| |
| |
| |
Michael Ondaatje
Zes gedichten
Vogels voor Janet - de reiger
Spiegelingen maken hen tot uurglazen
drinkt uit een stenen vat
baadt in blauwe zebramelk
als hij sterft in de nacht
| |
| |
van een reigers zelfmoord
lopend naar het midden van het meer
| |
| |
| |
Het uur van koeiestof
Het is het uur waarop we bewegen klein
in de laatste mogelijkheden van het licht
nu opent de hemel zijn blauwe gewelf
Ik dacht dat dit uur van mijn kinderen was
die koeien naar huis brengen
verveeld, plichtmatig zwaaiend met een stok,
maar dit scherper worden van schemering uit stof
is overal - hier bij de Nijl
als massieve half verdronken vogels
en ik staar naar water dat droomt
het stof van mijn tong af,
in dit land voelt je mond
zoals je schoenen eruitzien
Alles brengt zichzelf terug tot vorm
Gebrek aan licht verkoelt je shirt
mannen komen uit kapperszaken
hun huid ademt in de lucht.
bedekte stof heuvels van graniet
is de Nijl plotseling vlees
kan ik me niet goed herinneren
dat ze de lucht in trappelden.
Het enige wat me nog bijstaat van commentaren
is abrupte lieflijke zinnen waarin
| |
| |
een linkervoet die op een lotus stapt
die zulke prachtige vrouwen schiepen
dat ze zelf brandden van hartstocht
Vrouwen luchtten hun hart tegen papegaaien
solitaire mannen droomden weg in de schelphoorn.
door de afstand van rivieren
onder de gehurkte passagier
dat de contouren van twee boten
| |
| |
| |
Uswetakeiyawa
Uswetakeiyawa. De nachtmijl
stromen door ramen van de jeep.
het grijze zilver van het Hollandse kanaal
wiegen als maskers in de nacht
hun alfabetten verloren in het duister.
Geen zicht maar achter elke geur
het verhaal van de verbeelding
of zo nu en dan een witte sarong
met pompende benen op een fiets
als een mot in de koplampen
en een afzichtelijk lichaam
omgetoverd tot wangestaltes
een met de ruggegraat van een slang
een met een beest in zijn bek
uit de puurheid van het duister)
die we de meeste nachten maken
De weg schurkt langs het kanaal
| |
| |
het kanaal steekt elke mijl
tot aan hun middel in de rivier
volkomen roerloos als ik langs rijd
onder hun armen gebonden.
magere mannen met zeepbillen
om water over zichzelf uit te gieten,
of de stokoude man met bril
die het kanaal oversteekt
met slechts zijn hoofd zichtbaar
en iets voorttrekt dat we niet kunnen zien
lichamen met de kleur van schaduw
In de stilte van de nachtrit
hoor je oceaan slik je geuren
die per minuut veranderen - gedroogde vis
moeras palmwijn een keur aan stoofpotten
en iets dat we nooit hebben kunnen herkennen.
Er is alleen zo'n dichte lucht
Een keer 's nachts zagen we
iets het kanaal in glijden.
Toen hing er die geur die we niet herkenden.
De lucht van een hond die zijn vorm verliest.
| |
| |
| |
Sallie Chisum / laatste woorden over Billy the Kid. 4 uur 's ochtends
voor Nancy Beatty
De maan hard en geel waar Billy's hoofd is.
de afgelopen 5 minuten. Op zoek naar een sigaret.
Dat is een zonde die hij mij leerde.
Liet me zien hoe ik hem vast moest houden, en nodig hebben.
Ik was aan het zoeken en deed een stap naar
het raam om langs het kozijn te voelen
en daar was het getaande maanhoofd.
Zijn lichaam de schaduw van de enige boom op ons erf.
een splinter uit mijn voet te halen.
Taaie huid aan mijn onderkant.
Nog steeds. Ik kan zijn tanden voelen,
afgemeten beten. En dan, zijn gezicht naar achteren
met iets in zijn grijns, zegt ie dat ie hem heeft.
Waar ben je geweest vraag ik
Waar ben jij geweest antwoordt hij
Ik ben zo'n 300 keer elke kamer in geweest
Ik heb zo'n zestig mijl afgelegd in dit huis
Waar ben je geweest vraag ik
hij was als die draaibare spiegels
die je om kan keren en dan jezelf weer zien
maar er is iets zichtbaar aan de andere kant altijd.
Zonlicht. De schaduw naast de keukenkast.
| |
| |
Hij schoot twee kogels in de pop
waar de tepels hadden moeten zitten.
Dat was niet erg grappig, maar we hebben veel gelachen.
Op een ochtend dat hij nog sliep
duwde ik de deur open en keek van de gang naar hem
Hij zag eruit alsof hij een ernstige droom had.
Geconcentreerd. Kwaad. Alsof behang
van een muur was gescheurd.
Billy's mond aan mijn voet
die de splinter eruit haalt.
Het was op een dag vlak voor het middageten.
