| |
| |
| |
J.W. Bezemer
Bedrog in de Sovjetunie
De marxisten die zich in 1917 in Rusland van de macht meester maakten, hadden zich, net als hun leermeester Marx zelve, niet veel gedachten gemaakt over de inrichting van de socialistische maatschappij die het doel was van hun streven. ‘On s'engage et puis l'on voit,’ zei hun leider Lenin Napoleon na. Handelend naar dit devies hebben de Russische communisten de socialistische maatschappij uitgevonden die thans in de Sovjetunie bestaat. In die socialistische maatschappij wordt de macht uitgeoefend door een politieke elite die geen andersoortige centra van macht naast zich duldt: geen concurrerende politieke clubs, geen vrije pers, geen autonome ondernemingen, geen onafhankelijke organisaties van werknemers of werkgevers, überhaupt geen verenigingen waarin hun vertegenwoordigers niet het laatste woord hebben. De macht is er derhalve zeer ongelijk verdeeld en dit is niet zonder gevolgen gebleven voor de verdeling van de inkomens. Sommige socialisten zullen dan ook zeggen dat deze maatschappij niet socialistisch is. In een socialistische maatschappij zal immers de hoogst denkbare gelijkheid in de verdeling van macht, inkomen en kennis zijn bereikt.
De politieke elite van de Sovjetunie beschouwt de sovjetmaatschappij niettemin als een socialistische maatschappij en rechtvaardigt de daarin bestaande ongelijkheden in macht en inkomen in termen van haar socialistische ideologie. De Sovjetunie, zo redeneert men, is op weg naar het communisme, waarin het socialistisch ideaal volledig verwezenlijkt zal zijn. Zolang dit hoge doel nog niet bereikt is, blijft leiding door de communistische partij noodzakelijk en zullen de goederen en diensten die de maatschappij voortbrengt onder de burgers worden verdeeld naar de waarde van hun prestatie, ‘naar arbeid’. Pas wanneer het land de hogere communistische orde zal hebben bereikt, zullen de rijkdommen die de gemeenschap dan voortbrengt onder de burgers worden verdeeld ‘naar behoefte’. Maar ook dan zal de vaste hand van de communistische partij nog lang nodig zijn om het maatschappelijk leven in goede banen te leiden. Haar eigen rol acht de politieke elite derhalve niet gauw uitgespeeld.
De instellingen waarin de ongelijkheid in de Sovjetunie ligt vastgelegd en de redeneringen waarmee zij wordt gerechtvaardigd, hebben vaste vorm gekregen onder het bewind van Stalin. Maar de grondslag daarvoor is al onder Lenin gelegd. Lenin begreep dat hij zijn partij als heersende klasse moest etableren, wilde zij zich blijvend kunnen handhaven. Daarmee werd hij de uitvinder van het éénpartijstelsel. In 1917 bestond het kader van de Russische communistische partij uit een kleine groep intellectuelen en een aantal min of meer rauwe gasten uit het volk. De ontwikkelde klasse van Rusland was vrijwel en bloc tegen zijn regime. Lenin zag hierin geen bezwaar. Hij was de mening toegedaan dat wie de macht heeft, de medewerking van de intellectuelen die nodig zijn om een maatschappij te besturen kan kopen of, indien nodig, afdwingen. Daarin bleek hij gelijk te hebben. De
| |
| |
bolsjewieken kregen al gauw de beschikking over voldoende experts om het land te besturen, oorlog te voeren en, na de burgeroorlog, de economie weer op gang te brengen. Deze experts werden beschouwd als een vreemd, ja vijandig element in de maatschappij, wier diensten de partij nodig had en derhalve bereid was tegen een hoge prijs te kopen. Dit argument voor het toekennen van hoge salarissen gold niet voor de leden van de partij zelf. Men kan bij Lenin een neiging bespeuren de partij te beschouwen als een strenge orde van sobere en onkreukbare bestuurders. Hij bepaalde bij voorbeeld dat het salaris van een communistische bestuurder niet hoger mocht zijn dan het loon van een geschoolde arbeider. Dit onderscheid tussen zuiveren en onzuiveren in de maatschappelijke elite heeft zich niet lang gehandhaafd. Het verdween geheel in de tweede helft van de jaren dertig, toen de Grote Terreur zowel de oude bolsjewieken als de oude experts wegvaagde. Tegelijkertijd werd in die jaren voor alle burgers gelijkheid voor de wet afgekondigd. Inmiddels hadden de communistische ambtsdragers zich in hun levenswijze al ruimschoots boven het gemene volk verheven. Het eerste wat ons nu zal bezighouden zijn de privileges en de emolumenten van hun macht.
