me of Europese traditie’ in De Gids juni 1964. Frenkel schrijft regelmatig over het thema straf en schuld, o.a. in De Gids. |
|
paul van heck (1952) is wetenschappelijk medewerker bij de vakgroep Italiaans aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Hij werkt aan vertalingen van La Città del Solle van Tomaso Campanella en Discorsi sopra la prima Deca di Tito Livio van Niccoló Macciavelli. |
|
luc huyse (1937) is hoogleraar aan de rechtsfaculteit van de Katholieke Universiteit Leuven. Hij publiceerde o.a. De gewapende vrede. De Belgische politiek na 1945, Kritak (1980/1986), De verzuiling voorbij, Kritak (1987), Luc Huyse & Jan Berting (red.), Als in een spiegel? Een sociologische kaart van België en Nederland, Kritak (1983). |
|
wiel kusters (1947). Redacteur van De Gids sinds 1983. Recentste publikaties: De killer. Over poëzie en poëtica van Gerrit Kouwenaar (dissertatie, 1986) en Raad van Alfabet (1987). |
|
roland mortier (1920), doctor Romaanse filologie (1950). Vanaf 1955 professor aan de Université libre de Bruxelles. Lid van de Académie Royale de Langue et de Littérature françaises (Brussel). Ere-doctor Univ. Paul Valéry (Montpellier) Univ. Goettingen. Specialismen: Franse literatuur (vooral 18e eeuw) en Vergelijkende literatuurwetenschap. Werken o.a.: Diderot en Allemagne (1954), Clartés et Ombres du siècle des Lumières (1969), La poétique des ruines en France (1974), L'originalité. Une nouvelle catégorie esthétique (1982). Kritische uitgaven o.a.: Van Lerberghe, ‘La Chanson d'Eve’ (1980) en Voltaire: L'examen important de Mylord Bolingbroke le Philosophe ignorant (1987). |
|
anne marie musschoot (1944) is hoogleraar bij het Seminarie voor Nederlandse literatuurstudie, Rijksuniversiteit Gent. Zij promoveerde in 1971 met een studie over Het Judith-thema in de Nederlandse letterkunde en publiceerde diverse artikelen over moderne Nederlandse literatuur (K. van de Woestijne, P. van Ostaijen en J. van Nijlen). Co-editeur van het Verzameld werk van Cyriel Buysse. |
|
michel oukhow (1926) studeerde geschiedenis aan de Rijksuniversiteit te Gent. Hij promoveerde op een proefschrift over Cesar de Paepe en de groei van anarchisme tot Marxisme en publiceerde diverse artikelen over Socialisme en de Vlaamse Beweging, de socialistische pers in de negentiende eeuw en de vrijdenkerij. Tevens schreef hij een roman Het verbrande testament. |
|
monika van paemel (1945). Schrijfster. Na de zomervakanties aan de Nederlandse kust een uitgebreider kennismaking met Nederland door een langdurig herstelverlof (12-14 jaar) in een grensstreek. Later een intense wisselwerking tussen Noord en Zuid door het schrijven, uitgeven bij Nederlandse uitgeverijen, radiowerk, contacten met lezers, de vrouwenbeweging en persoonlijke vriendschappen. Publiceerde onder meer: De Vermaledijde vaders (1985), Marguerite (1985) en De Confrontatie (1986). |
|
wim van rooy (1947), neerlandicus, free lance-journalist bij radio (brt 3) en televisie. Publiceerde onder meer in Nieuw Vlaams Tijdschrift, Restant, Intermediair, Belgisch Tijdschrift voor Diplomatie. Publiceerde in samenwerking met L. Jansseune, R. Beckers en J.P. Lissens acht delen voorpublikatie over De Wereld van Van Nu en Straks. |
|
herman sabbe (1937), doctor in de rechten en in de musicologie. Docent aan de Rijksuniversiteit Gent en aan de Université Libre de Bruxelles. Hij publiceerde onder andere: Romantiek, Dadaisme, Het Muzikale Serialisme als techniek en als denkmethode, Essai de sociologie des musiques contemporaines, Stockhausen: wie die Zeit verging, Ligeti - Studien zur kompositorischen Phänomenologie. |
|
mark schaevers (1956) is redacteur bij uitgeverij Kritak. Publiceert regelmatig in De Nieuwe Maand. Samensteller, met Jan Ceuleers, van Waar ligt België? Buitenlandse schrijvers op zoek, Kritak (1986). |
|
hubert smeets (1956). Schrijft een binnenland-kroniek in De Gids sinds nummer 1, 1987. Is redacteur van NRC Handelsblad. |
|
klaus siegel (Düsseldorf, 1934) is redacteur van de rubriek Buitenlandse literatuur van De Gids en docent aan het Instituut voor Vertaalwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Hij publiceert sedert de vroege jaren zestig over Duitse literatuur en vertaalt ook uit dit taalgebied. Recentste vertaling: Gottfried Benn, Dubbelleven. Momenteel werkt hij aan een vertaling van de dagboeken van Friedrich Hebbel. |
|
a.l. sötemann (1920) was tot 1 september 1985 hoogleraar in de nieuwere Nederlandse letterkunde aan de Rijksuniversiteit te Utrecht. Hij is redacteur van De nieuwe taalgids. In 1980 ontving hij de G.H. 's Gravesandeprijs van de Jan Campertstichting voor zijn literatuurwetenschappelijk oeuvre, in het bijzonder voor zijn uitgave van en zijn essays over de poëzie van J.H. Leopold (zoals Op het voetspoor van de dichter. De ontstaansgeschiedenis van J.H. Leopolds ‘Naast ons, naast ons, achter het riet, 1980) en J.C. Bloem. |
|
maarten steenmeijer (1954) is docent Spaanse taal- en letterkunde. Hij vertaalde werk van o.a. Ernesto Sábato, Juan Carlos Onetti en van de Generatie van '27 en stelde diverse bloemlezingen samen. Publiceert regelmatig in Vrij Nederland en Bzzlletin en is redacteur van de rubriek Buitenlandse literatuur van De Gids. |