37 jaar sinds ik hem kende. Hij was een dwaas.
Hij was als die spiegels waarvan ik je vertelde.
Ik leun tegen het voeteneind
nu kan ik de asbak niet vinden.
| |
| |
| |
7 of 8 dingen die ik over haar weet - een gestolen biografie
Haar vaders geweren
Nadat haar vader stierf vonden ze negen geweren in het huis. Twee in zijn kleerkast, een onder het bed, een in het dashboardkastje van de auto, enz. Haar broer nam hun moeder mee de prairie op met een revolver en leerde haar schieten.
| |
De vogel
In Topeka waren papegaaien een tijdlang erg populair. Haar vader kreeg er een in plaats van een betaling en hield hem altijd bij zich omdat het mode was. Hij schommelde boven hem in het advocatenkantoor en reed 's avonds met hem terug in de auto. Op feestjes namen vrienden hun papegaaien mee en lieten hen de kunstjes doen die ze hadden geleerd: de eerste regel van Twelfth Night, een stukje Italiaanse opera, cowboyliedjes, of een verbazend goede vertolking van Russ Colombo die ‘Prisoner of Love’ zong. Haar vaders papegaai kon alleen de typemachine op kantoor nadoen, inclusief de ‘tring’ aan het eind van iedere regel. Later brak hij zijn nek toen hij tegen een boekenkast opknalde.
| |
Het brood
Vier mijl buiten Topeka langs de snelweg - het grootste elektrische reclamebord van de staat Kansas. Heel Missouri was er jaloers op. Het maakte reclame voor brood en het elektrische beeld van een mes sneed snee na snee. Eindeloos krulden ze neer. ‘Tot straks bij de mik’, ‘Zie je bij het brood’, waren normale uitdrukkingen. Opgewonden paartjes parkeerden daar hun auto onder de sterren op de open nachtprairie. Kuisheid ging verloren, ‘gekust op elk plekje door elke jongen in Wichita’. Dichters, de onvermijdelijke schrijvers op bezoek, werden meegenomen om het brood te zien, en het zoemde boven de verleidingen in de auto's, boven de nachtmerries van meisjes in bed. Snee na snee
| |
| |
viel naar de aarde. Een spijziging van de menigte in dit uitgedroogde land aan de weg naar Dorrance in Kansas.
| |
Eerste kritiek
Ze is twee weken oud, haar moeder gaat een eindje met haar rijden. Op het pompstation maakt de monteur de voorruit schoon en kijkt naar hen door het glas. Terwijl hij zijn handen afveegt, steekt hij zijn hoofd door het zijraampje en zegt: ‘Neem me niet kwalijk dat ik het zeg maar ik weet waar ik het over heb - dat kind heeft het aan haar hart.’
| |
Meeluisterend
Hoor haar in de badkamer praten tegen een insekt: ‘Ik wil je niet op me hebben, schatje.’ 8 uur's morgens.
| |
Zelfkritiek
‘Een tijdlang straalde ik iets uit dat een dubieuze kwaliteit had. Honden wilden geen vlees uit mijn hand eten. De bullebak van het dorp bleef me maar met handboeien aan bomen ketenen.’
| |
Fantasieën
Altijd dezelfde fantasie. Op haar gemak loopt ze over straat en een man in een schoon wit pak (het detail ‘schoon’ vind ik indrukwekkend) springt vlak voor haar te voorschijn met bloemen in zijn hand en zingt haar toe terwijl een onzichtbaar orkest zijn solo begeleidt. Heel haar leven heeft ze hierop gewacht en nooit gebeurt het.
| |
Reprise
In 1956 vloog het elektrische reclamebord in Kansas in brand en de rook pluimde zich tot een wilde zonsondergang. Brood in vlammen, gebroken glas. Vogels vlogen ernaar toe, boven de auto's die eromheen reden om te kijken. En gisteravond, na middernacht, haar opgewonden telefoontje. Haar geboorteplaats houdt een marathon ten bate van
| |
| |
het symfonieorkest. Zij betaalt vier dollar om deel te nemen. Een heer met een hoge hoed start de race met een bekkenslag en weg is ze. Langs de route zitten regelmatig kwartetten die voor haar spelen. Als ze stoppen om water te drinken, speelt een violist een solo. En daar komt ze dan. En hier ga ik, te voorschijn tredend in mijn witte pak, met een lied in mijn hart.
| |
| |
| |
Zuiver geheugen / Chris Dewdney
‘Luister, het was zo woest en krachtig
dat, ook al gebeurde het volkomen onverwacht,
ik wist dat er niets toevalligs aan was’
| |
1
Tijdens een radio-interview in British Columbia vroeg de man mij, koffiekop op weg naar zijn mond, welke boeken vond u mooi de laatste tijd? Chris Dewdney's A Paleozoic Geology of London Ontario. Maar dat zei ik niet, ik begon te struikelen over het woord Palaezoic... Paleo... Polio... en toen gebeurde het ook bij Geology totdat het een ziekte leek. Ik klonk als een idioot. Ondertussen keek ik naar de stille slokjes die de man nam. Het professionele stille slurpen van de koffie een centimeter of vijf van de microfoon. Zonder er zich iets van aan te trekken dat ik overal in de provincie live ten onder ging.