Hoewel de ideologie de ongelijkheid in inkomens tussen de burgers rechtvaardigt, veroorzaakt het onderwerp blijkbaar toch een zekere verlegenheid. Over de hoge salarissen worden in de Sovjetunie geen gegevens gepubliceerd. Wat wij daarvan weten wekt de indruk dat zij niet exorbitant hoog zijn: vier tot zeven maal het gemiddelde loon van arbeiders en beambten. Daarbij moet wel worden bedacht dat de progressie in de loonbelasting bij dertien percent stopt. Maar het salaris vormt niet het enige inkomen van de hogere ambtsdragers. Nog afgezien van het feit dat zij ambten met de daarbij behorende salarissen kunnen cumuleren, genieten zij ook een groot aantal privileges. Zij kunnen voor zich en hun gezin beschikken over auto's, appartementen en buitenhuizen met het bijbehorende dienstpersoneel. Belangrijk is ook dat zij toegang hebben tot besloten winkels, zogenaamde zakrytye raspredeliteli. Daar kunnen zij hun boodschappen doen of laten doen en zich zonder moeite de levensmiddelen en verbruiksartikelen aanschaffen waar de gewone burger niet of nauwelijks aan kan komen, en vaak ook nog tegen een zeer civiele prijs. Zij kunnen voorts een beroep doen op een besloten systeem van medische zorg, met eigen ziekenhuizen en apotheken, waaraan de beste specialisten zijn verbonden en die beschikken over medicijnen waaraan daarbuiten met geen mogelijkheid valt te komen. Hun kinderen kunnen zij naar de beste scholen sturen en vervolgens naar de meest exclusieve hogere opleidingen, gelijk, bij voorbeeld, het Instituut voor Internationale Betrekkingen van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
Al deze en dergelijke privileges verheffen vooraanstaande ambtsdragers ver boven de gewone man. Stalin heeft volgens zijn dochter Svetlana Alliloejeva eens een keer laten uitrekenen wat zijn hofhouding kostte. De uitkomst was: niet minder dan die van de laatste tsaar Nicolaas II. Het zijn derhalve niet zozeer de salarissen die de levensstijl van vooraanstaande gezagsdragers in de Sovjetunie bepalen, maar de privileges die aan hun ambten zijn verbonden. Met enige goede wil zouden die privileges met een beroep op de leer van ‘loon naar arbeid’ ideologisch nog wel zijn te rechtvaardigen, maar er bestaat toch onmiskenbaar een grote schroom het bestaan ervan openlijk te erkennen. Zij worden met een waas van geheimzinnigheid omgeven. De besloten winkels, bij voorbeeld, plegen te zijn gevestigd in gebouwen, die niet het uiterlijk hebben van een winkel en die soms zelfs van een misleidend opschrift zijn voorzien. De Sovjetunie is geen land van conspicuous consumption.
De opgesomde privileges zijn voorrechten die de politieke elite van de Sovjetunie als legitieme beloning van de inspanningen van haar
| |
| |
leden beschouwt, al is zij er blijkbaar niet zeker van dat deze mening door brede lagen van de bevolking wordt gedeeld. Maar in een land waarin aan de macht der machtigen zo weinig grenzen zijn gesteld, bestaan voor de ambtsdragers vele mogelijkheden dit aanvaarde inkomen aan te vullen, mogelijkheden die op gespannen voet staan met de geldende normen en wetten of daarmee in flagrante strijd zijn.
