Weerwoord op het apophtegma van AdS, De Gids 1988, nr 5, p. 384:
AdS wekt af en toe verbazing. Nu zet deze man die een benoemingscommissie voorzit mensen (zelfs vrouwen) op de voordracht voor een hoogleraarschap die hij niet geschikt acht. Worden daarmee verdienstelijke vrouwen geëerd?
Als mannen de betere kansen die ze hebben beter kunnen benutten worden verdienstelijke vrouwen tot in eeuwigheid achtergesteld. Dat heeft niets te maken met onrecht uit het verleden maar met gelijke kansen van nu.
Hoeveel hoogleraren in de sociale wetenschappen weten eigenlijk iets af van sociale processen, van de hardnekkigheid van vooroordelen? En van de aan macht verbonden netwerken waardoor de ene betrokkene middels een redactielidmaatschap zijn ongenoegen direct kan spuien en de andere niet?
Jenny E. Goldschmidt
Ruim baan voor uw ongenoegen, en voor uw ongelijk: de commissie plaatste een man als eerste op de voordracht, omdat hij nog geschikter geacht werd dan de vrouw die als tweede werd voorgedragen. De meest geschikte is benoemd. Zo hoort het. - AdS