kregen. Het pakte echter anders uit. Diario 16 bevat weliswaar journalistiek van niveau, maar wordt ontsierd door de achterklap en triviale nieuwtjes over sterren, politici en koningshuis die een prominente plaats innemen, onder andere door de talrijke foto's (waarvan vele in kleur!). Ook El País bevredigt de in Spanje zéér wijd verbreide behoefte aan human interest (elke dag treft men op de achterpagina de rubriek ‘Mensen’ aan, die ons een blik gunt in de keuken van publieke figuren), maar op veel minder opzichtige wijze. De boekenbijlage van Diario 16 steekt die van El País echter wel degelijk naar de kroon. Volgens sommigen is de strijd zelfs in het voordeel van Diario 16 beslist. Dat is begrijpelijk: de bijlage is - gemeten naar Spaanse maatstaven - zakelijk, gevarieerd en fraai vormgegeven. Hier staat tegenover dat El País beschikt over Spanje's beste dagbladcriticus: Rafael Conte. Bij elk boek dat hij bespreekt ziet hij kans om onvermoeibaar bij nul te beginnen: in het kort plaatst hij het boek binnen de literatuur van het land van herkomst en binnen het oeuvre van de auteur, om daarna op even heldere als persoonlijke wijze het boek zelf te bespreken. Op deze manier geeft hij elke keer ook de niet ingewijde lezer de kans zijn smaak te vormen en te spiegelen.
Een ontwikkelde weekbladpers kent Spanje niet. De oprichting van Cambio 16 ruim vijftien jaar geleden leek hierin verandering te brengen. Het tijdschrift was tijdens de overgang van dictatuur naar democratie een levendig, interessant, belangrijk weekblad, ook op cultureel gebied. Maar wat de Spaanse Newsweek had moeten worden (korte, heldere, informatieve stukken), is een tijdschrift geworden met in het algemeen inderdaad korte, maar te bloemrijk geschreven, babbelzuchtige en dus weinig informatieve artikelen, verlucht door een overdaad aan illustraties. Wie op de hoogte wil blijven van wat in en wat uit is, kan in Cambio 16 terecht, wie serieuze stukken over recent verschenen literatuur wil lezen zal zijn heil elders moeten zoeken.
Het aantal literaire tijdschriften is de laatste jaren aanmerkelijk toegenomen. In de belangrijkste hiervan wordt veel aandacht besteed aan nieuwe titels. Het opvallendst gebeurt dit in het driemaandelijkse Leer: elk nummer begint met vijftig korte (één kolom), niet ondertekende besprekingen. Deze signalementen maken soms de indruk gebaseerd te zijn op haastige, onvolledige lectuur, maar voor wie op de hoogte wil blijven van wat er recent is verschenen en geen zin heeft wekelijks de boekenbijlage van El País te raadplegen, zijn ze een aantrekkelijk alternatief. Evenals vele andere kranten en tijdschriften heeft Leer een eigen boekentoptien. Ook publiceert het tijdschrift de voorkeurslijstjes van diverse dagbladcritici. (Príncipe de Vergara, 17-3.o izq., 28001 Madrid)
Quimera is het meest verkochte literaire tijdschrift van Spanje. Het heeft sinds kort zelfs een dependance in Mexico, terwijl er plannen zijn voor een kantoor in Buenos Aires. Het succes van Quimera is begrijpelijk en verdiend, want de inhoud is van niveau, de samenstelling gevarieerd en de lay-out prachtig. Onder de medewerkers bevinden zich talrijke gerenommeerde schrijvers uit binnen- en buitenland. Het leeuwedeel van de bijdragen bestaat uit essays, maar boekbesprekingen en nieuwtjes nemen ook een belangrijke plaats in. Korte verhalen en gedichten plaatst het tijdschrift ook, zij het onregelmatig. Bijna elk nummer is voor ongeveer de helft gewijd aan een speciaal thema. Wat de boekbesprekingen betreft lijkt Quimera niet te streven naar volledigheid. Er staan wel signalementen van recent verschenen boeken in dit ongeveer om de twee maanden verschijnende tijdschrift, maar veel minder dan in Leer. Wel gaat Quimera dieper in op een select aantal titels. Zoals in alle Spaanse kranten en tijdschriften, zijn de besprekingen sterk wisselend van kwaliteit. (C/. Maignon, 3o, 08024 Barcelona)
El Urogallo lijkt op Quimera (gevarieerde formule, mooi vormgegeven) en is dus een aantrekkelijk tijdschrift, maar heeft minder allure. De schrijvers van naam die tot de vaste medewerkers behoren zijn niet de meest op-