Wie deel uitmaakt van de politieke elite, beschikt over connecties waarmee hij zijn voordeel kan doen. Hij beschikt over blat, over ‘relaties die men kan gebruiken voor persoonlijke, baatzuchtige doeleinden’, zegt het sovjetwoordenboek. Door blat kan men in de Sovjetunie veel gedaan krijgen, net als elders in de wereld. Iedere burger in de Sovjetunie probeert met blat te werken, maar wie gelijk een hoge ambtsdrager over zeeën van invloedrijke relaties beschikt, kan zich moeiteloos in het bezit stellen van veel begerenswaardigs. Maar het bezit van macht biedt nog veel meer mogelijkheden hiertoe. Wie macht heeft, heeft ondergeschikten, die hij persoonlijke diensten kan laten verrichten. Hij kan als het ware een tribuut heffen van de bedrijven, de winkels, de diensten, de restaurants in zijn ambtsgebied. De bestuurders van de lagere administratieve eenheden, de rajons, die als regel geen toegang hebben tot de besloten winkels die hun superieuren ter beschikking staan, kunnen zich laten bedienen door de winkels en bedrijven onder hun gezag. Dat schijnt zeer verbreid te zijn en oogluikend te worden toegestaan, mits het niet de spuigaten uitloopt. Trouwens ook hoger geplaatsten schijnen, te oordelen naar de schaarse berichten die hierover tot de buitenwereld zijn doorgedrongen, van deze mogelijkheid gebruik te maken. Mevrouw Foertseva, de enige vrouw die ooit lid is geweest van het Politbureau, geraakte aan het eind van haar leven in opspraak, omdat zij door bedrijven waarover zij zeggenschap had, voor zichzelf kosteloos een fraaie villa zou hebben laten bouwen.
Vierkant in strijd met de wet handelt de ambtsdrager, die voor officiële handelingen van belanghebbenden geld aanneemt, een steekpenning of vzjatka. In een land van schaarste en regelingen als de Sovjetunie doen zich vanzelfprekend voor ambtsdragers die over de verdeling van aardse goederen of over de toekenning van fel begeerde rechten gaan, veel gelegenheden voor om van gegadigden steekpenningen te bedingen of die althans niet af te slaan. Ambtenaren die woningen toewijzen of die personenauto's aan particulieren verkopen, zijn bekende voorbeelden. Politieambtenaren in de grote steden nemen steekpenningen aan voor het uitreiken van verblijfsvergunningen, evenals leden van commissies die beslissen over de toelating tot universiteiten en hogescholen, waarvoor, gelijk bekend, over de gehele linie een numerus clausus geldt.
Berichten in de sovjetpers over corruptie hebben veelal betrekking op lagere agenten van de overheid. Er zijn in de jaren zeventig echter ook enkele zaken bekend geworden, waarbij zeer hoge partijfunctionarissen en bestuursambtenaren waren betrokken. Zij bleken steekpenningen te hebben aangenomen voor benoemingen, voor rechterlijke uitspraken en voor het dekken van illegale economische bedrijvigheid. Op deze laatste zonde kom ik terug. Dat het zin heeft bepaalde partijfunctionarissen om te kopen om rechterlijke uitspraken te beïnvloeden is een gevolg van het feit dat de rechterlijke macht gehouden is de aanwijzingen van de bevoegde partij-autoriteiten op te volgen. Deze ongeschreven regel van staatsrecht ontkracht volledig de bepaling in de grondwet over onafhankelijkheid van de rechtspraak. Overigens zijn ook gevallen van omkoping van leden van de rechterlijke macht zelf gesignaleerd.
Het aanvaarden van steekpenningen voor een benoeming verdient een ogenblik nadere aandacht. Dit houdt verband met een andere ongeschreven regel van het sovjetstaatsrecht, die bepaalt dat alle ambten van enige importantie, of het nu kiesambten zijn of niet, wor- | |
| |
den bezet op aanwijzing van of na goedkeuring door het partij-apparaat. Dat partij-apparaat bestaat uit de hiërarchie van partijsecretarissen met hun staven. Zij vormen de kern van de politieke elite van de Sovjetunie. Dit recht van begeving bevat uiteraard grote mogelijkheden tot machtsvorming. Stalin, de schepper van het systeem, kon dank zij dit recht zijn clientela in de belangrijkste machtsposities plaatsen en zo een alleenheerschappij vestigen. Maar patronage kan niet alleen gebruikt worden om macht te vormen, maar ook om vrienden en magen te bevoordelen en onoorbare inkomsten te verwerven. In de enkele grote corruptieschandalen waarover in de jaren zeventig berichten tot de sovjetpers zijn doorgedrongen, speelden nepotisme en ambtenverkoop klaarblijkelijk een grote rol. Bij de ambtenverkoop werden naar het schijnt bedragen bedongen van een omvang die zich alleen laat verklaren uit de mogelijkheid zich in het gekochte ambt op onoorbare wijze te verrijken.
