In de eerdere publikatie van dit gedicht, in de novemberaflevering van De Gids (jrg. 152, nr 11, p. 888), blijkt de vierde regel te zijn weggevallen. Onderstaand volgt de volledige tekst:
Wouter Donath Tieges
Het actuele en het ongelooflijke
En struikelde
zonder slagen te maken behalve de vrije, terwijl
voor dag en dauw melkchloor me de adem kortte:
haalde adem languit. Spreid, sluit en herboren
zo inenen en opgelucht, beentje gelicht door een
schots, een teen desnoods. Wat maal ik erom dat ik
even ben blijven zitten met de handen geheven
dat passanten uit hoofde van de legende een scheve blik
wierpen. Tijdelijk was ik mezelf voor ik opstond,
afklopte en het recept op de stoep schreef met kleurkrijt
en zweven kon, zwemmen en vliegen, gewond als ik was,
door die fatale laan met haar dubbele rijen linden,
de trottoirs ontworteld, met die funeste oranje lantaarns.