| |
| |
| |
Peter Theunynck
Berichten van de Panamerican Airline & Co
Merce Cunningham
Soms zijn zijn gewrichten
brekende bakstenen, de bast
van een stam die afscheurt.
ontpopt zich aan de draad
Concorde waant voor de duur
op zijn buik landt, applaus
| |
| |
| |
Otto Lilienthal
Otto Lilienthal de vleugelwelving van de ooievaar
indachtig heuvels aanlegt in de vlakte en springt,
alsof hij zijn eigen tumulus heeft uitgetekend.
‘Zie daar komt de vogelman,’ zegt de jongen en knijpt
nog harder in de hand van zijn al mooiere moeder.
‘Hij moet de lucht nog onder de vleugels krijgen,’
lipt ze, ‘hij is wel bevlogen, maar hij kan niet vliegen.’
| |
Robert Cocking
Hoe koel die Robert Cocking aan zijn
droge sherry nipt, het valscherm aan-
bindt en lucht geeft aan zijn drang.
Geen vogel met hem converseert,
bang voor de meteoor die uit het ruim
tuimelt. Versneld zijn universum
instort. Een parachute van eigen snit
op zoveel luchtdruk niet berekend is.
Hoe hij van schaamte door de grond zakt.
| |
| |
| |
Vliegmachine waarin de bestuurder rechtop staat
Volgens Leonardo vlieg je
lijken daalt de luchtdruk.
in zijn dampkring als een
springt: bezweet, beducht
voor het klappen van de zweep:
maakt zich best uit de voeten.
| |
| |
| |
Magnetische schoenen
Nu trek ik mijn magnetische
het klavier van mijn tekst-
aan de zwaartekracht, zie
de zinnen zonwaarts stijgen.
| |
| |
| |
Gevleugelde woorden
dat ze kunnen vliegen, liegen.
Ze kruipen wel in hun beste pak
in zo'n stalen kooi met zetels zo zacht
als dooi en op verzoek van een mooie
mond doen ze hun gordels aan en komen
geen millimeter verder van dezelfde grond:
achteroverleunend, aanliggend of opzittend,
schrapend uit plastic borden of champagne
nippend en zelfs de ochtendkrant
lezend, op de portable tokkelend
of induttend winnen ze louter
En als die stalen kooi weer goed
en wel aan de grond staat vertellen
ze mijnheer zus en mevrouw zo
- zo zonder enig benul van
de schetsen van Leonardo -
hoe heerlijk ze gevlogen hebben,
| |
| |
met de kop in de wind gaan staan
een sprong of huppeltje makend,
met de armen de wolken nakend,
de benen gestrekt als een staart,
op de luchtstroom meedrijven
op eigen kracht dalend en stijgend.
Zoals ik nooit één iemand zag
over water lopen (de uitzondering
bevestigt de regel, mijnheer Hegel).
Later na nachtelijk cafégepraat
kom ik erachter dat je daarvoor
voeten nodig hebt zo groot
als een voetbalveld en dat je
flink op je tellen moet passen
of je struikelt en ligt uitgeteld
nog voor je aan het water staat.
Zoals een zwaan kan vliegen
met zwarte zwemvliezen aan
zo zal ik met de beste vleugels
van de wereld nooit kunnen zwemmen,
zelfs niet na jaren mensen temmen.
| |
| |
| |
De val van de mens ontdaan
Stel: de appelboom bloeit en de wind
verstrooit duizend witte blaadjes
in de omliggende tuinen en overal
waar ze de grond raken beginnen
appelbomen te bloeien en de wind
waait en verstrooit de witte blaadjes
onophoudend tot - een Hongaarse
rapsodie gelijk - de wereld althans
vanuit een baan om de aarde gezien
een witte, bloeiende appelboom gelijkt.
Zou dat niet te mooi om waar te zijn?
| |
Soms volstaat het
Soms volstaat me de gedachte aan vleugels
om in vliegen uit te barsten, soms kom ik
met geen duizend incantaties van de grond.
Soms laat ik op mijn lome vleugels trappen.
Soms heb ik aan een woord genoeg om recht
te veren en mijn snavel te slijpen aan de zon.
|
|