De corruptieschandalen waarop zojuist werd gezinspeeld, speelden zich af in het Aziatische deel van de Sovjetunie: in de Kaukasus en in Midden-Azië. Of men hieruit moet afleiden dat in dit deel van de Sovjetunie de corruptie groter is dan in het Slavische deel of dat de in hoofdzaak uit Russen en Oekraïeners bestaande centrale regering in Moskou de ongerechtigheden in het Slavische deel van de Sovjetunie met de mantel der liefde toedekt en, als zij corruptie aan de kaak wil stellen, niet-Slavische volken uitzoekt, - Georgiërs, Armeniërs, Azeri's, Uzbeken en Kirgiezen - is niet recht duidelijk. Beide factoren spelen waarschijnlijk een rol. In elk geval waren zeer vooraanstaande ambtsdragers in deze republieken bij de schandalen betrokken, de eerste partijsecretarissen voorop.
Wat zich echter wel laat zeggen is dat nepotisme en ambtenverkoop zeer goed passen in het politiek systeem van de Sovjetunie. Het gebrek aan politieke controle op de machtsuitoefening schept voor veel ambtsdragers mogelijkheden uit hun ambt inkomsten te trekken die hun officiële salaris verre overtreffen. Vandaar de soms hoge marktwaarde van ambten. Hiertegenover staat een vergaande concentratie van de toewijzing van ambten in handen van het partij-apparaat. Voor de apparatsjiki schept dit de verleiding vrienden en magen te bevoordelen en in voorkomende gevallen voor hun beslissingen een prijs te bedingen. Zelfs de hoogsten in den lande kunnen voor deze verleiding bezwijken. De Georgische partijsecretaris Vasili Mzjavanadze, kandidaat-lid van het Politbureau, is daarvan een voorbeeld. Men mag aannemen dat de meeste van deze gevallen de doofpot ingaan om het morele gezag van de partij, waarop de legitimiteit van het regime berust, niet te schaden. In die gevallen die wel in de publiciteit werden gebracht, kregen de betrokken partijfunctionarissen in verhouding tot de ernst van hun misdrijf betrekkelijk milde straffen. De allerhoogsten kwamen met de schrik en een degradatie vrij. De zojuist genoemde Mzjavanadze werd ontslagen en met pensioen gestuurd. De zware straffen waren voor de lagere goden en voor de mensen die steekpenningen hadden betaald.
De communistische partij wordt ons in de leuzen van het sovjetbewind afgemaald als ‘het verstand, de eer en het geweten van ons tijdperk’. In onze wereld zullen weinigen vandaag de dag zo'n uitspraak nog ernstig nemen als een karakteristiek van het politiek systeem van de Sovjetunie. Maar deze scepsis zal in den regel worden gevoed door de herinnering aan onderdrukking en terreur en niet door de gedachte aan corruptie. Toch zijn de tekenen van corruptie in het politiek systeem van de Sovjetunie onmiskenbaar. Misschien mogen wij hieruit hoop putten voor de toekomst. Een corrupte ambtsdrager is menselijker dan een ‘true believer’.
Wenden wij ons thans van het politieke systeem naar het economische systeem.
Het economische systeem dat de politieke elite
| |
| |
van de Sovjetunie in de loop der jaren heeft ingericht, onderscheidt zich door twee kenmerken: het is een planeconomie en het heeft permanent met schaarsten te kampen.
