De Gids. Jaargang 148
(1985)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermdFlora Stiemer
| |
[pagina 624]
| |
futuristische visie op de vrouw van geheel andere aard is dan die van na de ‘Grote Oorlog’. Zoals gezegd bood het futurisme onderdak aan vogels van diverse pluimage, vrouwen zowel als mannen, die in ieder geval één kenmerk gemeen hadden, namelijk onvrede met de bestaande situatie in de kunst en de maatschappij. Het futurisme kan gezien worden als een antibeweging zonder een duidelijk uitgewerkte ideologie. Afbraak van alle door traditie gevormde waarden was immers het doel van de futuristen en dat doel, zo vonden zij, kon slechts door middel van geweld bereikt worden, en alleen oorlog bezat voldoende springlading om de vastgeroeste traditie op te blazen en de weg te banen voor iets nieuws. In dit licht moeten alle acties en stellingen van de futuristen van vóór de oorlog bekeken worden en dus ook hun mening over de vrouw. Die mening, in 1909 door Marinetti samengevat met ‘minachting voor de vrouw’, deed veel stof opwaaien, en dat was ook precies wat de futuristen beoogden. Het ging hen in de eerste plaats om het schokeffect en de aandacht die de futuristen als gevolg hiervan ten deel zouden vallen. Overigens heeft Marinetti diverse malen een toelichting op de gechargeerde uitspraak gegeven.Ga naar eindnoot2. De futuristische stellingname gold, aldus Marinetti, minder de vrouw als wel de romantische liefde zoals de symbolistische schrijvers van het fin-de-siècle die schilderden. In dit literaire beeld speelde de femme-fatale, die met haar verleidingskunsten de man het hoofd op hol bracht, een hoofdrol. Het was volgens de futuristen de schuld van ‘de kerker van het huwelijk’ dat mannen op deze manier tot ‘hoorndragers’ gereduceerd werden of veranderden in weke Don Juans, die alleen nog maar wisten te zwijmelen in het maanlicht. Het huwelijk, als belangrijkste exponent van traditionele behoudendheid, was een instituut waar de futuristen als anti-beweging uiteraard weinig mee op hadden. Marinetti ried zijn geestverwanten aan zich niet in de vrouwelijke netten te laten strikken en seksueel contact ‘snel en ongebonden’ af te handelen, slechts ‘ter instandhouding van de soort’.Ga naar eindnoot3. Van de Florentijnse futuristen Papini, Tavolato en Soffici, een drietal dat vooral rond het cultureel-avantgardistische tijdschrift Lacerba actief was, leren we dat zij ieder een eigen invulling van de marinettiaanse richtlijnen hadden. Papini deelde de mening van Marinetti dat vrouwen maar het best zo veel mogelijk gemeden konden worden, maar de redeneringen tegen het huwelijk van Soffici leken meer voor de vorm dan uit principe verkondigd. Niet zelden mijmerde Soffici in Lacerba op dweperige toon over mooie vrouwen, en ook Tavolato keerde zich allerminst van de andere sekse af, zij het dat hij zijn genoegens bij prostituées zocht. Het beeld van vrouw, liefde en huwelijk wordt er niet eenvoudiger op als we de futuristische uitspraken en geschriften vergelijken met hun daden. Wie schetst onze verbazing als blijkt dat van de Milanese futuristen van het eerste uur - Marinetti, Balla, Russolo, Severini, Carrà en Boccioni - alleen de laatste ongetrouwd gebleven is, waarbij aangetekend moet worden dat hij op jonge leeftijd in de oorlog omkwam. Kortom, de futuristen bleken zich in het dagelijks leven niet anders te gedragen dan de door hen zo verafschuwde burgers. De futuristische uitspraken met betrekking tot vrouw, huwelijk en liefde moeten dan ook niet al te letterlijk genomen worden en laten zich beter plaatsen