| |
2
Ik kan mij niet herinneren waar ik hem voor het eerst ontmoette. Ergens werd ik mij bewust van die giechellach. Bruin haar, gebruind gezicht, bruin shirt en een giechelsnuif terwijl zijn hoofd achterwaarts schokte. Zijn armen zomaar ergens.
| |
3
De baby. Hij toont mij de draaiende wereldbol in de wieg van het vier maanden oude kind. Maar de globe is losgeschroefd en omgekeerd weer vastgeschroefd zodat Afrika en Azië ondersteboven tollen. Op deze manier zegt hij zal zij weer helemaal opnieuw met de vormen in het reine moeten komen als zij ouder wordt.
| |
| |
| |
4
Op een avond komt hij bij ons eten, stapt uit de auto en transformeert de tienjarige voorstadtuin in oeroude geschiedenis. Zit op zijn knieën de ouderdom aan te wijzen en de soort en het karakter van de stenen en de aarde. Hij is dol op de Norfolk Pine. Ik geef hem een stuk hout van de teerzanden dat 120 miljoen jaar oud is en hij rookt er een beetje van.
| |
5
Toen hij een kind was en zijn ouders gasten ontvingen en hem uiteindelijk werd gezegd naar bed te gaan, vond hij het leuk om hun in verlegenheid te brengen door onder een tafel te kruipen en te schreeuwen Niet slaan Niet slaan.
| |
6
Het moment dat hem het meest in verlegenheid bracht. Een poëzielezing in Toronto. Hij zat op de voorste rij en realiseerde zich dat hij de gedichten haatte. Hij keek steels om naar de uitgang maar die was een eind weg. Tot hij rechts, vlak bij hem, een andere deur zag. Toen een gedicht eindigde stond hij op en liep officieel naar de deur, deed die snel open, stapte naar buiten, en sloot hem achter zich. Hij bleek zich te bevinden in een donkere kast van ongeveer een meter bij een halve meter. De kast was leeg. Hij wachtte daar een tijdje, begon toen te lachen en te giechelen. Hij giechelde een minuut of vijf en hij vermoedt dat het publiek hem kon horen. Toen hij zichzelf weer onder controle had, deed hij de deur open, stapte naar buiten, liep naar zijn stoel en ging weer zitten.
| |
7
Uitgeverij Coach House, december 1974. Ik heb hem lang niet gezien. Zijn gezicht staat hard. Iets heeft zijn gezicht verlaten. Het is niet dat hij magerder is maar het gezicht heeft iets karakteristieks verloren en het lijkt op vlees. Maar hij is niet magerder. Hij is druk bezig aan zijn nieuwe boek Fovea Centralis en ik kijk naar hem terwijl hij boven in de lege achterkamer zit helemaal alleen met een computerzetmachine. Zijn gezicht laat me niet los. Het is ‘strak’ alsof er een nylonkous overheen
| |
| |
getrokken is en hij op het punt staat een overval te plegen. Hij tokkelt op de toetsen en praat tegen het apparaat. Het lucht me op op als hij begint te giechelen om iets. Ik vertel hem dat ik over een week naar London kom en hij zegt dat hij mij zijn vlinders zal laten zien, hij heeft twee opgezette vlinders gekocht voor een hele goede prijs. Als ik het aan niemand zeg, zal hij me vertellen waar ik er een zou kunnen krijgen. Een Chinees in London Ontario verkoopt ze. Ik begin te lachen. Hij niet. Dit is serieuze informatie, belangrijke zeldzame informatie zoals de geschiedenis van de stenen - ook deze tere vleugels, die bijna van poeder zijn, hebben hun genealogie.
| |
8
Zijn favoriete film is Earthquake. Hij staat in het midden van zijn apartement en vertelt opgewonden alle details. Hij toont me zijn prachtige fossielen, een kleine poster van James Dean die zijn broer slaat in East of Eden, en de twee opgezette vlinders die zeer indrukwekkend zijn.
| |
9
In de bus terug naar Toronto heb ik een portret van hem getekend door Robert Fones. Verpakt in bruin papier ligt het boven me in het bagagerek. Als de bus slingert steek ik mijn arm uit in het donkere gangpad klaar om hem te vangen als het valt. Een vreemd portret van hem in zijn rieten stoel met een plant naast hem terwijl hij Frank O'Hara leest met zeer oosterse ogen. Het werd gemaakt in 1973, voordat het vlees zijn gezicht verliet.
| |
10
De hersenbloeding van zijn vrouw. Ik zou dat niet aankunnen. Hij is 23 jaar oud. Hij doet het. Afrika Azië Australië ondersteboven. Aardbeving.
vertaling Hans Kloos en K. Michel
|
|