Onder het stelsel van planeconomie heeft het produktievermogen van de Sovjetunie gedurende de afgelopen halve eeuw een geweldige uitbreiding ondergaan. Voor de politieke leiders van het land vormt dit een niet ongerechtvaardigde bron van trots en zelfvertrouwen. De Sovjetunie is thans een wereldmacht en schijnt op het punt te staan haar voornaamste rivaal, de Verenigde Staten, op dit punt in te halen en voorbij te streven. De critici van de planeconomie wijzen erop dat het stelsel misschien zeer geschikt is om een bewapeningsprogramma uit te voeren of een mens in de ruimte te brengen, maar dat het tekortschiet, wanneer het erom gaat in de gecompliceerde en gevarieerde behoeften van een consumptiemaatschappij te voorzien. Dan treden allerlei tekortkomingen in de werking van het plansysteem aan het licht, die tot uitdrukking komen in gebreken in de voorziening van de producenten met grondstoffen en andere produktiemiddelen en van de consumenten met verbruiksgoederen. Het is hier niet de plaats om in te gaan op de voor- en nadelen van het economisch systeem van de Sovjetunie. Voor ons is van belang het feit dat het economisch systeem van de Sovjetunie, net als het politiek systeem, een voedingsbodem is voor bedrieglijk en corrupt gedrag.
De ervaring die men in de socialistische landen met het systeem van planeconomie heeft opgedaan, lijkt erop te wijzen dat het niet goed mogelijk is de economische kringloop in een volkshuishouding in een sluitend systeem van plannen te vatten en vanuit één centrum te sturen. Altijd en overal blijven er losse einden hangen. Het gevolg is dat de ondernemingen niet de zekerheid hebben dat zij op tijd over de middelen beschikken om de hun opgelegde plantaak uit te voeren, gesteld al dat de plannenmakers hun die middelen in voldoende omvang hebben toegewezen. Maar naar de vervulling van hun plan worden de leiders van een onderneming beoordeeld, daarvan hangen hun verdiensten en hun vooruitzichten af. Er is hun derhalve alles aan gelegen hun plan te vervullen en, als dat niet lukt, bij hun superieuren althans de indruk te wekken dat het wél gelukt is. Dat dwingt hen voortdurend tot handelingen die eigenlijk niet door de beugel kunnen.
Om de bevoorrading van hun onderneming veilig te stellen proberen de sovjetmanagers een netwerk van informele relaties op te bouwen met de instanties die over de toewijzing van produktiegoederen gaan en met de leveranciers daarvan. Veel ondernemingen hebben specialisten in dienst om hun wensen er op die plaatsen door te drukken, zogenaamde tolkatsji, van tolkat, duwen. Het is natuurlijk mooi, als een onderneming zijn leverancier iets kan aanbieden dat deze op zijn beurt hard nodig heeft. Dan kunnen snel zaken worden gedaan. Maar in andere gevallen is de tolkatsj geheel op zijn goede relaties aangewezen, op zijn blat. Gezien de grote belangen die op het spel staan, kan hij niet al te kieskeurig zijn in zijn aanpak. Het kan blijven bij geschenken, maar voor hij het weet deelt hij steekpenningen uit. Zo vormt zich achter de façade van de planeconomie een heel netwerk van informele relaties. Wat daarin bekokstoofd wordt, kan de bedoelingen van de plannenmakers lelijk doorkruisen. Veel economen zijn echter geneigd te denken dat dit netwerk van informele relaties de werking van de economie ten goede komt, en men heeft de indruk dat de opperste leiding van de sovjeteconomie enigszins naar dezelfde mening overhelt. De tolkatsji worden soms in de pers beknord, maar hun activiteiten worden geduld. Zolang hij zijn plan maar vervult, heeft de sovjetmanager niet veel te duchten als gevolg van zijn machinaties achter de schermen.
