[Nummer 2]
[Redactioneel]
Wat was het beste van Constandse? De kranten hebben zijn verdiensten intussen ruimschoots opgesomd, hij heeft de eer gekregen die hij verdient, men heeft hem herkend als de persoonlijkheid die hij was en daaraan hoeft niets te worden toegevoegd. Dit commentaar dient daarom alleen om de aandacht te vestigen op één eigenschap die ten slotte waarschijnlijk aan al zijn omvangrijk doen en laten ten grondslag heeft gelegen. Hij was een vrijdenker in de letterlijke betekenis, en daardoor iemand die ook in zijn daden vrij was: uit wat hij dacht trok hij de consequenties, zijn daden waren daarmee in overeenstemming. Bij hem ‘bewoog alles samen’.
Het opmerkelijkst van al zijn opmerkelijkheden was zijn natuurlijke weigering om zich voor een of ander karretje te laten spannen. Niemand heeft hem ooit iets laten zeggen of schrijven waar hij geen zin in had. Daarbij vond hij het beschamend, als mensen uit serviliteit of lafheid, om geld of door dwang verraad pleegden aan zichzelf. Serviliteit, lafheid en geldzucht vond hij verachtelijk of meelijwekkend, de dwang wekte zijn woede.
Daarom maakten de Duitsers op hun manier geen vergissing toen ze hem als gijzelaar opsloten. Maar ook na de oorlog zijn er nog heel wat mensen geweest die op een of andere manier hebben geprobeerd, hem in hun gareel te duwen. Zoals hij zich verweerde tegen het sjablone-denken over de koude oorlog, zo bestempelde hij de Molukse gijzelingen als fascisme en verzette hij zich tegen de schijnbaar vanzelfsprekende discriminaties in het Nederlandse dagelijks leven. In al die gevallen was bij hem geen punt van overweging hoe sterk de tegenstander was. Hij maakte bekend wat hij de waarheid vond. Dat was de grondslag van zijn bestaan: niet corrupt. - h.j.a.h.