De Gids. Jaargang 143(1980)– [tijdschrift] Gids, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 417] [p. 417] Eddy van Vliet Vijf gedichten 1980 Tot over de oren in de ziekte slapen de mathematici aan de borsten van het gelijk: de vervolmaking van de dood Over de tong glijdt de gedweeheid van het woord en hij die spreekt, hetzij koning of arbeider-president: zie vallende ster het is Kerstnacht Bekommerd om de vorm der terzinen en de dikte van hun pen hebben de dichters onder de blote kont der kunst de sonnetten en balladen teruggevonden De vingers graaien en het staat geschreven maar niemand die luistert: de bordelen van de verkopers staan in witte huizen en op rode pleinen Zie vallende ster het is Kerstnacht en een slee vol ingewanden rijdt over onze marsepeinen velden. Eddy van Vliet [pagina 418] [p. 418] Sotto voce Sotto voce, dit is fluisterend of met zachte stem wil de pen, hard nochtans en krassend vastleggen: deze ruimte waar even de verbazing ontbreekt dit moment van stilte waarin goedkope wijsheid ontstaat althans heimwee ernaar, zoals: een wortel is nog geen stam en één zwaluw maakt de zomer niet Dit is het wat de stilte zo moeilijk maakt zij vult zich eerst met een zwaluw en de zin die hem gemakkelijk beschrijft de kindertekening die met twee gekromde streepjes genoegen neemt Maar er is meer en het is de herhaling hiervan die van de stilte de krassende nagel op het bord maakt, het gerinkel van de telefoon midden in de nacht konkreet mededelend dat: Foto De beet van zuur, de beet van de magneet die alles aan vuil heeft opgehaald wat de foto aan elkaar heeft gesmeed Eens de tolk van het paradijs Links de fiets en de vader die hem kocht de tak vanuit het artistieke front op de voorgrond en zeg het maar, een arm, waarvan niemand meer weet Het geheugen is afgesneden aan de witte rand in een oogwenk trekt de lucifer voorbij te kort evenwel als een allerlaatste armzwaai voor de nacht begint. [pagina 419] [p. 419] Vreemd is de gedachte Vreemd is de gedachte, onmogelijk was de gedachte maar nu, waarachtig waar is de gedachte die ondenkbaar werd geacht laat staan de daad waaraan de gedachte ten grondslag lag En al die tijd de middag die op de morgen volgde de avond op de middag alsof alles bleef zoals het was. De leeuwin Niet de antilope maar de haat rent de leeuwin achterna in haar steppe onder een zoldering van beton De natuur, fascist van het eerste uur, schonk haar, zoals dat heet in de taal der jagers, twee welpen, waarvan God één tot zich nam als voorschot op het Eeuwig Geluk Verwend door God en Mens loopt zij onafgebroken heen en weer ter onderrichting van de jeugd die geen koe uit een varken haalt Maar weet dat de leeuwin over de eindeloze vlakten van Afrika jaagt en een koning als vader heeft. Vorige Volgende