De Gids. Jaargang 145
(1982)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 374]
| |
[pagina 375]
| |
II
straks-
voegt tichel zich voet
stoots naar neuzen
opgehaald desnoods
aan je vlechten,
hecht hij aan hennep
haakt naar je kozijn
klimt steels in zijn voorland
dat braak ligt,
knarst mortel als tanden
schilfert als roos op je rietkraag
teert muur op muur in den blinde
verwerend, en deert dat niet
bedaart dat niet
ook jou niet.
| |
[pagina 376]
| |
III
straks-
lig je voor de hand
een vage geur van zonde
begaanbaar,
vindt hij je op de tast
zegt: hemellichaam en strekt
zich uit naast je,
(wimpers en lokken
tongval soelaas in
het spel van het
spinrok een bres
in je muur)
drijf je hem in het nauw
klopt je hart in zijn keel
is het laken zilt izabel.
| |
[pagina 377]
| |
IV
straks-
ruikt je nest naar vers brood
wordt je venster rooskleurig, haalt
hij een strop en liefkoost weg
glijdend nog de rafels-
de valk degradeert tot de uil
die hij is voor de kerkklok,
op slag valt hij terug op zichzelf
als een hangplant muur vreet weer
aan muur aan steen en cement,
de grond wordt al warm en jij-
in het wit tussen de regels
je leest in veters gesnoerd
daal je af in je vinder.
xii.80 |
|