in de hoek van het effectbejag, althans voor wat de vooroorlogse periode betreft. In deze periode voorafgaand aan de Eerste Wereldoorlog trad de Franse futuriste-dichteres-danseres Valentine de Saint-Point voor het voetlicht met de publikatie van twee manifesten: het ‘Manifest van de Futuristische Vrouw’ en het ‘Manifest van de Lust’.Ga naar eindnoot4. Zij formuleerde, naar eigen zeggen, in het ‘Manifest van de Futuristische Vrouw’ een antwoord op Marinetti's ‘minachting voor de vrouw’. Dit antwoord, dat een polemisch uitgangspunt veronderstelt, bleek in praktijk echter grotendeels een acclamatie aan het adres vanGa naar eindnoot5. | |
[pagina 625]
| |
Marinetti. ‘De meerderheid van de vrouwen is noch superieur, noch inferieur aan de meerderheid van de mannen. Ze zijn gelijk en verdienen gelijke minachting’, aldus De Saint-Point, maar tegelijk laat zij verderop in het epistel gelijkgeschakelde begrippen als ‘man’-‘sterk’ en ‘vrouw’-‘zwak’ in tact. Ook het ‘Manifest van de Lust’ bevat tal van tegenstrijdigheden. Enerzijds betitelde zij de vrouw als een instinctief wezen, waarmee zij het mannelijk oordeel bijviel. Anderzijds typeerde zij dat instinct als ‘wreed’, ‘egoïstisch’ en bovendien ‘wellustig’, eigenschappen die zij positief waardeerde, omdat er creatieve kracht van uit zou gaan. Het is begrijpelijk dat de futuristische mannen met De Saint-Points geschriften nauwelijks ingenomen waren. Het positieve van een wellustige vrouw hadden zij nog nooit ingezien, alleen de wellust van de man was in hun visie gerechtvaardigd. De eerder genoemde Tavolato maakte in zijn pleidooi voor prostitutie echter dankbaar gebruik van haar manifest, verder zijn de geschriften van de Franse avant-gardiste nauwelijks van invloed geweest op het futuristische denken. Daarvoor was haar stem als enige vrouw tussen zo vele mannen te zwak. Een aantal futuristes van ná de oorlog, meest schrijfsters van enige naam zoals Rosa Rosà en Enif Robert, die met de nieuwe vrije syntax van het futurisme werkten - de zogenaamde ‘parole-in-libertà’ - lijken meer gehoor te krijgen bij hun mannelijke collega's. Hun mening valt na de oorlog verscheidene malen met betrekking tot maatschappelijke onderwerpen te horen in de futuristische ‘clubbladen’ Italia Futurista en Roma Futurista. Om deze erkenning te kunnen verklaren moeten we echter terug naar de oorlogsjaren.
Met de deelname van Italië aan de Eerste Wereldoorlog was voor de futuristen een grote wens in vervulling gegaan: eindelijk zou de oorlog, ‘de enige hygiëne van de wereld’, Italië verlossen van het belemmerende verleden en de weg vrij maken voor een culturele eenheid. Kerstmis 1917 toonde echter een andere werkelijkheid dan de futuristen hadden verwacht. In de slag bij Caporetto leden de Italianen een verpletterende nederlaag. Deze nederlaag was voor het futuristische denken van grote invloed. Vanaf dat moment besloten zij namelijk de oorlog tot een absolute eindoverwinning door te zetten teneinde de Irredenta-gebieden te verwerven en de culturele eenheid van Italië te waarborgen. De oorlog werd niet meer beschouwd als de bulldozer die het oude puin zou ruimen, maar als het middel om een politiek doel te verwezenlijken. De deelname van de futuristen aan de politiek was hiermee een feit. Had deze nieuwe stellingname, die uitmondde in de oprichting van de Futuristische Partij, ook gevolgen voor het futuristisch denken over vrouwen? Ogenschijnlijk niet. Nog steeds fulmineerden Marinetti en consorten tegen het huwelijk, als zijnde een verstikkend instituut, met als enige mogelijkheid tot ontsnapping