ja gans beaamt de schreeuw geslaakt
van bliksemschichtend wit geraakt
Alles wat bestaat, bestaat bij de gratie van zijn tegendeel. Vóórdat het licht bestond, was er de chaos van het niets, waaruit alles is ontstaan. Met het licht kwam ook zijn tegendeel: het donker. Zo bestaat het kwaad door de kennis van het goede en is de mens tot inzicht gekomen door het eten van de appel, verbonden met de liefde en de dood. De slang, Lucifer, de gevallen lichtdrager, die in opstand kwam tegen het goddelijk gezag, als Prometheus, zette de mens in het bijbels-mythologische verhaal aan tot het eten van de appel. In het Genesis-gedicht van Bertus Aafjes ‘In den beginne’ (1949) raakt Eva na het bijten in de appel vol van de goddelijke kennis: ‘zij herkende in het een het ander.’ Ook Adam ziet de eenheid van alle dingen: ‘Al wat is is 't Woord.’, maar al gauw verliest hij zich in vergelijkingen en roept wanhopig tot zijn geliefde: ‘Ik werp met rozeknoppen naar uw borsten; / Ik grijp uw kronkelende haar met handen, / Lianen van mijn hartstocht die ik kus, / De lieve duistre adders aan uw hoofd, / Wier beet mij door het oog dringt, 't vlees ontsteekt / Tot giftige lust, die hunkert naar de dood.’
Christine D'haen bezingt Prometheus in één van de 12 ‘Griphen’ (raadsels), in een paradoxaal verlangen naar dromen van vóór de zondeval.
Prometheus breek uw kluister
Vooruitziend weer naar Zeus ter
Zuivering van ons duister:
In ‘Cosmogonie’ laat D'haen de eenheid van alle mythologieën zien: ‘Dat wat er was was niet dat was wat was / Niets, het Ene, Zijn niet noch Niet-Zijn / Noen, Tiamat, Apsoe (Zoutwater en Zoet) / Ginnungagap, Tohuwabohu, geplet / Onder Zoervān, Aioon, Akanārak (ondeelbare Tijd) / (...).’
Gelukkig voor de lezer geeft de bundel uitgebreide ‘Aantekeningen’, waarin betekenissen en bronnen kunnen worden opgezocht.
De verbinding van liefde en dood, seksualiteit en geweld wordt in de bundel uitvoerig mythologisch geïllustreerd. Gruwelijk kort in ‘Polemologie’:
Haar tong werd uitgerukt zijn vlees verbrand
Haar hoofd onthalsd zijn lever weggevreten
Haar huid omschorst zijn huid werd afgestroopt
Zijn geslacht afgemaaid 't hare aangerand
Door beesten. Die haar lichaam heeft bezeten
Heeft zich verblind en zij zich opgeknoopt.
waarbij de aantekeningen vermelden: ‘Philomela, Herakles, Medusa, Prometheus, Daphne, Marsyas, Cronus, Leda, Pasiphae, Oedipus en Iocaste.
Pasiphae, Danae, Leda, Io, Artemis en Semele komen uitvoeriger aan de orde in ‘Erotologie’, een aaneenschakeling van dodelijk geweld van liefde.
Mirages: de bundel geeft spiegelingen met een enorme exuberantie van oude verhalen, oerverhalen. Ons leven, waarom we er zijn, hoe we zijn, dat we verlangen naar het opgaan in de ander of eigenlijk in de dood, dat alles wordt in deze poëzie gespiegeld in een paroxisme van klank en tegenklank. Ik denk aan het slot van Aafjes' gedicht. Adam spreekt over zijn kinderen.) ‘Zij zullen trachten in het zweet des aanschijns / 't Onzegbaar zuivere nog eens te noemen, / En niets dan 't schaduwrijk der beelden vinden.’