De Gids. Jaargang 153
(1990)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 891]
| |
[pagina 892]
| |
Sinds toen heeft de rivier
haar oerkracht verloren
raakten de cascaden hun jeugdig vuur
kwijt; ondergedompeld in
een zwijgzame vloed
spiegelend boven verdronken kruinen
roepen de vogels hun hooglied
niet meer over het gelaat
van de stroom; ingetoomd
door een langzame hartslag
tintelend niet meer van bruisende taal
kabbelend alsmaar op een lijzige wind;
sinds toen heeft de rivier
zijn oerkracht verloren
zelfs het komen en gaan van de zee
is uit het landschap verdwenen.
| |
[pagina 893]
| |
Dacht niet aan ‘Endless Love’
tot de titel aangeeft
dat ik aan het veranderen ben;
dat fax-snel
een stem mij meldt:
de zee is plots van mening
veranderd;
waar de rivieroever was
afgezogen
legt zij in stilte
een nieuw strand aan;
bij eb
zagen wij een glinsterende schelplijn;
als dit zo aanhoudt
kan er een mens over lopen
zo dacht ik;
als dat zo aanhoudt
word je eventjes als vroeger,
maar in je nieuwe stilte
eenzaam en wijs
als de zee
wanneer de vloed
over je heengolft
aandachtiger jij
zijn taal beluistert
| |
[pagina 894]
| |
De vloed aan woorden
heeft de rivier van ons leven
ingedamd
moedeloos ervaren wij
het dichtslibben van toekomst
en van leven
de waterhyacinten van het bedrog
overwoekeren het gezicht
van ons geboorteland
roofvissen verschuilen zich
onder dit groen
de helden uit het verleden
wie hoort hun naam
binnen een verkrampte ruimte
viert doodtij hoogtij
in ons bestaan
wie is het die nog eenzaam
gelooft en verder ploegt
verwachtingsvol
naar een nieuwe horizon
hoort gij de kinderen niet
die babbelen in hun taal
klinkt van de jeugd het verwijt
niet duidelijk in ons oor
zien wij in het avondland
de vrijheid niet ontluiken
als eigenwaan ons heeft verblind
schrikken wij licht op
bij de angstroep van een kind
|
|