het ‘overspel’. In toenemende mate pleitte Marinetti voor ‘vrije liefde’, waarin partners elkaar niet tot slaaf zouden reduceren. Aanvankelijk tussen de regels door, maar later steeds duidelijker, komt echter aan het licht wat de nieuwe motieven waren om op de oude voet voort te gaan. Propageerde Marinetti vóór de oorlog vrije liefde uit een antihouding, namelijk tegen het burgerlijk huwelijksinstituut, thans bleek die vrije liefde andere voordelen op te leveren. De voortekenen zijn in Marinetti's roman Come si seducono le donne (1917) al duidelijk aanwezig. Marinetti, die voor de oorlog contact met vrouwen tot het uiterst noodzakelijke, namelijk ‘ter instandhouding van de soort’ wilde beperken, lijkt zijn vrienden het contact met vrouwen nu niet vaak genoeg aan te kunnen raden. De liefdesdaad wordt in zijn roman nu ineens als ‘mooi en gezond’ (una bella e sana normalità) afgeschilderd. Veelzeggend is ook dat Marinetti het woordje ‘soort’ (specie) vervangt door ‘ras’ (razza): niet de instandhouding van de menselijke soort, maar de procreatie van het Italiaanse volk ging hem ter harte. In | |
[pagina 626]
| |
Roma Futurista van 4 april 1920 liet Marinetti geen enkele onduidelijkheid meer over zijn toekomstplannen bestaan: ‘In naam van de grote viriele en vruchtbare toekomst veroordelen wij futuristen de zwakheid van de vrouw en de toegewijde domheid van de man, die beide meewerken aan de ontwikkeling van de prostitutie, pederastie en de steriliteit van het ras.’ Hij wil vurige mannen en vruchtbare vrouwen. De redevoeringen tegen het huwelijk, die voor de oorlog uit anti-burgerlijke gevoelens geboren waren, dienden nu om vrouwen tot het baren van kinderen aan te zetten, zonen wel te verstaan, die nodig waren voor het voortzetten van de strijd. Analoog zou vrije liefde de knellende banden van het huwelijk losmaken, de geslachtsdrift bevorderen en vrouwen het financieel en moreel makkelijker maken om kinderen te krijgen. Immers, in de meeste gezinnen met een smalle beurs was een extra eter niet welkom en ongetrouwde vrouwen keken wel uit zich de schande van een bastaardkind op de hals te halen. In een situatie van vrije liefde, zo rekende Marinetti voor, zou dat anders gaan: het onwettige kind zou niet meer bestaan als iedereen een vrije verbintenis zou hebben, terwijl het financiële probleem eenvoudig op te lossen was door een ‘kinderbelasting’ in te stellen voor alle mannen tussen de achttien en de vijftig jaar waarmee opvoedingsinstituten bekostigd konden worden. In een tijd waarin ‘alle produktieve krachten van de vrouwelijke sekse gebruikt moeten worden voor de toekomst van het Italiaanse ras’ was een dergelijke situatie beslist noodzakelijk, aldus Marinetti in zijn verkiezingsgeschrift ‘Democrazia Futurista’. Bovendien, was nu zijn onomwonden mening, ‘alleen de vrouw die moeder is, kan zich een echte vrouw noemen’. Uiteraard stond Marinetti hierbij niet de emancipatie en de economische onafhankelijkheid van de vrouw voor ogen, maar enerzijds een groter kinderaantal en anderzijds de mogelijkheid controle uit te oefenen op de opvoeding van de kinderen: ‘De staat dient de fysieke, morele en intellectuele opvoeding van kinderen op zich te nemen. Met één opvoeder per honderd kinderen bevrijdt men dertig moeders van een nutteloze, alle aandacht opeisende taak en geeft men honderd kinderen een prachtige opvoeding, zonder lafhartige verwijfdheid en morbide sentimentaliteit’. Het hypocriete van zijn plannen school vooral in het feit dat hij ze onder oude vlag presenteerde, namelijk als een anti-burgerlijk