going to dinner at somebody's house, or going away for the weekend somewhere. If you invite him for dinner, buy a steer.
Sorrentino was na publikatie van Imaginative Qualities of Actual Things nog steeds alleen in kleine kring bekend. In 1979 brak hij echter plotseling door met Mulligan Stew, een omvangrijke roman waarmee hij zowel critici als lezers verraste.
In Mulligan Stew trekt Sorrentino de goocheldoos van de experimentele schrijver pas goed open. De hoofdpersoon in het boek is Antony Lamont, een slechte schrijver van avantgardistisch proza die langzaam gek wordt. Wat Lamont over zichzelf zegt, geldt trouwens ook voor Sorrentino: ‘I am interested in what I shall, perhaps arrogantly, call aesthetic joy. Topical rubbish, or what some call a Novel of Ideas, leaves me cold.’ Om de relatie tussen een schrijver en zijn personages te belichten, neemt Sorrentino in Mulligan Stew niet alleen hoofdstukken op uit de roman die Lamont bezig is te schrijven, maar ook fragmenten uit het dagboek dat Lamont bijhoudt en de brieven die hij schrijft en ontvangt. Bovendien leiden Lamonts hoofdpersonen, die hij uit het werk van Joyce, Fitzgerald en Hammett heeft gestolen, heel letterlijk een eigen leven. Eén van hen, Martin Halpin, houdt op zijn beurt een óók in Mulligan Stew opgenomen dagboek bij, waarin hij zich beklaagt over de absurde taal die Lamont zijn personages laat uitslaan en over de vernederende handelingen die ze voor hem moeten verrichten. Uiteindelijk besluiten Halpin en zijn vriend Ned Beaumont de roman te verlaten, terwijl Lamont zich steeds meer is gaan voelen als de romanfiguur die hij, zoals Sorrentino de lezer laat merken, van het begin af aan natuurlijk al was.
Mulligan Stew is een komisch meesterwerk waarin Sorrentino, gebruik makend van de verworvenheden van het post-modernisme, dit tegelijkertijd parodieert. Zo doen de voor in het boek afgedrukte, misschien wél maar misschien ook niet gefingeerde brieven van uitgeverijen, waarin zij het manuscript van Mulligan Stew afwijzen, meteen denken aan de redacteursrapporten voor in Giles Goat-Boy van John Barth. Die brieven bieden Sorrentino niet alleen de gelegenheid om af te rekenen met de uitgeverswereld, die haar weigeringen verpakt in dooddoeners als ‘You certainly can write’ en ‘The prose as prose is very good’, ze geven hem ook de kans literatuurprofessoren als Raymond Federman en Jerome Klinkowitz belachelijk te maken, die voortdurend bezig zijn de moderne experimentele literatuur nieuwe etiketten op te plakken. ‘Sur-Neo-fiction’, ‘Post-modern Ur-techniques’: Sorrentino moet van dit soort termen weinig hebben.
Een bezwaar van Mulligan Stew is dat het zo veel literaire verwijzingen bevat, dat men de behoefte voelt aan een geannoteerde uitgave, zoals die ook van Lolita bestaat. Maar ook voor de minder erudiete lezer valt er in Mulligan Stew voldoende te genieten. In elk geval kan het boek hem weer eens herinneren aan het fictieve aspect van zijn eigen bestaan. Want wat John Barth schreef over het werk van Borges gaat ook op voor Mulligan Stew: ‘When the characters in a work of fiction become readers or authors of the fiction they're in, we're reminded of the fictitious aspect of our own existence.’
Sorrentino houdt ervan om zich bij het schrijven van elke roman nieuwe vormtechnische problemen te stellen. Aberration of Starlight (1980), verschilt dan ook in veel opzichten van zijn voorgangers, die ook alle een andere opzet hadden. De roman speelt in de zomer van 1939, in een pension op het platteland van New Jersey. Marie Recco, een gescheiden vrouw van halverwege de dertig, brengt daar de vakantie door met haar zoontje Billy en haar vader John McGrath, een weduwnaar. Alles in het boek draait om het uitstapje dat Marie maakt met Tom Thebus, een ook in het pension aanwezige handelsreiziger die haar heeft voorgesteld om samen een avondje te gaan dansen. Elk van de vier hoofdpersonen