heel wat avontuurlijke concerten gegeven, die in veel opzichten die van het Schönberg Ensemble aanvulden. Deze beide groepen getuigen van bijzondere geestdrift en geven met de vele erbij betrokken jonge mensen uitvoeringen met groot elan. Ik zou me een nieuw type programma kunnen voorstellen, bestaande uit composities die financieel vrijwel onhaalbaar zijn voor de meeste concert-organisaties, ten gevolge van de extreme complexiteit van sommige componisten. Die kunnen nauwelijks serieus worden geprogrammeerd. Een project van dit type is, voor zover mij bekend, nog niet opgezet, maar dat geldt eigenlijk ook voor de meeste andere landen, waar uitvoeringen van werk van bijvoorbeeld Wolpe, Sorabji en Ferneyhough voor orkesten of ensembles bijna niet haalbaar zijn. Op de meeste programma's is de hoeveelheid Nederlandse muziek bijzonder klein. Slechts enkele orkesten maken er werk van, terwijl voor de meerderheid het probleem eenvoudig niet bestaat. De platenserie van het Residentie Orkest verdient in dit opzicht aandacht.
De Nederlandse radio, hoewel in het bezit van een muziekzender 4, heeft weinig verbetering gebracht in het propageren van onbekende muziek. Vele van de actiefste programmamakers hebben óf de radio verlaten, óf de radio heeft de voor het uitzenden van hedendaagse muziek beschikbare tijd ingekort. Daardoor hebben de afdelingen muziek in het algemeen enigszins ingeboet aan het idealisme dat in de jaren zestig en zeventig wel degelijk bestond, en ook doordat de populaire omroepen proberen muziek te ‘verkopen’ om leden te ‘kopen’, en een muziek-voor-miljoenen-beleid voeren dat bij de massa in de smaak moet vallen. Zo'n beleid is volstrekt oninteressant, aangezien de mensen op wie het zich richt doorgaans uit zichzelf geen nieuwsgierige muziekliefhebbers zijn. Het is een ijdele gedachte dat je op die manier meer luisteraars wint voor serieuze muziek, en hun smaak en waardering kunt ontwikkelen. Maar toch, ondanks het feit dat het om acht uur 's morgens begint, er is tenminste één kanaal gereserveerd voor serieuze muziek. Met meer planning van interessante projecten (als tegenwicht voor de populaire omroepen) zou het zelfs fantastisch goed kunnen worden. Zoals bijvoorbeeld de bbc in vroeger tijden, toen programmamakers eigentijdse muziek met een minder vooringenomen blik tegemoettraden. En niet te vergeten de wdr in Duitsland, die een aanzienlijk aantal boeiende hedendaagse muzikale projecten brengt (hoewel niet zonder intern verzet). Met de overvloed aan uitmuntende platen en opnamen geloof ik niet dat het zo kostbaar kan zijn iets dergelijks te realiseren.
In het recente verleden heeft de situatie rondom de Nederlandse orkesten veel tijd en aandacht gekregen. Het wemelt van de pro's en contra's, besluiten die een alternatief bieden blijven uit. Alternatieven worden hoe dan ook meestal ingegeven door de stille hoop bij de overheid dat hervorming minder geld zal kosten. Meestal is het tegenovergestelde het geval, zou ik denken. Alle hervormingen, bezien in het licht van de bezuiniging, blijken uiteindelijk kostbaarder en leveren inhoudelijk minder op. In andere sectoren wordt er zoveel verspild. Laat er een levendige atmosfeer rondom de orkesten ontstaan en een beter programmabeleid worden gevoerd; niet alleen met de al bekende reuzen, maar ook met de reuzen van de toekomst. De vpro-televisie heeft zich onlangs ingezet voor de Nederlandse muziek van de laatste jaren, werkelijk een fantastisch initiatief om deze muziek buiten het doorgaans beperkte kringetje van liefhebbers te brengen. Gezien het aantal interessante werken dat in die jaren geschreven is, roept de programmakeus bepaalde vragen op: slechts een kleine kring van componisten blijkt vertegenwoordigd te zijn. Ik vraag me af hoe de keus tot stand komt en wie haar maakt; toch is het een weg die kan leiden tot een grotere belangstelling bij het publiek, die we nauwelijks meer hebben meegemaakt sinds de geweldige serie Vietnam-concerten in de jaren zestig. Concerten met een werkelijk enorm geladen spanning, die sindsdien zonder weerga gebleven is. Met de onze-