Medewerkers aan dit nummer
herman de coninck (1944) was dertien jaar journalist bij het weekblad Humo en is sinds 1984 hoofdredacteur van het Nieuw Wereldtijdschrift. Hij publiceerde zes dichtbundels en vijf essaybundels over poëzie en recentelijk een bundeltje reisverhalen.
huub beurskens (1950) is redacteur van De Gids. Recentelijk verschenen van hem Circus Fernando en andere essays en de dichtbundel Iets zo eenvoudigs. Voor zijn laatste dichtbundel ontving hij in 1996 de Jan Campertprijs. Onlangs verscheen Suikerpruimen gevolgd door Het lam, twee romans.
hugo bousset (1942) is hoogleraar moderne Nederlandse literatuur aan de Katholieke Universiteit Brussel en aan de Facultés Universitaires Saint-Louis, eveneens te Brussel. Hij is onlangs benoemd tot bijzonder hoogleraar literaire kritiek aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. De in dit nummer gepubliceerde lezing maakte deel uit van de inaugurele rede die Bousset op 6 juni 1997 ter gelegenheid van zijn benoeming uitsprak. Hij is hoofdredacteur van Dietsche Warande & Belfort. Publicaties: De Gulden Snede. Over Nederlands proza na 1980 (1993) en de essaybundel Geritsel van papier (1996).
yra van dijk studeerde Nederlandse moderne letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en was redactielid van de Stichting Perdu. Sinds kort schrijft zij op freelance basis voor o.a. de Volkskrant.
goffe jensma (1956) is werkzaam bij de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek aan de Rijksuniversiteit Groningen. Hij publiceerde o.m. over Erasmus, religie en literatuur, filantropie en grootgrondbezit en andere cultuurhistorische onderwerpen.
atte jongstra (1956) is schrijver, essayist en dichter. Recente titels: Het huis M. (roman, 1993), Familieportret (essays, 1996) en De hele santenkraam. Nieuw christelijk lexicon (1997).
marc kregting (1965) speelt piano en probeert een proefschrift. Hij schreef onder meer de dichtbundel De gezel (1994) en maakte, samen met Femke Hoyng, de animatiefilm Used to be a (1997) over Jaco Pastorius.
margriet de moor (1941) studeerde piano en zang aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Als schrijfster debuteerde zij in 1989 met de verhalenbundel Op de rug gezien. In 1992 ontving zij de ako-literatuurprijs voor haar roman Eerst grijs dan wit dan blauw. In 1996 verscheen haar laatste roman Hertog van Egypte.
peter nijmeijer (1947) is dichter en vertaler. Zijn meest recente publicaties zijn In duizend stukken (gedichten, 1995) en de vertaling van Seamus Heaneys Het eerste koninkrijk (1996). Hij schrijft regelmatig voor Vrij Nederland en De Morgen.
tonnus oosterhoff (1953) publiceerde in 1993 de poëziebundel De ingeland en in 1994 de roman Het dikke hart.
xandra schutte (1961) is redacteur van De Gids en De Groene Amsterdammer.
charles simic (Belgrado, 1938) verhuisde op vijftienjarige leeftijd naar de Verenigde Staten, waar hij thans professor aan de universiteit van New Hampshire is. Hij publiceerde drie essaybundels en vijftien dichtbundels, met als laatste Walking the Black Cat (1996), waaruit de gedichten in dit nummer zijn vertaald. In Nederlandse vertaling verschenen onder meer Een hond met vleugels (gedichten, 1993) en In den beginne was de radio (essays en autobiografische verhalen, 1993).