ideaal. Wat dachten de futuristische vrouwen uit deze na-oorlogse periode over Marinetti's toekomstplannen, konden zij zich vinden in het beeld dat hun mannelijke collega's van de vrouw hadden? De tijdschriften Italia Futurista, de politiek getinte opvolger van het Florentijnse blad Lacerba, en Roma Futurista, dat van 1918-1920 uitkwam, verschaffen hieromtrent enige informatie. De al eerder genoemde schrijfsters Rosa Rosà en Enif Robert lieten zich in de discussie, die zich onder de titel ‘Donna+Amore+Bellezza’ (vrouw+liefde+schoonheid) in Italia Futurista ontspon, niet onbetuigd.Ga naar eindnoot6. Aanleiding tot de discussie was de heruitgave van Marinetti's pamflet ‘Contro L'amore e il Parlamentarismo’ waarin de vrouwelijke intelligentie als inferieur ten opzichte van die van de man bestempeld werd. Gelijkheid tussen de seksen achtte Marinetti in dit geschrift voorlopig een utopie, tenzij ‘haar lichaam en geest gedurende een lange reeks van generaties een gelijke opvoeding aan die van de man genoten zou hebben’. Uit de reacties van de futuristische schrijfsters in Italia Futurista is op te maken dat zij het met de marinettiaanse standpunten oneens zijn. In 1913 stelde Valentine de Saint-Point: ‘De meerderheid van de vrouwen is noch superieur noch inferieur aan de meerderheid van de mannen; ze zijn gelijk en verdienen gelijke minachting,’ en vier jaar later schreef Rosa Rosà: ‘Deel de mensen in in superieure en inferieure individuen. Zij komen in beide seksen voor. Ik hoop echter dat men in de toekomst mensen niet meer op hun man- of vrouwzijn zal beoordelen maar op hun capaciteiten.’ De | |
[pagina 627]
| |
futuristische vrouwen vinden het dom dat de futuristen hen geen verantwoordelijkheid in de futuristische strijd geven, zij laten hun oordeel zelfs vergezeld gaan met een dreigement: ‘Wij vrouwen wachten onze tijd wel af en ondertussen werken wij aan ons intellect, waarmee wij misschien wel het intelligentie-monopolie aan de mannen zullen ontfutselen,’ aldus Enif Robert. Tot slot van de discussie schetst zij hoe zij het liefdesideaal ziet: ‘Een intelligente samenwerking tussen twee wezens, die samen met gelijke rechten en een gelijke wil naar een oplossing zoeken voor een psycho-fysiek probleem.’ Het is duidelijk dat de standpunten tussen futuristische mannen en vrouwen over het futuristische vrouwbeeld in 1917 sterk uiteen liepen, en het is opmerkelijk dat die kloof in twee jaar tijd vrijwel geheel overbrugd werd. Al in september 1918 schreef hoofdredacteur Settimelli in Roma Futurista: ‘Wij futuristen, [...] zijn voorvechters van gelijkheid in rechten tussen mannen en vrouwen. Wij kennen de vrouw een hoge mate van karakter, intelligentie en energie toe.’ Waaraan was deze plotselinge ommezwaai, deze waardering voor de vrouw ineens te danken? Had het pleidooi van de futuristische vrouwen van Italia Futurista de futuristische mannen zo snel overtuigd? Aannemelijker is dat de futuristische mannen om opportunistische redenen hun koers wijzigden en de vrouwen probeerden te paaien met uitlatingen die hun welgevallig zouden zijn. Zij hadden de futuristes immers hard nodig als moeders van nieuwe futuristische zonen en als steun voor de Futuristische Partij in de verkiezingsstrijd die voor de deur stond. Degenen die overtuigd werden waren dan ook niet de futuristische mannen, maar juist de futuristische vrouwen die, blij dat zij uiteindelijk ook maatschappelijk serieus genomen werden door hun collega's, gretig toehapten en hun steun toezegden in de futuristische strijd, zo lezen we uit de reacties in Roma Futurista. |
|