elis juliana (Willemstad 1927). Dichter, prozaïst, kinderboekenschrijver, tekenaar, beeldhouwer, amateurarcheoloog (Indianenculturen), folklorekenner. Verwierf brede bekendheid met zijn radio- en televisieprogramma's. Bouwde een ongeëvenaard archief op van bandopnamen (oude instrumenten, orale vertelkunst). Zijn pentekeningen, uiterst verfijnde miniaturen meestal, werden tentoongesteld in het Caribische gebied en in New York, Sao Paolo, Nederland. Vele dichtbundels, waaronder Flor di datu, Flor di anglo en een aantal delen OPI (Organisashon, planifikashon, independensia). Een Catalogus van werken van en over Elis Juliana, verzorgd door Maritza Coomans-Eustatia en Lucille Haseth, waarin verschillende essays over Juliana zijn opgenomen, werd uitgegeven door de Universiteit van de Nederlandse Antillen (1990).
boeli van leeuwen (Curaçao 1922), voormalig secretaris van de Eilandsraad, verwierf als schrijver zijn eerste bekendheid met de romans De rots der struikeling, Vreemdeling op aarde en De eerste Adam. Recente publikaties zijn de beide romans Het teken van Jona en Geniale anarchie (In de Knipscheer, resp. 1988 en 1990).
michael newton (Curaçao 1955) is als architect afgestudeerd aan de Technische Universiteit Delft. Hij is sinds 1988 werkzaam voor de Curaçaose overheid als monumenten- en restauratiedeskundige. Hij publiceerde onder andere Architectuur en bouwwijze van het Curaçaose landhuis (1986), ‘De Willemstoren op Bonaire’ (in: De Stenen droom. Liber Amicorum prof. dr. ir. C.L. Temminck Groll, 1988) en ‘Fo'i Porta, The Wilhelminapark and its surroundings’ (in: Building up the Future from the Past, 1990).
j.j. oversteegen (1926), criticus en literatuurwetenschapper. Studeerde geschiedenis, schreef over literaire kritiek (Vorm of vent, 1969) en uiteenlopende literair-wetenschappelijke onderwerpen. Redacteur van het tijdschrift Merlyn. Boeken onder meer over Multatuli, Hermans, methodologische onderwerpen, het lezen van poëzie. Hoogleraar Nederlandse letterkunde (Amsterdam) en theoretische literatuurwetenschap (Utrecht) tot 1988, nu gepensioneerd. Werkt aan een biografie van Cola Debrot die in 1991 zal verschijnen.
jules de palm (Willemstad 1922) was van 1938-1949 als onderwijzer werkzaam op Curaçao en Aruba, waarna hij aan de Rijksuniversiteit te Leiden Nederlands ging studeren. In 1969 promoveerde hij op het proefschrift Het Nederlands op de Curaçaose school. Bekendheid verwierf hij met het verhaal ‘De Kerstcakes van Shon Keta’ (Sticusa jaarboek 1964) en op Curaçao vooral met Iliushon di Anochi (1967), een Papiamentse bewerking van William Shakespeare's A Midsummer Night's Dream. Van zijn hand verschenen bij De Bezige Bij Julio Perrenal, dichters van het Papiamentse lied (samen met Julian Coco, 1979), Antiya (1981) en Kinderen van de fraters (1986).
walter palm (Curaçao 1951), dichter. Hij publiceerde een drieluik bestaande uit drie verschillende gedichtenbundels in drie talen: Winds of Words (1978), Genesis en Apocalypse (1980) en Un boka di poesia (1983).
gladys do rego-kuster (Curaçao 1948) was voorzitter van de Vrouwenorganisatie Union di Muhé Antiano (Eenheid van Antilliaanse vrouwen) tussen 1975 en 1986. Zij publiceerde tal van artikelen, interviews, verhalen en gedichten, onder andere in Tribunal (1973), Bosero (1977-1984), Chimichimi (1981) en schreef van 1982-84 een wekelijkse column in de plaatselijke krant Extra. Momenteel coördineert zij een weids opgezet gezondheidskundig project over vrouwen, seksualiteit en zwangerschap.
alex reinders (1944), jurist-econoom, was van 1983 tot 1989 lector staats- en bestuursrecht aan de Universiteit van de Nederlandse Antillen, van welke universiteit hij van 1984 tot 1988 ook rector-magnificus was. Hij publiceerde onder andere Subsidiëring van instellingen en Kunst, kunstbeleid en administratief recht, op literair terrein onder meer over Cola Debrot. Met Frank Martinus Arion was hij redacteur van De eenheid van het kristal. In voorbereiding is Politieke geschiedenis van de Nederlandse Antillen 1951-1990, een boek dat bij de Walburgpers zal verschijnen.
robert a. rojer kreeg zijn eerste muzieklessen bij zijn grootvader, Jacobo Palm (1887-1982), kleinzoon van Jan Gerard Palm (1831-1906), de stamvader van de negentiende-eeuwse Antilliaanse muziek. Hij volgde lessen aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag, maar werd daarna in Amsterdam tot arts opgeleid. Hierop specialiseerde hij zich in Groningen tot internist (in welke hoedanigheid hij sinds 1978 op Curaçao gevestigd is) en promoveerde op een hematologisch onderwerp.
r.a. römer (Willemstad 1929) was achtereenvolgens als docent en hoogleraar sociologie van het Caribisch gebied verbonden aan de Hogeschool van de Nederlandse Antillen. Van 1981-1983 was hij zowel hoogleraar als rector magnificus van de Universiteit van de Nederlandse Antillen. Van 1983-1990 gouverneur van de Nederlandse Antillen. Enkele publikaties: Korsow, een sociologische interpretatie van een Caribisch eiland, 19815, Een volk op weg, Zutphen 1979 en Het Caribisch gebied, een terreinverkenning, Curaçao 1982.
jos de roo (1942) is programmamaker bij de Caribische afdeling van Radio Nederland Wereldomroep en medewerker van Trouw en Amigoe. Hij publiceerde over Caribische literatuur in verschillende bladen. Enkele boekpublikaties: De tijd zal het leren, I.O.L., Paramaribo, Antilliaans literair logboek, De Walburgpers, Zutphen, Curaçao, Scenes and behind the Scenes (samen met Wim Rutgers), De Walburgpers, Zutphen, Oost en West en Nederland, In de Knipscheer, Haarlem, Nederlandstalige Antilliaanse literatuur, Rijksuniversiteit Leiden.