Ook om deze laatste reden is er de sovjetmanager veel aan gelegen dat zijn superieuren de indruk krijgen dat hij hun plannen vervult. De middelen waartoe hij zijn toevlucht neemt
| |
| |
om dit te bereiken, willen nog wel eens in strijd zijn met de bedoelingen van de plannenmakers. Hij zal proberen de produktiecapaciteit van zijn bedrijf lager voor te stellen dan zij in werkelijkheid is om een plan te krijgen dat hij zonder veel moeite kan uitvoeren. Hij zal dat plan vervolgens een beetje oververvullen, wat hem en zijn medewerkers premies oplevert, maar vooral niet te veel, om te voorkomen dat hij het jaar daarna een moeilijk plan krijgt. Hij zal zijn behoeften aan grondstoffen en personeel hoger voorstellen dan zij in werkelijkheid zijn om over reserves te beschikken voor het geval de bevoorrading stokt of personeel beschikbaar moet worden gesteld voor, bij voorbeeld, hulp bij de oogst. Wanneer het dan tenslotte toch niet lukt de voorgeschreven plannen te vervullen, zal hij zich proberen te redden door de resultaten van zijn onderneming mooier voor te stellen dan zij in werkelijkheid zijn. Kortom, hij beschikt over een menigte trucs om succes te behalen of voor te wenden. Men kan ze haast zelf bedenken, wanneer men zich verplaatst in zijn situatie. Zijn superieuren kennen ze uiteraard ook. Maar zijn onmiddellijke superieuren hebben op hun beurt zoveel belang bij het succes van zijn onderneming dat zij geneigd zijn een oogje dicht te doen. Het gevolg is dat een dichte bureaucratische mist veel van het gescharrel aan de basis aan het oog van de centrale overheden onttrekt. Maar die zijn natuurlijk ook niet geheel blind. Zij dulden echter een zekere mate van bedrog en corruptie in de planeconomie, vermoedelijk in het besef dat die onuitroeibaar zijn en menigmaal de goede zaak dienen.
De schaarste, waarmee de sovjetmanager te maken krijgt die zijn onderneming draaiende moet houden om zijn plan te kunnen vervullen, treft in verhevigde mate de gewone burgers die in hun dagelijkse levensbehoeften proberen te voorzien. De Sovjetunie heeft al sinds haar oprichting te kampen met schaarste aan verbruiksgoederen, soms meer, soms minder. De jacht van de burgers op goederen en diensten heeft een heel stelsel van economische relaties in het leven geroepen, dat door westerse onderzoekers wordt aangeduid als ‘de tweede economie’. In die ‘tweede economie’ heerst het particulier initiatief.
Gelijk bekend hebben de communisten in Rusland een radicale anti-kapitalistische revolutie doorgevoerd. Sinds 1930 bestaat in de Sovjetunie nagenoeg geen particulier eigendom van produktiemiddelen meer. Particuliere economische bedrijvigheid wordt slechts op zeer beperkte schaal toegestaan en met het grootste wantrouwen bejegend. Men vraagt zich wel eens af waarom de politieke elite in de Sovjetunie zo star vasthoudt aan de marxistische leerstelling dat alle ellende in de wereld voortvloeit uit de particuliere eigendom van de produktiemiddelen. Menig econoom denkt dat wat meer ruimte voor het particulier initiatief in de Sovjetunie veel goeds zou kunnen bewerkstelligen. Wellicht weerhoudt de vrees haar greep te verliezen op de economie, en daarmee op de politieke macht, de politieke elite ervan het particulier initiatief meer ruimte te geven. In de landbouw, waar het nog de meeste ruimte heeft, hebben tolerantie en repressie elkaar in de loop der jaren afgewisseld. De dwergbedrijfjes die de landbouwende bevolking mag houden, hebben een veelbewogen geschiedenis achter zich. De produkten die zij voortbrengen zijn in de eerste plaats bestemd voor eigen verbruik. Maar overschotten mogen op de zogenaamde kolchozmarkten aan derden worden verkocht, mits dit geschiedt door de eigenaar zelf. Men schat dat deze dwergbedrijfjes samen ongeveer een kwart van de agrarische produktie van de Sovjetunie leveren. Buiten de landbouw staat de wet particulier initiatief slechts in zeer beperkte mate toe. Maar in de illegaliteit tiert het welig.
