daarna steeds meer als kunstenaar waarderen.
Bij het lezen van Dante (en welke andere dichter ook) voel ik mij niet zozeer een geleerde, een wetenschapsman of (erger nog) een theoloog, danwel een taalgenieter, een schoonheidsbelever, een estheet. Dantes Divina Commedia vertegenwoordigt voor mij een absoluut, noch vóór hem noch na hem ooit geëvenaard, summum van taalkunst. Zijn poëzie is voor mij een toonbeeld van betoverende muzikaliteit, lucide vormgeving, plastische verbeeldingskracht, verbale souplesse en ongekunstelde eenvoud: kwaliteiten die vanzelfsprekend alleen in de originele Italiaanse versie ten volle genietbaar zijn.
Ik kan wel zeggen dat Dante mijn leven beheerst. En ik lees hem dan ook constant: zittend achter mijn bureau, reizend in de trein, wachtend bij de tandarts en surveillerend op school. Aldus heb ik de Divina Commedia intussen al zo'n keer of tien van kaft tot kaft gelezen. En het einde ervan is nog niet in zicht, want elke keer dat ik het werk ter hand neem ontdek ik weer nieuwe parels en diamanten. Niet alleen lees en vertaal ik Dante, maar ik schrijf ook over hem, meestal op eigen initiatief, maar soms (zoals in dit geval) ook op verzoek: wetenschappelijke en populariserende artikelen, inleidingen bij vertalingen, persoonlijke reflecties en beschouwingen, recensies en kritieken, vertaaltheoretische uiteenzettingen.
Ook trek ik, gedreven door een soort van santa pazzia, het land in voor het geven van voordrachten: van Middelburg naar Maastricht, van Dordrecht naar Deurne, van Amsterdam naar Antwerpen, van Groningen naar Goes. Onlangs heb ik in Edam (als ik goed geteld heb) voor de vijftigste keer mijn hoofdlezing Dante's Divina Commedia als literair kunstwerk gehouden. Mijn apostolische drift kent trouwens geen grenzen, want behalve lezingen verzorg ik al jaren in Nijmegen en Utrecht Lecturae Dantis, waarbij ik met een select groepje van zo'n twintig belangstellenden (die evenals ikzelf soms uitgroeien tot fanatici) het sacro poema in het Italiaans lees. En laat ik nu maar niet meer uitweiden over mijn uit tien strekkende meter boeken bestaande Dante-bibliotheek, mijn (op één werk na volledige) verzameling Nederlandse Dante-vertalingen en mijn van stencils, knipsels en paperassen uitpuilende Dante-archief. Het zou te veel van het goede worden en ik zou waarschijnlijk nel mezzo del cammin blijven steken.
Zoals mijn eerste kennismaking met Dante min of meer samenviel met mijn eerste kennismaking met Italië, zo is mijn liefde voor de dichter ook daarna gelijk opgegaan met mijn liefde voor zijn geboorteland. Al vijfendertig jaar heb ik samen met mijn vrouw (en gedeeltelijk ook met mijn kinderen) Italië bereisd: van Turijn naar Taranto, van Triëst naar Trapani. En daarbij heb ik niet alleen belangrijke cultuurcentra, maar ook zeer afgelegen gebieden en stadjes aangedaan.
Vele van deze reizen stonden in het teken van Dante. Ik bezocht behalve obligate doelen als zijn geboortehuis in Florence, zijn primo ostello in Verona en zijn graf in Ravenna nog tientallen en tientallen andere plaatsen en streken waar herinneringen aan hem te vinden zijn. Ik beklom de markante top van de Bismantova bij Reggio, ik maakte een barre voettocht naar de waterval van San Benedetto, ik bewonderde Monteriggioni met zijn ‘gigantische’ torens, ik waste me in de bron van de Bulicame bij Viterbo, ik bezocht het camaldulenzerklooster van Fonte Avellana. En overal las ik tegen de muren in marmer uitgehouwen verzen van de Divina Commedia: in Peschiera, in Fano, in Bologna, in Siena, in Lucca, in Polenta, kortom, overal waar de dichter maar was geweest of waarover hij maar had geschreven. Want welke stad in Italië wil niet graag met de grote Florentijn worden geassocieerd?
Het meest ontroerend waren voor mij de momenten waarop ik uit de mond van willekeurige Italianen verzen van Dante hoorde opklinken: in het baptisterium van Florence citeerde iemand de terzinen waarin sprake is van het door de dichter gebroken doopbekken, in het kasteel van Gradara las een vader aan zijn kinderen de passage van Francesca en Paolo voor, in Sermoneta haalde een dame bij