De Gids. Jaargang 151(1988)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 444] [p. 444] Hans R. Vlek Het punthoofd van Hellas Voor Mieke Z. Hektor, Ajax en Achilles draven met de Dioscuren genadeloos door je schedel op en neer, heen en weer, maar je spreekt geen dode talen. Je tergt je papillen met de weemoed van de oeroude wijn uit Corinthe en raakt zodoende stom en sprakeloos, rijp voor de gifbeker. Inderdaad, mijn beste Philopantheos: wij kunnen de schimmen niet meer bereiken, en ons weten is minder dan niets. Hoe verder ons zwaard naar het oosten reikt, in het westen rusten wij later amechtig uit. Hoe verder onze wijsheid west'lijk trekt, wij zijn gedoemd verbaasd naar het oosten te staren. De papavers op Pericles' graf zijn even dor als Xenophon's verstofte botten. Bulderend troont Zeus ter fontanel en fluistert in je marmeren oor geheimen over de maandstond van de pythia en de haetara Theala, de kretenzischgelokte. Maar op de Ida en de Parnassus zie je de harpen roesten en je hart is vermarmerd door Phidias' daimoon. Je zwerft als een zeearend hoog boven Athene. [pagina 445] [p. 445] Kijk: daar kakt Diogenes tegen een pijnboomstronk, en daar slaat een zwetende muntsmid gouden obolen. En uit een klein lyceum klinkt mannengehijg. Het geluid van duizend reienzingende wasvrouwen aan de Meander maakt je duizel volmaakt: Thalassa! En in de diepte zie je de meisjes van Lesbos in een volstrekt nieuwe choreografie van Sappho: een spiernaakt onbetaalbaar cinemascope, ultimaat Hellasbolsjoi! Later meert er een triremer van Seleukis en ontvoert ze allen: o, dat schoolmeidengegil, dat gekrijs! De halfnaakte wijzen van Syracuze zijn met driehoekjes als gekken in de weer, het ene ‘Eureka’ na het andere knalt tegen de zonnige hemel omhoog, maar je hebt nog niets geschreven. In een herdershut copuleren twee knapen en Pan kijkt halfhinnikend toe: Wijn, Dzeuspitar, bekers verkoelende wijn! Coca-cola! Ach, Prometheus aan zijn rots geklonken heb je nooit benijd al heb je heel wat op je lever: je daalde met Schliemann in Troye's schachten en vond er geen slip van Helena's gewaad, geen droesem uit Nestor's beker: je zwijgt als een Thracisch graf en sterft vierduizend jaar voor je geboorte. Vorige Volgende