, die de vrijheid en rust die technici nodig hebben bedreigt. Ik ben opgegroeid tussen mensen die meesters zijn in indirecte, extreem gespecialiseerde, telematische, discontinue en efemere sociale contacten. De sociale vaardigheden van de toekomst, noemden sociaalfilosofen aan het begin van de eeuw dat.
| |
/School en werk/
Ik zit nu in een overgangsjaar tussen school en universiteit. Ik bereid me voor op een studie informatietechnologie. Ik kies de richting historisch databeheer, omdat de druk van de commercie er minder groot is en ik veel kan doen met mijn liefhebberijen: horror, oude romantische poëzie en de mythologie van stunts en extreme sporten.
Een van de nadelen van mijn jeugd in StripeOne is de verzwegen norm dat je een eigen bedrijf opzet. Margareth was een pionier in het onderzoek naar de optische processor, de chip die op licht werkt. Een paar kleine patenten en haar bedrijfje, dat onderdelen leverde aan grote bedrijven, werd drie jaar geleden opgekocht door een Schots techbedrijf. Maar ze wilde haar onderzoek, haar tweede baby, zoals ze het noemt, niet in de steek laten, vandaar dat ze nu in Schotland zit.
David is bij het nieuwe Philips in dienst getreden, maar een negen-tot-vijf-job is het niet. Hij onderzoekt laserlicht, dat klinkt heel nuttig en bedrijfsmatig, maar zijn laboratorium geniet een enorme zelfstandigheid binnen Philips, en ook hij heeft in zekere zin zijn eigen winkel. Ik krijg er geen hoogte van waar zijn werk eindigt en zijn sociale leven en vrije tijd begint. Ik spreek hem meestal aan het eind van de middag, soms is ie dan net wakker, soms gaat ie dan wat eten en een paar uur later slapen.
Ik denk niet dat ik dat wil. Als ik zie hoe monomaan en opofferend je moet zijn om een eigen bedrijf uit de grond te stampen, twijfel ik eraan of ik dat kan. Ik ben te veel een dromer, vrees ik, iemand die avondenlang aan het scherm landschappen genereert bij de gedichten van Wordsworth en Shelley, die te veel tijd besteed aan nieuwsgroepen en Net-clubjes over gothic strip-series, zoals The Crow.
Klik hier voor mijn eindexamenproject multimedia. Het is een simpele omgeving waarin ik dansmuziek van nu zo vertraagd heb dat het de begeleiding vormt voor vroeg-twintigste-eeuwse geluidsopnames waarin Byron wordt gedeclameerd. Pure operatekst! Ik heb zelf de beeldcollage gemaakt, met videomateriaal uit documen- | |
| |
taires, natuurfilms en historische horrorfilms.
Op school beweren ze dat mijn stijl van schrijven en linken uit de vorige eeuw stamt: ouderwets en overcompleet. Verstandelijk en stijf, klassiek. Taalverliefd, noemen ze me en dat is niet als compliment bedoeld. Ik communiceer niet genoeg.
Al met al denk ik veel aanleg te hebben voor het ontwerpen van systemen van historisch databeheer, omdat ik dan ook met softwaremakers en mensen in het onderwijs te maken krijg. Maar eerst wil ik reizen om meer voeling met niet-Europese historische data te krijgen. Mijn studievrienden in Grenoble huiverden bij de gedachte. Dat vonden ze doodeng, beschermd als ze zijn opgegroeid in de beveiligde en ommuurde buitenwijken van het zuiden. Ze vroegen of ik aan de drugs was of zelfmoordneigingen had!
Mijn decaan zei dat ik niet zo naïef ben als veel studenten van mijn leeftijd. Ze schreef het toe aan mijn jeugd in de turbulente importzone van ideeën en leefwijzes die StripeOne is geweest. Een andere eigenschap die het geen onaanvaardbaar risico maakt dat ik een deel van mijn studie reizend doorbreng is mijn weerbaarheid. Veel jonge mensen hebben de neiging zich in groepen te verschuilen, bang gemaakt als ze zijn door hun ouders. Mijn opvoeding was eerder extreem individualistisch, nog niet bedorven door het neocommunitarisme dat later terrein won. Om mij heen was een vanzelfsprekende sociale onverschilligheid en afwezigheid van een dwang tot aanpassing.
Je al spelend verliezen in de zaak zelf (het materiaal, het probleem, de informatie) en de omgeving scherp en onthecht bekijken, dat was de ondertoon van mijn opvoeding. Toen er in StripeOne een Engelse school voor etiquette gesticht werd, haalden mijn ouders hun schouders op. Dat hadden ze al gezien bij de neo-yuppies. In sociale vormen geloven ze niet, wel in technische en persoonlijke. Ik ben hun enig kind, Alouette, zeventien en een half, 1,75 meter.
|
|