Medewerkers aan dit nummer
e.m. barth is hoogleraar Logica en Analytische filosofie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Schreef voor De Gids een reeks artikelen over logica, kentheorie, argumentatietheorie, seksisme en feminisme. Meest recente publikaties (1992): Women Philosophers - A Bibliography of Books through 1990, Philosophy Documentation Center, Bowling Green, Ohio; Logic and Political Culture (red., met E.C.W. Krabbe), North Holland, Amsterdam etc.; From an Emperical Point of View - Essays on Empirical Logic (red., met J. van Dormael en F. Vandamme), Communication & Cognition, Gent; ‘The Dialogical Positions’, in: Sprachphilosophie/Philosophy of Language. An International Handbook of Contemporary Research, deel i, Walter de Gruyter, Berlijn.
graa boomsma (1953) publiceerde recentelijk de romans Het hoedelint van de duivel (1991) en De laatste tyfoon (1992). In voorbereiding: De zwarte kamer (roman). Hij schrijft over Amerikaanse literatuur voor De Groene Amsterdammer. Vertaalde onder anderen Richard Brautigan, James Purdy, Upton Sinclair en Michael Ondaatje. Een vertaling van, en een inleiding op, vroege novellen van Henry James is in voorbereiding.
piet calis (1936) is tevens redacteur van de rubriek Buitenlandse literatuur van De Gids. Hij publiceerde Onze literatuur tot 1916 (1983) en Onze literatuur vanaf 1916 (1984). In 1989 promoveerde hij op het proefschrift Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945.
anton haakman (1933) schreef over film en fictie de bundel Achter de spiegel, publiceerde de verhalenbundels Uitvluchten en de roman Liberty. In 1991 verscheen zijn roman De onderaardse wereld van Athanasius Kircher.
j.j.g. jansen (1942), arabist-islamoloog, is universitair docent bij de vakgroep Talen en Culturen van het Islamitische Nabije Oosten aan de Rijksuniversiteit van Leiden. Hij publiceert vooral over de islam en het fundamentalisme in Egypte, o.a. The Neglected Duty: The Creed of Sadat's Assassins, New York (Macmillan) 1986. Hij schrijft, onder het pseudoniem Hans Jansen, regelmatig over het Midden-Oosten in bladen als Elsevier en HP/De Tijd. In het najaar van 1992 verschijnt bij agon een door As'ad Jaber en hem vervaardigde bewerking, met voetnoten, van de befaamde Nederlandse Koranvertaling van J.H. Kramers.
michiel van kempen (1957) schreef een aantal boeken over de Surinaamse letterkunde (onder meer Surinaamse schrijvers en dichters, 1989). Stelde vier bundels met Surinaamse verhalen samen. Was eindredacteur van Het Verhaal Aarde (1992). Publiceerde voorts essays, vertalingen en, onder de naam Winston Leeflang, de prozabundel Landmeten (1992).
jan van luxemburg is docent Algemene Literatuurwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam.
paul marlee (Paul Nijbroek, 1938) studeerde tropische landbouw in Deventer, Engels aan de universiteit van Puerto Rico en Vergelijkende Literatuurwetenschappen aan de New York University. Publiceerde, naast kritieken, enkele dichtbundels (Fluidum, PH-7, Thokat), Dag Diefje i (kinderdingen), de novelle Boropata en de roman Proefkonijn (1985). Werkt momenteel aan Dag Diefje ii en de roman Ara.
piet meeuse (1947), essayist en vertaler. Was tot voor kort redacteur van De Revisor. Publiceerde in 1987 de essaybundel De slang die in zijn staart bijt en vertaalde werk van o.a. Paul Valéry, Francis Ponge en Hermann Broch. Binnenkort verschijnt De jacht op Proteus (essays).
nelleke noordervliet (1945) debuteerde in 1987 met Tine of De dalen waar het leven woont en publiceerde in 1989 de roman Millemorti. In 1991 verscheen de roman Het oog van de engel, die werd genomineerd voor de ako-literatuurprijs 1992.