Medewerkers aan dit nummer
mark van andel (1959) geboren op Slot Loevestein als zoon van schrijver/slotbewaarder Peter van Andel (†1986). Hij schreef aanvankelijk verhalen en feuilletons voor jeugdbladen en regionale pers. Sinds 1991 legt hij zich uitsluitend toe op verhalen voor volwassenen.
armando schrijver van o.a. Het gevecht (1976, poezie), De straat en het struikgewas (1988, proza), We waren zo heerlijk jong (1991, eigentijdse geschiedenis) en - met Cherry Duyns - Wat zegt? Wat doet? Verzameld Herenleed (toneel, 1985).
frida balk-smit duyzentkunst (1929) is emeritus hoogleraar taalkunde van het hedendaagse Nederlands aan de Universiteit van Amsterdam.
g. van benthem van den bergh (1933). Wetenschappelijk hoofdmedewerker aan het Institute of Social Studies te Den Haag. Redacteur van De Gids sinds 1968. Hij promoveerde in 1988 op The Taming of The Great Powers. Nuclear Weapons and Global Integration. Sinds begin 1989 is hij als bijzonder hoogleraar verbonden aan de Erasmus Universiteit van Rotterdam.
huub beurskens (1950) verzorgt een rubriek over beeldende kunst. Zijn recente publikaties: Hollandse wei en andere gedichten (Herman Gorterprijs 1991), de novelle De verloving en de verhalenbundel Sensibilimente.
peter buijs (1958) studeerde van 1979 tot 1987 Nederlandse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Sinds 1987 is hij part-time verbonden aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam. Daarnaast werkt hij aan een onderzoek naar achttiende-eeuwse geluksopvattingen in Nederland.
piet calis (1936) is tevens redacteur van de rubriek Buitenlandse literatuur van De Gids. Hij publiceerde Onze literatuur tot 1916 (1983) en Onze literatuur vanaf 1916 (1984). In 1989 promoveerde hij op het proefschrift Het ondergronds verwachten. Schrijvers en tijdschriften tussen 1941 en 1945.
a.j. dunning, cardioloog. Hij publiceerde onder andere Broeder Ezel. Over het onvermogen in de Geneeskunde en Uitersten, beschouwingen over menselijk gedrag.
cherry duyns, schrijver van o.a. De Zondagsjongen (1988, roman), De Bovenman (1990, verhalen) en - met Armando - Wat zegt? Wat doet? Verzameld Herenleed (toneel, 1985).
theodor duquesnoy (1942) studeerde Duitse taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hij vertaalde onder andere de memoires van Elias Canetti, verschenen onder de titels De behouden tong, De fakkel in het oor en Het ogenspel, en een elftal verhalen van Stefan Zweig.
karl edersheimer (1934, Rheinland Westfalen) vluchtte kort voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog zijn ouders achterna naar Nederland, waar het gezin weldra in Westerbork ‘herenigd’ werd. Hij studeerde biologie en Nederlands en doceert beide vakken aan een Pedagogische Academie. Hij is redacteur van het literair-maatschappelijke tijdschrift Kondukt. De tekst is een fragment uit een autobiografisch essay.
herman kaal (1959) is psycholoog en verbonden aan de Schorerstichting. Aldaar werkt hij als hulpverlener voor hiv-gemfecteerden en hun partners. Ook heeft hij in Amsterdam een kleine particuliere praktijk. Hij is auteur van diverse artikelen en werkt momenteel aan een studie over existentialisme en homoseksualiteit.
wiel kusters (1947), redacteur van De Gids sinds 1983. Dichter, essayist en gewoon hoogleraar Algemene en Nederlandse Letterkunde aan de Rijksuniversiteit Limburg (studierichting Cultuur- en Wetenschapsstudies). Recente publikaties: Pierre Kemp, vroeg en laat (essay, 1991) en Passio Diaboli (libretto, 1992).
frederike van der leek (1940) is taalkundige en als universitair docent werkzaam aan het Engels Seminarium van de Universiteit van Amsterdam.