De Gids. Jaargang 152(1989)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 549] [p. 549] J.J.A. Mooij Jaargetijden I De herfst is veel te prachtig voor verdriet, met onvermoede parken, lanen, tuinen, waarvan de toppen tot in 't wijd verschiet miraculeus vergelen en verbruinen. Het geeft zelfs niet of straks de buien slaan en met veel krachtsvertoon de stormen komen. De vorst brengt ze met meesterhand tot staan. De sneeuw, hoe doods, doet fantasieën stromen. De droefheid overvalt ons maanden later wanneer het leven aarz'lend zich herneemt, soms, op een avond, staande aan het water. Hoe kalm is alles dan, hoe teer en vreemd, hoezeer gedoemd om stralend rijp te worden, zodat het lijkt of het al weer verdorde. [pagina 550] [p. 550] II Maar toch, nooit gaat het voorjaar restloos onder, want bijna elke dag toont zich een spoor van dit nabij verleden; en ook zonder een blijk van onrust dringt het feilloos door: soms ergens in de schaduw, soms pas tegen de nacht wanneer de hitte is geboet, en steeds weer in een ogenblik van regen, ruisend de eerste prilte tegemoet. Zo blijft het voorjaar clandestien bestaan, de zomer en het najaar door, tot in de winter, waar 't nog een schuilplaats weet te vinden: 't zij in een wak van zoelte opgenomen, of in wat groen onder het ijs ontkomen, of in de blauwe hemel opgegaan. [pagina 551] [p. 551] III Het voorjaar komt terug van alle kanten. Vanuit de verte waaien geuren aan; vlakbij zijn al de kleuren aan de planten; vallend uit de hemel breekt het zich baan. Na 't vele wit een grondslag voor de zomer, die in 't verborgene zijn kansen beidt. 't Leven wordt rijp, uitbundiger en lomer en wacht op 't gonzend stijgen van de tijd. Soms tevergeefs. Maar steeds betrouwbaar is de koele herfst, die met een rosse gloed en veel bravoure het landschap overdoet. - Dan hult het zich in lagen grijs vernis. Hier lossen op, hier komen bij elkaar, gedoofd, verdiept, de kleuren van het jaar. Vorige Volgende