De Gids. Jaargang 151

[p. 480]

Medewerkers aan dit nummer

bertus aafjes (1914) publiceerde gedichten, reisverhalen en novellen. In 1987 verscheen van hem een bundel jeugdherinneringen, De sneeuw van weleer.

h.c. ten berge (1938) debuteerde in 1964 als dichter met de bundel Poolsneeuw. Meest recente publikatie: Het geheim van een opgewekt humeur (roman, 1986). Ook verzamelde en vertaalde hij Mythen en fabels van noordelijke volken, drie delen, 1987.

greetje van den bergh (1947) studeerde vertaalkunde Frans aan de Universiteit van Amsterdam. Zij is werkzaam als literair vertaler en als criticus. Vertaalde onder meer Mishima of Het visioen van de leegte van Marguerite Yourcenar.

hansberghuis (1924) maakte in 1986 zijn tweede debuut als dichter met Plaatsen van onherbergzaamheid. In 1987 volgde Een winter in Tomi.

huub beurskens (1950) publiceerde dit jaar het grote gedicht Charme. In augustus verschijnt van hem de verhalenbundel Badhok. Hij is redacteur van Het Moment, kwartaalboek voor nieuwe literatuur en kunst.

frans budé (1945) schreef drie gedichtenbundels: Vlammend marmer (1984), Een leem (1986) en Grenswacht (1987). Hij was redacteur van Het Bassin, tijdschrift voor actuele beeldende kunst en poëzie.

maarten van buuren (1948) doceert Algemene literatuurwetenschap aan de Universiteit van Nijmegen. Hij promoveerde op Emile Zola-de la Metapohore au Mythe (Corti, Parijs 1986). Verder verschenen van hem o.a. de bundel opstellen Ongebaande wegen (1985) en De boekpoeper. Grotesken in de literatuur (Assen 1982). Is redacteur van De Revisor en publiceert ook in o.a. Forum der Letteren en Raster.

maartje draak (1907), emeritus-buitengewoon hoogleraar in de Keltische taal- en letterkunde aan de Universiteit van Amsterdam en Utrecht.

arjen duinker (1956) publiceerde eerder in Hollands Maandblad, Avenue, De Revisor en Het Moment. Onlangs verscheen zijn poëziebundel Rode Oever. Hij verzorgde (met K. Michel) AapNootMies.

remco ekkers (1941) schrijft een poëziekroniek in De Gids sinds nummer 7, 1986. Publiceerde gedichten in De Gids, Raster, Wolfsmond en Hollands Maandblad. In de Zeeuwse Slibreeks verscheen de cyclus Buurman (1979). In 1986 verscheen zijn bundel Een faun bij de grens.

j. heymans (1954) studeerde wiskunde en wijsbegeerte aan de Universiteit Twente. Publiceerde eerder in het cs van NRC Handelsblad, De Revisor en Wolfsmond.

anton korteweg (1944) publiceert dit jaar zijn zesde gedichtenbundel, Voor de goede orde, en een keuze uit zijn eerste drie, niet meer verkrijgbare bundels, Dierbare tijden. Hij is directeur van het Nederlands Letterkundig Museum en documentatiecentrum te Den Haag.

jan kostwinder (1960) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde. Hij is medeoprichter en redacteur van het literaire tijdschrift Adem.

wiel kusters (1947), redacteur van De Gids sinds 1983. Recente publikaties: De killer. Over poëzie en poetica van Gerrit Kouwenaar (dissertatie, 1986), Het leven op stoomschepen (gedichten, 1986), X kijkt in Y. Vijf causerieën over Pierre Kemp (1986), Raad van Alfabet (kanttekeningen bij poëzie, 1987), Het veterdiploma (gedichten voor kinderen, 1987), Dit lege hart. Over J.C. Bloem (1987). Dit jaar verschijnt een ruime keuze uit zijn Gids-kronieken en essays: De geheimen van wikke en dille.

j.j.a. mooij (1929) is hoogleraar in de algemene literatuurwetenschap aan de Rijksuniversiteit Groningen. Zijn laatstverschenen boek is De wereld der waarden. Essays over cultuur en samenleving (1987). Hoofdstuk elf hiervan gaat over het werk van A. Roland Holst, evenals hoofdstuk zes van zijn Tekst en lezer (1979). Eerdere gedichten van hem verschenen in De Revisor, Hollands Maandblad en De Gids (september 1987).

[p. 481]

ieme van der poel (1949) is verbonden aan de vakgroep Franse taal- en letterkunde van de Universiteit van Amsterdam en doet een promotie-onderzoek naar het tijdschrift Tel Quel. Zij publiceert in NRC Handelsblad over Franse literatuur.

piet de rooy (1944) is hoogleraar nieuwste geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceerde o.a. over de werklozenzorg in de crisistijd en bereidt een studie voor over het sociaal-Darwinisme.

wilfred smit (†1972) studeerde Slavische talen aan de Universiteit van Leiden. Hij debuteerde als dichter met de bundel Een harp op wielen (1959), later gevolgd door Franje (1963) en Verzamelde gedichten (1971).

maarten steenmeijer (1954) is docent Spaanse taal- en letterkunde aan de Katholieke Universiteit Nijmegen. Hij vertaalde werk van o.a. Ernesto Sábato, Juan Carlos Onetti, Octavio Paz en van de Generatie van '27, en stelde diverse bloemlezingen samen. Publiceert regelmatig in Vrij Nederland en Bzzlletin en is redacteur van de rubriek Buitenlandse literatuur van De Gids.

evert van uitert (1936) volgde in 1985 Hans Jaffé op als hoogleraar in de geschiedenis van de moderne kunst aan de Universiteit van Amsterdam. Voordien werkte hij vele jaren aan het Kunsthistorisch Instituut in Utrecht bij de afdeling iconologie en kunsttheorie. Publiceerde o.a. over Van Gogh en voerde (samen met Michael Hoyle) de redactie van de grote Engelstalige uitgave gewijd aan het Van Goghmuseum, onlangs verschenen als het tweede deel in de serie Art Treasures of Holland. Recente publikatie: Het geloof in de moderne kunst (1987).

jan van der vegt (1935) publiceerde novellen, een reisboek over Ierland en monografieën over Hendrik de Vries en Ida Gerhardt. In 1974 verscheen van hem een grote studie over A. Roland Holst, De brekende spiegel. Hij werkt aan een biografie van Hans Andreus.

hans r. vlek (1947) bezocht de kunstacademie en ontving voor zijn verzamelbundel Zwart op Wit de Jan Campertprijs.

hans van de waarsenburg (1943) publiceerde o.a. de dichtbundels Avondlandschappen (1982), Ach, de tijd (1985) en Waar het blauw eindigt (1987).

willem g. weststeijn (1943) is medewerker aan het Slavisch Seminarium van de Universiteit van Amsterdam en redacteur van de rubriek Buitenlandse literatuur van De Gids. In 1986 verscheen de door hem samengestelde en vertaalde bundel poëzie Ik en Rusland van Chlebnikov.

peter zonderland (1947) publiceerde twee gedichtenbundels: belichtingstijd (1978) en schaduwen (1984).