Het meeste profijt uit de schaarste trekken uiteraard die mensen die schaarse goederen of diensten verkopen of over de toewijzing daarvan gaan. Bij de behandeling van ambtsmisdrijven zijn van dit laatste al enkele voorbeel- | |
| |
den gegeven. Van het personeel in de kleinhandel en in de dienstverlening wordt algemeen aangenomen dat het uit zijn beroep aanzienlijke neveninkomsten trekt: men schat deze, door de bank genomen, op een tweede salaris. Dank zij hun relaties in de kleinhandel weten sommige mensen de hand te leggen op schaarse artikelen, die zij vervolgens tegen een hogere prijs doorverkopen. Dat is speculatie en streng verboden, ook wanneer het gaat om produkten van de boerendwergbedrijfjes, - terwijl dit laatste zo'n groot gemak is voor de eigenaren, die niet zelf naar de markt hoeven gaan. Er wordt in de Sovjetunie ook veel zwart gewerkt. Het heet daar ‘links werk’, levaja rabota. ‘Links’ werk komt veel voor in de bouw. De zwartwerkers in de bouw, de zogenaamde sjabasjniki, opereren soms in hele ploegen en worden zelfs door officiële bedrijven ingehuurd, wanneer die er niet in slagen een werk langs wettige weg uitgevoerd te krijgen. Voor de uitvoering van dit ‘linkse’ werk is vaak materiaal, gereedschap of brandstof nodig die in de winkel niet te krijgen zijn en daarom uit de staatsbedrijven worden ontvreemd. Dat gebeurt blijkbaar op zo grote schaal dat er een speciaal woord is voor mensen die uit hun bedrijf stelen en vaak ook niet meer willen dan thuis klussen: dat zijn nesoeny, ‘dragers’, en zij worden door hun medeburgers blijkbaar niet als echte dieven beschouwd. Maar het particulier initiatief gaat nog verder. Het komt voor dat binnen staatsbedrijven of kolchozen particuliere bedrijven worden ingericht, die produkten vervaardigen waarnaar veel vraag is, en die ook zelf aan de markt brengen. Daartoe moeten op
indrukwekkende wijze papieren vervalst en personen omgekocht worden. Zulke ondernemingen kunnen alleen gedurende langere tijd bestaan als hoge partijfunctionarissen bereid zijn hen tegen een passende vergoeding te dekken. Het is tegen dit soort economische bedrijvigheid dat de overheid met de grootste strengheid optreedt. Zij grijpt daarbij in extreme gevallen zelfs naar de doodstraf. Maar men heeft niet de indruk dat het veel helpt.
Dit korte overzicht van een aantal vormen van bedrog en corruptie in de Sovjetunie zegt vanzelfsprekend niets over de omvang van het verschijnsel. Daarover laat zich niets met enige nauwkeurigheid zeggen. Het gaat hier om dingen die zich in het duister of schemerduister afspelen. Hun betekenis laat zich zelfs in landen met een grote mate van openbaarheid moeilijk schatten. Wat men van hun betekenis in de Sovjetunie denkt, berust op indrukken. Eén zo'n indruk is dat vrijwel alle sovjetburgers in hun dagelijks leven wel met enige vorm van bedrog of corruptie in aanraking komen. Uit het feit dat de planeconomie permanent tekortschiet in de bevrediging van de koopkrachtige behoefte van de bevolking, vloeien ‘zwart handelen’ en ‘zwart werken’ onvermijdelijk voort. In het bestaan van de ‘tweede economie’ en de haperingen in het functioneren van de planeconomie zelf moet de voornaamste oorzaak worden gezocht voor de ambtelijke corruptie. Hierdoor immers kunnen vele ambten omvangrijke onwettige emolumenten opleveren, waardoor het vergeven van die ambten en het dekken van hun bekleders ook weer omvangrijke onwettige emolumenten kunnen opleveren. De rem van een grote mate van openbaarheid in het staatkundig leven bestaat niet in de Sovjetunie. Integendeel, het staatkundig leven draagt daar in vele opzichten het karakter van een samenzwering. In die omstandigheden zou slechts een zeer streng ambtelijk ethos de verbreiding van corruptie in het bestuur kunnen onderdrukken. Op dit punt heeft Rusland geen beste traditie en men heeft niet het gevoel dat de revolutie het gelouterd heeft. Men mag derhalve aannemen dat wij nog wel meer zullen horen van ambtelijke corruptie in de Sovjetunie.
|
|