[Nummer 2/3]
[Redactioneel]
Dit nummer wordt de lezer aangeboden bij wijze van receptie: Bij de honderdvijftigste verjaardag heeft
De Gids als gastschrijvers een aantal auteurs uitgenodigd die Nederland goed hebben leren kennen maar die een groot deel van hun leven elders hebben doorgebracht. Het nummer is dan ook gewijd aan de receptie van Nederland door de buitenwereld en daarin weerkaatst de ontvangst van die buitenstaanders in Nederland.
Voor de inboorling zijn de eigenaardigheden van een samenleving te vanzelfsprekend om herkenbaar te zijn, voor de vreemdeling te onwennig om zich erin te kunnen inleven. Om zich van een samenleving een beeld te kunnen vormen moet men er vertrouwd mee geraakt zijn en er toch ook vreemd aan zijn gebleven. En daarop heeft de redactie de medewerkers aan dit nummer uitgezocht.
De lezer kan al bladerend een rondgang maken langs de hier vergaderde gastauteurs en de mening van de een afwegen tegen het oordeel van de ander: dat vinden zij dus van Nederland en de Nederlanders. Het past de redactie als gastvrouwe niet om al die opinies onder één noemer te brengen, maar de lezer is vrij er een grootste gemene deler in te zoeken. Sommige gasten zijn ijzig voorkomend in hun uitspraken, andere verdacht beleefd, een enkeling scherp, de meeste verbazend vriendelijk. De lezer gaat voort, verwondert, ergert en vermaakt zich, zoals dat bij een receptie gaat, blijft hier en daar eens hangen, houdt opeens getroffen stil... en vormt zich uit zoveel stemmen een eigen indruk van de indruk die men van de Nederlanders heeft. - AdS